| |
Over Kleeding, Schoonheid en Gezondheid.
(Vervolg van No. 51.)
Rokken doet men beter in laden te leggen dan op te hangen, tenzij men ze goed op een hanger hangt, zooals in de groote magazijnen het geval is. De wijze om een rok met een sleep op te vouwen is hem op een bed of op een tafel te leggen, in tweeen gevouwen, zoodat de voorbaan en de achterbaan, beide in de lengte in het midden doorgevouwen, boven komen te liggen. De sleep wordt dan overgevouwen, totdat de rok van onderen een rechte vorm heeft, die dan in verschillende geren wordt gelegd; hoe minder hoe beter. Wanneer er op rokken of lijven knoopen zijn, moet ieder in wit vloeipapier gewikkeld worden om den indruk op de stof te voorkomen, en bij lichte kleeding tusschen elke vouw eveneens wit vloeipapier gelegd worden. Het tailor-made pak moet nu en dan naar den kleermaker worden gezonden om geheel opgeperst te worden, zoodat het nooit zijn vorm behoeft te verliezen. Wij zien dikwijls een mantel met twee lange vouwen in den rug, die de wijze aantoonen waarop hij bij den kraag is opgehangen en den rok kaal en vormloos, terwijl de mantel nog nieuw is, wat op de zeer slechte gewoonte duidt, van in huis den rok te dragen van een pak, dat voor de straat alleen moet gehouden worden. Trek, voordat gij zitten gaat, de rok een weinig in de hoogte, van voren, om te voorkomen dat hij zich bij de knieën uitzet.
De vrouw, die er naar streeft goed gekleed te gaan, zal tallooze doozen hebben, één alleen voor ceintuurs, de andere alleen voor handschoenen, enz., en alle van etiquetten voorzien.
Nu nog een woord over het toilet van het lichaam. Men moge nog zoo goed en mooi gekleed zijn, dit feit wordt geheel en al over het hoofd gezien, indien niet elk deel van het lichaam goed verzorgd is, en wat het haar-opmaken betreft, moet het ons allen wel duidelijk zijn, hoe weinig vrouwen die kunst verstaan. Haar-opmaken, zooals zoovele andere dingen heden ten dage, is zeer gecompliceerd geworden, maar indien gij u slechts een paar gulden onkosten getroosten wilt, zult gij u, met behulp van twee lessen bij een goeden kapper, die kunst spoedig ‘en amateur’ kunnen eigen maken, en bemerken welk een groote verandering ten goede hiervan het gevolg voor u is.
| |
Het haar.
Niets is voor een vrouw onflattanter dan dun en verwaarloosd haar. Er zijn vele zoogenaamde onfeilbare middelen voor het voorkomen en genezen van kaalheid, maar geen enkel onschuldiger of meer afdoende dan het volgende eenvoudige en goedkoope middel:
Klop den dooier van één versch ei, en vermeng daarmee een even groote hoeveelheid uitgeperst en gefiltreerd sap van gehakte en ongekookte Spaansche uien. Voeg daarbij
| |
| |
evenveel rauwe levertraan als de twee voorgaande ingredienten samen uitmaken en roer dan het geheel gedurende vijf volle minuten. De daaruit ontstane zalf, die geparfumeerd kan worden, om haar eenigszins onaangename lucht te verbergen, doet men in een luchtdicht potje, en moet elken avond geduldig in de hoofdhuid gewreven worden, na eerst dat gedeelte goed met warm water gebaad te hebben. Dit middel zal natuurlijk niet helpen, wanneer, wat men gewoonlijk noemt, ‘de haarwortels’ vervallen, atrophisch geworden zijn, door natuurlijke oorzaken, noch zal dit iets anders, om die reden, doen.
Het haar elken dag flink te wrijven met een schoone zijden doek, na het borstelen, heeft een zeer ‘glanzende’ uitwerking. Maar om het haar gezond en levend te houden, moet het elken morgen en avond door en door geborsteld worden met lange, gelijke slagen van een flink harden en langharigen borstel - - baleinen borstels zijn goed, en borstelen daarmee, gedurende vijf minuten 's morgens en 's avonds, zal wonderen verrichten. Metalen borstels moeten vermeden worden - en een versterkend haarmiddeltje er nu en dan ingewreven worden. 30 gram Spaansche vlieg, vermengd met 150 gram wonderolie en een weinig eau de cologne voor den aangenamen reuk, in de haarwortels gewreven, is zoowel goed voor den groei als voor den glans van het haar. Één ding moet men niet vergeten bij het haar, n.l. dat het evenals de bloemen houdt van lucht en zonneschijn.
Het is een uitstekende gewoonte om nu en dan het haar los te laten neerhangen over de schouders en zoo in den zonneschijn te gaan zitten. Om het haar den geheelen dag opgemaakt te dragen en er 's avonds, stijf gevlochten, mee te gaan slapen, is zeer slecht voor het haar.
In de meeste gevallen is de natuurlijke olie van het haar op middelbaren leeftijd onvoldoende voor wat het noodig heeft en is het daarom goed in de hoofdhuid een beetje zuivere olijfolie te wrijven of het tweemaal per week te borstelen met een borstel, gedoopt in brillantine. Het haar met soda wasschen maakt het breekbaar, ofschoon het een ‘donzigheid’ teweegbrengt, waarvan velen houden, en het haar er gemakkelijk droog door wordt. Borax heeft hetzelfde effect, zonder nadeelig te werken. Het haar kan in 't geheel niet groeien wanneer de einden gespleten zijn en daarom is een maandelijksch zengen raadzaam. Om dit te doen, moet het haar, verdeeld in strengen ter dikte ongeveer van een pink, stijf gewrongen worden. Houd het benedeneind van de streng in de linkerhand en de gedeeltelijk gesloten rechterhand op de haarwortels en zeng daarna de einden vlug met een brandende kaars. Ik raad niet aan het haar te laten knippen, maar wanneer het gedaan wordt, moeten de einden gebrand worden. Wanneer dit niet gebeurt, ‘bloedt’ het haar letterlijk dood en ontsnapt de levenskracht.
Er is een circulatie-systeem in elke haarhuis, geheel gelijk aan dat van het menschelijk lichaam, maar er is geen enkel gedeelte van het lichaam dat dankbaarder eenige attentie of zorg beantwoordt, dan het haar.
| |
Haar-shampooing.
Het haar moet elke drie à vier weken geshampood worden. Een uitstekende en goedkoope shampoo, voor huiselijk gebruik, is het volgende: Los ongeveer 3/4 K.G. goede, zuivere zeep in ruim één Liter heet water op, voeg erbij een groote theelepel borax-poeder en ruim ½ Liter bay-rum. Wrijf dit goed in de haarwortels, spoel al de zeep met warm water weg, en wrijf nadat het geheel droog is, een heel klein beetje rozenolie in de wortels. Deze behandeling zal het haar een mooien zijden glans geven. Een andere goede haarwassching, die ook met succes nu en dan kan toegepast worden, is als volgt:
Giet ruim één liter kokend water op een stuk vaste Ammonia zoo groot als een hazelnoot, maak er wanneer het water koel genoeg is geworden om de hand er in te steken, door het te slaan, een zeepsop van. Wrijf dit goed in de haarwortels en daarna in het haar zelf. Wasch daarna het zeepsop met koud water weg en geef het haar een douche van koud water. Wanneer het haar droog en levenloos schijnt, na de geregelde wassching, is het een bewijs, dat het een versterkend haarmiddel noodig heeft.
Een recept hiervoor is het volgende:
Meng twee eetlepels vol wonderolie en dezelfde hoeveelheid glycerine in een 120 gram flesch met genoeg alcohol er in om de olie te scheiden. Schud het mengsel tot het geheel vermengd is en wrijf een paar droppels met de vingertoppen in de haarwortels.
Om te voorkomen dat licht of goudgeel haar donker wordt neemt men het volgende:
Klop 2 dooiers van twee heel versche
| |
| |
eieren met 15 gram (een eetlepel vol) tinctuur Quillaìa saponaria en wrijf met een toilethandschoen het mengsel goed in de hoofdhuid. Klop daarna in ruim één Liter heet, zacht water 30 gram van dezelfde tinctuur en een volle eetlepel borax-poeder (los dit eerst op in twee eetlepels vol lauw water) en wasch dan het hoofd en het haar in het vocht. Dit zal een heerlijk schuim op het hoofd geven, wanneer het in aanraking komt met het eierenmengsel, reeds op het hoofd, en moet weggespoeld worden door overvloedig water, eerst warm zacht water en daarna koeler. Droog met heete handdoeken.
Men kan het haar soms beletten vroeg grijs te worden door een wassching van alcohol en sterke donkere thee in gelijke deelen. Voeg hierbij een handvol keukenzout. Dit geeft een eenvoudig en onschuldig middel en zal niet alleen dikwijls het grijs-worden tegengaan, maar het haar ook versterken en zijn groei bevorderen.
Grijs haar kan men zijn mooien zilveren glans doen behouden door het constant te wasschen en te spoelen met zuiver water, waarin een weinig blauwsel is opgelost.
Voor het uitvallen van haar is een uitstekend middel het volgende:
Voeg bij 230 c. M3. alcohol of wijngeest 15 gram glycerine, 15 gram lavendelspiritus en 15 gram tinctuur van Spaansche vlieg en daarna ½ gram kinine-sulfaat en schud dit mengsel goed. Een goed parfum kan, voor de aangename lucht, erbij gedaan worden. Het moet 's morgens en 's avonds goed in de hoofdhuid gewreven worden.
Een ander aanbevelenswaardig haarmiddel voor het uitvallen der haren is:
Neem 15 gram kamfer (fijn poeier) en maak dit nat met twee eetlepels vol jenever. Doe dit in een ½ Liter flesch en vul het met water. Wrijf het, met een sponsje in de haarwortels, tweemaal per week.
Borstel het haar op zijn minst eenmaal per dag, gebruik een borstel met nog al lange, zachte haren. Dit middel zal den groei van het haar bevorderen, en het zacht, zuiver en glanzend houden.
Een krulmiddel voor de haren kan gemaakt worden als volgt:
Neem 60 gram borax, 3 ½ c. M3 Arabische gom, en vermeng het met ruim een Liter kokend water. Roer het tot het opgelost is en voeg er drie eetlepels vol kamferspiritus bij. Maak het haar hiermede vochtig voor gij de frizeerijzers gebruikt en de golf zal er zelfs in het vochtigste weer in blijven.
Of wrijf een weinig geparfumeerde glycerine in het haar, laat het er een paar minuten in en veeg het daarna af met een zacht linnen lapje. Gebruik daarna het friseerijzer.
| |
Het teint.
Reinheid, geregeld wasschen, met vermijding van alle slechte zeepen, gezonde, verfrisschende slaap, veel lichaamsbeweging, een hygiënische leefwijze en vooral voeding hebben meer dan iets ander uit te staan met het bevorderen en houden van een zuiver teint. Eenvoudig, zooveel mogelijk gevarieerd voedsel, uitstekend gekookt, is zoowel goed voor de gezondheid als voor de schoonheid. Eenvoudige gerechten, met smaak gegeten, en in vroolijke stemming verteerd, brengen schittering in het oog en frischheid op de wangen. De meesten van ons eten te veel vleesch en niet genoeg groenten en fruit. Versche sterkers is een speciaal goed bloedzuiveraar; men moet ze eten aan het ontbijt en als het kan aan elken maaltijd daags, met veel zout. Niet alleen geeft sterkers een zuiver teint, maar ook een frissche kleur, daar ze het eigenaardige vermogen heeft ijzer in te zuigen uit het water, waarin ze groeit. Vermijd vettig voedsel, saus, cakes, en zoetigheden, evenals alle scherpgekruide gerechten. Eet niet tusschen de maaltijden. Eet veel fruit (versch en gestoofd), tomaten en groenten, niet gaar rundvleesch en schapenvleesch, witte visch en melkpuddingen. Onthoud U van sterke thee en koffie, maar neem cacao of warme melk en wanneer gij bemerkt dat een bepaald gerecht U niet bekomt, geef het dadelijk op. De maag werkt vlug op de huid terug en neemt zijn wraak door haar een ‘groezelige teint te geven. Een autoriteit op dit gebied schrijft voor, dat het menu van een ‘would-be’ schoonheid een van de eenvoudigste moet zijn: Twee maaltijden per dag zijn de meeste waaraan zij mag deelnemen, en hier nog is de keuze der gerechten beperkt. Geen ontbijt is veroorloofd, maar een glas koud water, een sinaasappel, of een appel, indien gewenscht. De eerste maaltijd op den dag is een samenvoeging van ontbijt en lunch, en wordt genomen in den namiddag. Hij bestaat uit een goede groentensoep, eenige noten (fijngehakte walnoten of kastanjes, gekookt, fijngestampt of
gebraden), zachte kaas, bruin brood en boter, chocolade, en voor drank òf warme melk òf koud water. Het tweede en eenige andere maal wordt genomen ongeveer zeven uur 's avonds en verschilt
| |
| |
weinig van het eerste. Een boonensoep wordt gevolgd door eieren, brood van ongebuild meel en verschillende groenten; salade is veroorloofd en vruchten, die er zijn, met room. Voor de digestie kan een glas Vichywater genomen worden, een half uur daarna. Dit ‘volmaakt schoonheids-dieet’ geeft, zooals beweerd wordt, een vel van fluweelachtige zachtheid en een vlekkelooze teint aan diegenen, welke het zorgvuldig willen toepassen. Alle groenten moeten echter gekookt worden door middel van stoom, alleen opgediend met een beetje olijfolie, terwijl ten geenen tijde gezouten boter genomen mag worden. Overvloed van zuiver koud water wordt aanbevolen, 12 groote glazen daags om te drinken, daar water zeer heilzaam is voor het opbouwen van versleten weefsels. Het is een strenge, eenvoudige leefwijze, tot het uiterste gedreven, die bij de meeste menschen nadeelige gevolgen na zich zou sleepen, maar het wijst U tenminste den rechten weg aan. Spek en alle gezouten vleezen moeten vermeden worden door diegenen welke vatbaar zijn voor huidroos of uitslag, en in elk geval wanneer symptomen daarvan zich voordoen.
| |
Puisten.
De leelijke plekken of puisten die veel voorkomen op het gezicht - vooral bij jonge menschen - is een ziekte van de huidklieren en wanneer zij den vorm aannemen van wat men noemt ‘Mitessers’ (Comedones), ontneemt dit aanmerkelijk veel van de schoonheid der huid. Het is een algemeene gewoonte de ‘Mitessers’ te forceeren door ze met de vingers of met een horlogesleuteltje uit te drukken, doch dit is niet alleen pijnlijk, maar laat ook een roode zwelling na, die soms overgaat in een hard en permanent klompje. Een uitstekend middel om van deze dingen bevrijd te worden is het volgende: een theelepelvol bloem van zwavel, ruim ½ Liter rozenwater, een theelepelvol glycerine. Wanneer de plekken hardnekkig zijn, zal het volgende recept een goede uitwerking hebben: 20 druppen vloeibare ammonia, 3½ c. M3 ether, 13 gram zuivere zeep. Baad de aangedane plaatsen met heet water, wrijf een beetje van dit mengseltje met den duim er in en wasch het af met heet water.
's Avonds moet de huid gewasschen worden in heet water en goed gestoomd en daarna een weinig eau de cologne in de huid gewreven worden.
| |
Het stoomen van het gezicht.
Vele menschen zijn het niet eens over de aanbevelenswaardigheid van het stoomen van het gezicht, maar de behandeling is uitstekend, wanneer die maar goed wordt uitgevoerd. De geschiktste manier is de volgende: Vul een kom met kokend water, bedek de oogen met een doek, houd uw hoofd boven de kom, werp over het hoofd een doek, wiens einden tevens de kom moeten bedekken, zoodat een soort van tent ontstaat, om het ontsnappen van stoom tegen te gaan en te beletten dat die met de lucht in aanraking komt, voordat zij in contact met het gezicht is geweest. Hernieuw het heete water af en toe, en veeg onder het stoomen uw gezicht nu en dan met een zachten doek af. Wasch daarna het gezicht met een goede zeep, en douche het met koud, zacht water. Het heete water opent de poriën van de huid, de zeep reinigt haar en het koude water prikkelt haar tot nieuwe werking. Wanneer dit alles gebeurd is, laat dan nooit na, op dit punt van het proces, met een samentrekkende oplossing of eau de cologne het gezicht in te wrijven, om de poriën, die door het stoomen verslapt zijn geworden, weer te doen samentrekken. Nalatigheid daarvan zal vergroote poriën teweegbrengen en er is niets leelijkers of moeilijker weer kwijt te raken. Bepoeier nu het heele gezicht met een goed poeder (het beste is fijngemalen havermeel) en ga niet in de koude lucht voor tenminste een uur. Deze behandeling van het gezicht eens per week zal de huid veel goed doen en haar zacht en jeugdig houden, maar als er te lang of te dikwijls gestoomd wordt, zal zij spoedig gerimpeld worden. Goed toegepast zal deze bewerking haar echter versterken tegen de zon, den oostenwind of den vorst.
Om het onaangename gevoel, dat ontstaat door het blootstellen van het gezicht aan de zon, voornamelijk aan zee, weg te nemen, is het volgende middel van waarde: 15 gram goede zeep, opgelost in 90 gram oranje-bloesemwater, vermengd met 45 gram iriswortel, opgelost in 120 gram wijngeest. Laat alles staan gedurende een paar dagen, giet het af van het bezinksel en doe een beetje in lauw water om het gezicht mee te baden.
Een lange wandeling in een sterken wind brengt gewoonlijk een eenigszins leelijk voorkomen met zich; een rooden neus, rimpels en een ruw vel. Voordat men uitgaat, is het daarom goed het gezicht met eigengemaakte coldcream (zie later) in te smeren, waarbij men niet den neus en de ooren moet
| |
| |
vergeten. Veeg alle vet, dat er niet ingetrokken is, er af en bepoeier het gezicht lichtelijk met een goed, onschuldig poeder - liefst fijngemalen havermeel.
Het verbranden door de zon kan genezen worden door het toepassen van een weinig waterstofsuperoxyde, verdund met water. Laat het mengen bij een apotheker en laat het niet te sterk maken.
Voor zomersproeten raden sommige aan karnemelk; dit kan in elk geval geen kwaad.
Te dicht bij het vuur zitten, vooral na een frissche wandeling in de koude, is zeer nadeelig voor het teint, maakt het vel ruw en droog en bevordert rimpels. Goed wasschen met karnemelk of zure melk is aan te bevelen.
Wallen onder de oogen is dikwijls een gevolg van een verslapten toestand van de huid. Het beste middel zal het toepassen van een watertje, bestaande uit 130 miligram tannine (looizuur), 30 gram glycerine zijn. Het moet er op gesmeerd worden 's morgens en 's avonds met een fijn penseeltje of een borsteltje van kameelen-haar.
| |
De lippen.
Vele vrouwen hebben de verderfelijke gewoonte op de lippen te bijten, een gewoonte, die, behalve dat ze den vorm geheel bederft, het vleesch dik en grof maakt en een van de voornaamste oorzaken van barsten is. Wanneer gij u kleedt, voordat gij in de open lucht gaat, moeten de lippen lichtelijk ingewreven worden met een weinig zuivere glycerine. Men denke er evenwel aan dat glycerine den haargroei bevordert; daarom is zij niet geschikt voor het geheele gelaat. Zij is echter verreweg te verkiezen boven een gekleurde verfstof, verkocht als ‘lippenpomade’, want die geeft eene geverfde en onnatuurlijke kleur, die in het geheel niet flatteert.
| |
De tanden.
De eerste schrede voor het verkrijgen van mooie tanden is het aanschaffen van een geschikten borstel voor het reinigen ervan. De haren van den borstel moeten kort zijn en dicht in elkaar gezet, met kleine tusschenruimte, niet te hard en ook niet te zacht, daar een harde borstel het tandvleesch kan doen ontsteken, of het émail beschadigt. Na het gebruik moet de borstel niet in een waschbakje weggeborgen worden, maar opgehangen op een frissche plaats, om het verrotten der haren tegen te gaan.
Tweemaal per dag is het minimum keeren dat de tanden geborsteld moeten worden; elken keer nadat men gegeten heeft, is beter. Wanneer men de gewoonte van slechts eenmaal per dag te poetsen heeft, is 's avonds te verkiezen boven 's morgens, daar het van het grootste belang is dat er geen stoffen in de tanden en kiezen blijven, die gedurende den nacht tot bederf overgaan. Bij het tandenborstelen gebruike men lauw water, daar te warm of te koud water neiging heeft het émail te breken. De beweging van den borstel moet zijn op en neer, van het tandvleesch uit, en de haren goed tusschen alle tanden komen; het is uitstekend de tanden eens per week met vochtig gemaakt zout letterlijk te ‘schuren’. Dit is een eenigszins kras middel en moet niet te vaak toegepast worden. Soms doet zich de vraag voor, welke uitwerking het rooken op de tanden heeft. Er is geen reden waarom de tanden van een rooker moeten lijden onder die gewoonte, maar er moet alleen extra attentie aan hun vlekkelooze reinheid besteed worden. Een draadje zijde moet altijd bij de hand zijn om er na het eten mee tusschen de tanden te gaan en een kleine zachte massage van het tandvleesch, eens per dag, zal er toe bijdragen, de ramp van ‘optrekken’ van het tandvleesch te voorkomen.
In de meeste gevallen is de mond geneigd opgepropt met tanden te zijn, en vele doctoren raden dan aan een of twee te laten trekken, wanneer het kind ongeveer tien jaar oud is. Het tandvleesch is dan zacht en de tanden zetten zich wel uit om de ontstane ruimte te vullen. Indien bij het eerste verschijnen van tanden zij ongeregeld geplaatst zijn, kan dit door een bewerking met de handen, verscheidene keeren per dag, gedurende het baby-schap, veel verbeterd worden omdat het tandvleesch dan nog vormbaar is. Wanneer men de aangestoken tanden of kiezen laat vullen, raadpleeg dan altijd een betrouwbaar tandarts over het materiaal van den tand. In vele gevallen is het in het geheel niet raadzaam den tand of de kies te laten vullen met goud, dat een te zachten tand afbrokkelt en daardoor andere aansteekt, terwijl een zilver- of compositievulling misschien afdoende zou zijn. Gezonde tanden hangen grootendeels af van de algemeene gezondheid en het gestel, maar vele menschen ruineeren voortdurend hun tanden, die goed zouden hebben kunnen zijn, door ze verkeerd te gebruiken en door niet elk jaar minstens ééns naar een tandarts te gaan.
(Wordt vervolgd).
|
|