De Hollandsche Lelie. Jaargang 25(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Een Droom. In stilte ligt de zee te droomen, Zacht sluim'rend, in haar wijdsche pracht; De laatste zonnestralen trillen In purp'ren gloed.... straks daalt de nacht. Straks komt de nacht.... o laat mij droomen, Als nu de zee, zoo wonderblij, De mooiste droom van 't aarde-leven, Die aan mijn ziele ging voorbij. O werk'lijkheid, droom mijner droomen, Zoo stralend eens tot mij gekomen, Waarom, waaróm ontvlood gij mij? Waart gij te teer voor 't aarde-leven, O reinste droom, mij hier gegeven, En was uw hééngaan medelij? J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende