De Hollandsche Lelie. Jaargang 25(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Moed. En 't leven moge mij met stormen beuken En trachten neer te slaan mijn jonge levenskracht, 'k Ben sterk, laat niet mij neder drukken En tart het lot, dat mij dit lijden bracht. Nòg ben ik jong, nòg schitteren mijn oogen, Nòg bloost mijn wang en hef ik fier het hoofd, Ik ben mezelf, ik durf het lot bestrijden Mijn sterke jeugd wordt door geen slag verdoofd. Gaan dan de jaren, heb ik overwonnen Sta 'k boven 't leed, dat mij eens buigen wou, Dan heb ik tijd mezelve te beklagen Nù mag ik niet, nu 'k op mijn kracht vertrouw. NORA. Nov. 1910. Al wat 'k kan vergeten als 't dag is en licht Dat keert tot me terug in den nacht, Dan staar ik in 't duister, dan lig ik zoo stil, Dan heb ik tot strijden geen kracht. Dan ben ik vergeten wat plicht is en moed, Dan stormt al het leed op me aan Dan ontwaakt weer 't verlangen en pijnigt en knaagt, Dan moet ik het wel ondergaan. [pagina 629] [p. 629] En val ik dan moe in onrustigen slaap Dan omvangen me wilde droomen Die voeren me ver over bergen en zee tot ik dicht bij jou ben gekomen. Bij jou, mijn liefste in 't verre land, Die ik moet, maar niet kàn vergeten, ik lig in je armen, je kust me zoo teer, Dan zwijgt mijn onrustig geweten. We zijn zoo gelukkig.... de droom is kort Reeds wekt me de nuchtere morgen, Het masker weer voor nu, een lachend gelaat .... De menschen zien niets van mijn zorgen. NORA. Wanneer weer zullen we samen zijn Als eens in die gouden uren Toen om ons 't geluk als een sprookje hing Te min om lang te duren? Wanneer weer zullen we samen zijn En in elkaars armen rusten? Niets ziende dan elkaars gloeiende blik En de lippen die elkaar kusten. Wanneer weer zullen we samen zijn, De wereld om ons vergeten Om op te gaan in die liefderoes Die de menschen ‘zonde’ heeten? Ik weet het niet, jij weet het niet Maar dat die dag zal komen Mijn liefste, dat is een zekerheid Die nooit mij wordt ontnomen. Dan zullen we samen zalig zijn Dan ben ik van jou als geen ander Dan houdt de wereld op te bestaan Dan weten we niets dan elkander. Dan ben ik van jou en jij van mij Dan is er geen leelijke logen, Dan lachen we wat om die maatschappij Die ons zoo heeft bedrogen. Dan zijn al die droeve jaren dood en vergeten, we zijn weer samen! En onze liefde is een dankgebed en onze kussen het Amen. NORA. Vorige Volgende