De Hollandsche Lelie. Jaargang 25(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 557] [p. 557] Van ziel tot ziel. Soms voel ik in mij, diep inwendig, Het still' onuitgesproken woord, Dat men slechts dacht, niet spreken wilde, Maar o zoo duid'lijk in mij trilde, En vol ontroering werd gehoord. Dat is de stem van ziel tot ziele, Die eenmaal ieder hooren zal, Als 't geest'lijk licht zal zegepralen En met zijn mooië, heldre stralen, Verrassend schijnen overal. Het geest'lijk licht móét eens doordringen Al wat hier aardsch en stof'lijk is, En o, bij 't gouden morgengloren, Voelt zich de ziel verjongd, herboren Uit schaduw, kilte en duisternis. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende