De Hollandsche Lelie. Jaargang 25(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Geluk... Geluk!... het tooverwoord voor álle zielen, Die dankend-stil, of juichend nederknielen Voor 't schoone feeën-kind, met zilv'ren lach... Dat meestal droombeeld bleef... terwijl men 't zag. Een blauwe lucht, vol gouden zonneschijn Geeft schoonheid, leven, vreugde, hoog en rein En d'Aarde lacht... maar als straks wolken komen Vuil-grauw en zwart... dan hebben úit de droomen. [pagina 406] [p. 406] Van licht èn warmte èn gloed... een donk're nacht Vervangt nu licht... De bloemen sluiten zacht Haar teere blaadjes droevig in den knop... De zonne alléén heft bloem-gezichtjes óp. - En zoo 't Geluk - het teere, fijne, broze... Dat zachtkens vleit, als wonder-schoone roze Vol geur en kleur... die 't zoekend oog verblindt, Tot doornen wonden een blij-vertrouwend Kind. ANNIE NAUTA. Vorige Volgende