Spoed-correspondentie.
Mej. van H. - Ik dank U zéér voor Uw zoo vriendelijk schrijven. Ik neem het stukje gáárne op. Ook al waart U geen ‘halve abonnée’, dan had ik het toch gáárne gedaan om den sympathieken inhoud.
H.V. - Zooals gij ziet is aan Uw verzoek voldaan. Ik hoop dat gij de drukproef intijds ontvingt.
H.G. - Ik wil zeer gaarne voldoen aan Uw verzoek inzake Marie Corelli, en ook wat den overigen inhoud van Uw brief aangaat, maar, zooals gij uit het bericht bovenaan ziet, heb ik deze week geen gelegenheid de correspondentie-rubriek te plaatsen, door den overvloed van actueele copie.
Marijke-Julie. - Ik zal zoo spoedig mogelijk voldoen aan Uw verlangen naar antwoord op Uw beide brieven, en U mijn beoordeeling over het stukje zeggen. Er is zóóveel correspondentie steeds, dat gij een béétje geduld moet hebben.
Willy. - Hoe heeten de door den uitgever mij toegezonden bijdragen van Uw hand? Alleen indien gij den titel opgeeft, kan ik nazien of ik U reeds heb beantwoord, dan of zij nog bij mij onder de niet nageziene copie berusten.
Mej. P.N. - B. - Het is héél lief van U den armen zwerveling-hond naar Indië te willen laten overkomen voor Uw rekening, maar hij is, goddank, reeds uitstekend bezorgd! Gij zult dat reeds hebben gelezen in mijn Woord van dank (zie Lelie van 1 November). Innig betuig ik U mijn dank voor Uw ware dierenliefde.
Nora. - Hartelijk dank voor de briefkaarten Den brief beantwoord ik nog.
Mevr. de G. - B. - Daar Ego een voorwaarde stelde aan het zijn naam noemen, heb ik het geprefereerd mij niet met die taak te belasten. Wil hij zijn naam bekend maken, dan moet hij het zelf doen; wil hij het niet openlijk doen - wat ik mij, gegeven het onderwerp, wel kan begrijpen - dan wil ik het liever niet doen particulier, namens hem, onder door hem gestelde voorwaarden. Ik vind het onderwerp daarvoor te kiesch. Ziedaar de reden van mijn zwijgen. Op Uw lieve brieven antwoord ik nog natuurlijk.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.