overeenkomt met de stijve bewegingen of 't onelegante, coûte que coûte, vooruit-sjouwen, waarin zoovele hollandsche dames op straat uitmunten, en waartoe - ik geef 't gaarne toe - ons hollandsch klimaat, van regen, wind en storm, helaas alle aanleiding geeft.
En zoo is er zooveel. Ik hoop een volgenden keer op eenige andere Uwer vragen meer speciaal in te gaan, U dan ook meteen eenige adressen aan de hand te doen wellicht, die U kunnen helpen. Laat mij U nu ditmaal, juist bij het begin van het winterseizoen, twee algemeene raden nog geven, waar het namelijk twee dingen geldt, waarin m.i. de hollandsche dames voortdurend zich vergissen ten nadeele van haar toilet. Ten eerste: verander uw japonnen niet tot in het oneindige. 't Kost U méér dan een nieuw stuk gewoonlijk, en 't wordt toch nooit meer chic. Bovendien, gij kunt ook niet verwachten, van hem of haar dien gij met dien verander-arbeid belast, dat hij of zij dit met lust verricht. De winkeliers immers, genoodzaakt de nieuwste modes te leveren en aan te bieden, willen die dan ook gaarne verkoopen. Heusch, tegenwoordig kan men in onze groote steden vrijwel alles wat het buitenland biedt, zij het ook in minder groote keuze natuurlijk dan in Parijs of Londen, krijgen, maar.... 't publiek is niet gemakkelijk bij ons op het punt iets waarlijk moois aanschaffen. Weet ge wat mij onlangs - met recht - een winkelier zeide: ‘Als bij ons in Holland een dame een “duur” stuk aanschaft, dan wordt 't ook een familie-hoed, of familie-japon, of familie-mantel voortaan.’ Waarmede hij wilde uitdrukken, dat de gelukkige bezitster dan zoolang verandert, jaar in jaar uit, aan het ‘dure’ stuk, eerst voor zichzelve, dan, als 't kan, nog voor haar gezin, totdat de prijs er ruimschoots is uitgehaald. (Wel te verstaan, dat méént zij; maar, 't is niet zoo; kijk eens na in Uw boek hoeveel àl die veranderingen, en al die nieuwe lintjes en garneeringen en strikjes enz, die gij er bij moest aanschaffen, U hebben gekost, en vraag U dan eens af of gij niet evengoed daarvoor elk jaar iets nieuws, dat naar de mode was, had kunnen hebben.)
En mijn tweede raad is deze mevrouw, wees niet àl te spaarzaam in het dragen van datgene wat gij aanschaftet. Als gij 't eenmaal hebt, gebruik het dan. Bewaar het toch niet in de kast voor deze gelegenheid voor ‘best’, of voor die extra ‘deftige’ visite. Koop het niet als gij 't niet gebruikt, maar, als g 't hebt, vergeet dan niet, dat de mode een te wisselvallig ding is heden ten dage, om toe te laten het ouderwetsche systeem van ‘bewaren’. Ik ken vele menschen, die altijd ouderwetsch gekleed zijn, niettegenstaande hare kasten vol hangen van nieuwerwetsche aanschafferijen. Maar ze hebben steeds zoo veel ‘af te dragen’ aldoor, dat ze aan het nieuwe pas toekomen als het reeds weer ouderwetsch is geworden. Dan wordt het dientengevolge weer opgefrischt met een ‘verandering’, en dan wordt er en-passant ondertusschen weer wat nieuws bijgekocht, en in de kast opgeborgen voor ‘als ik naar dien jour moet’, of ‘als ik naar dat groote diner ga.’ En verder blijft het dure artikel angstvallig bewaard, totdat het geheel uit de mode is geraakt. Degelijkheid en zuinigheid zijn mooie eigenschappen, maar, als ze onpractisch worden aangewend, dan leiden ze nogtans tot verkwisting, juist op 't gebied toilet.
Maar ik moet mij beperken, ik moet U verwijzen naar een volgenden keer, want aan U alleen mag ik niet te veel plaatsruimte afstaan. Laat me U alleen dit nog zeggen in antwoord op uw zoo bepáálde vraag: één mooie struisveer of pleureuse is m.i. beter geldbelegging dan drie van mindere waarde. En óók, een wezenlijk goede veer houdt zich zóó lang, en kan zoo telkens opnieuw worden gebruikt, èn op winter èn op zomerhoeden, dat hij als garneering veel goedkooper komt in den grond, dan een andere die elk seizoen moet worden vernieuwd. Mij persoonlijk zou 't niets kunnen schelen om telkens dezelfde zwarte pleureuse of veer te dragen, mits van goede qualiteit, in plaats van dezen winter een armelijk fantasietje, en 't komend voorjaar een schraal bloemen-arrangement, en in den zomer dáárop weer 'n goedkoop lintje, etc. Maar dat is een questie die ook alweer samenhangt met 't milieu waarin men verkeert, of men veel uitgaat, veel toiletten heeft, jong is, dan reeds wat ouder, etc. In elk geval moet gij niet een sprekende kleur, als blauw of groen, nemen - al is die ook ‘mode’, - want die verveelt, indien zij telkens op zomer en winterhoed moet terugkeeren, - alleen zwart, grijs, wit (dit kan later geverfd worden) komen in aanmerking indien gij niet telkens wat nieuws kunt of wilt aanschaffen.
Als vertrouwd adres hiervoor durf ik U gerust aanbevelen: firma van Doren, in den Haag, Hoogstraat, in Amsterdam, meen ik, Leidschestraat, en U 's zomers zeker welbe-