De Hollandsche Lelie. Jaargang 25(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Het Korenveld. De boer staat voor zijn korenveld, Met diepe rimpels in 't gelaat. ‘Ik kocht toch, evenals altijd, Het beste, allerbeste zaad, En nu zie 'k niets dan onkruid staan; Wie heeft mij dàt toch aangedaan?’ Daar komt zijn zoontje vroolijk aan, Met korenbloemen, rijk belaân, Die hij in vader's veld vond staan, In massa's tusschen 't gouden graan. O vader, zie, die pracht eens aan, - Dat heeft de lieve God gedaan. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vrij vertaald. Vorige Volgende