| |
| |
Hoofdartikel
Over Huwelijk en Moederschap door een Moeder.
(Vervolg en slot van No. 4.)
‘Ik ben van nature rusteloos en ontevreden. Ik heb een heerlijk huis en een beste man, maar getrouwde lui vervelen elkaar zoo gauw als ze altijd samen zijn. Ik moet afleiding en verandering hebben. Mijn eenig genoegen bestaat in reizen en het zien van nieuwe landschappen, nieuwe gezichten. Ik heb een afschuw van oud-worden en moet eerlijk bekennen, dat de toekomst me afschrikt. Ik kan niet tegen stilte en eentonigheid.’ En toch bezat deze vrouw elke aardsche zegening: gezondheid, schoonheid,
| |
| |
een mooi huis, echtgenoot en kinderen, maar zij miste de vrede en het geluk, dat uit ons binnenste komen moet. ‘Het is mijn temperament, ik kan er niets aan doen,’ hield zij vol. En toch even hardnekkig beweer ik, dat we elke aangeboren eigenschap overwinnen en elke slechte karaktertrek kunnen verbeteren, als we dit maar philosofisch en met al onze macht willen.
Een andere vrouw en moeder biechtte mij, dat haar grootste geluk in de bewondering van mannen lag. ‘Ik houd ervan bewonderd en gefêteerd te worden’ zei ze. ‘Ik ben mijn echtgenoot trouw, maar zijn liefde is een afgezaagde zaak; ik heb een prikkel noodig, en behoefte aan mannen die me vleien. Het is het eenige, wat het leven belangrijk maakt.’ De dame verschilde van vele andere leden harer sexe alleen door meer openhartig te zijn. Zeker, de bewondering van mannen is voor velen een groote prikkel, maar een man bewondert nooit werkelijk, in 't binnenste van zijn hart een vrouw wier gedrag hij zou laken in zijn eigene. Hij mag passie voor haar koesteren, maar hij bewondert haar niet.
Terwijl de wereld steeds voorwaarts tracht te gaan, is het een onbetwistbaar feit, dat deze ontevredenheid der vrouw een ernstig reuzenkwaad is, dat zich steeds uitbreidt. Naar mijn idee is de tegenwoordige toenemende luxe voor een groot deel aansprakelijk voor dezen toestand. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik mannen ‘en masse’, veel redelijker, veel meer hun zegeningen waardeerend en veel verstandiger in hun eischen zijnde wezens vind dan vrouwen. Deze verklaring zal mij de toorn van mijn eigen sexe op den hals halen; ik geef ze echter na duizenden brieven gelezen te hebben en naar biechten van zoowel mannen als vrouwen geluisterd te hebben, betrekking hebbende op hun geheimste wenschen en droomen. Zeer weinig vrouwen geven zich rekenschap van den enorm grooten invloed dien ze op mannen kunnen uitoefenen - behalve op sexueel gebied. Zij bedenken niet, dat vrouwen de atmosfeer van een tehuis vormen, waar de kinderen hun levensidealen moeten vormen. Een rustelooze, ontevreden vrouw heeft reeds menig man buitenshuis zijn genoegen doen zoeken; misschien smeekte zij hem niet te gaan - wendde al haar logica tevergeefs aan, zich niet bewust, dat haar niet uitgesproken ontevredenheid een sterker argument tegen haar dan al haar woorden vóór haar waren. De zonde van een ongelukkig huwelijk en een vreugdeloos tehuis is een van die zonden, welke ‘bezocht worden tot in het derde en vierde geslacht’. De kinderen uit zulke huwelijken gaan de wereld in met een nadeel, dat zelden, of ooit, geheel kan overwonnen worden. De man en vrouw, het meest geschikt een goede echtgenoot te worden, zijn zij, die in een werkelijk tehuis zijn opgevoed, door een moeder, die lief heeft en bemind wordt. De kunst lief te kunnen hebben is gewoonlijk een gevolg van opvoeding en aankweeking; zelden komt het voor, dat het meisje of de jongen in wiens jeugd geen liefde is gevallen, die beroofd is geweest van ouder-, zuster- of broederliefde,
in staat is te geven of te nemen de liefde van een echten minnaar. Voor hen beteekent de ‘grande passion’ slechts een verliefdheid of somtijds nog minder en blijven de grootere schoonheden van liefde, haar onzelfzuchtigheid, haar opofferingen, haar nederigheid, haar teederheid, haar eeuwigdurende belangstelling, verborgen schatten, die ze in de toekomst mogen, maar waarschijnlijk, niet zullen ontdekken.
Niet lang geleden werd een vrouw van een koud, onverschillig temperament, wier huwelijksleven ver van ideaal is, ofschoon haar echtgenoot haar aanbidt en haar huis voorzien is van elke, luxe, ondervraagd over de overtoegevende manier, waarop zij haar kinderen grootbracht. Haar antwoord kwam onmiddelijk, een bewijs, dat het onderwerp haar gedachten veel in beslag nam. ‘Als ik dwaal,’ zei ze, ‘in de opvoeding mijner kinderen - en ik geloof dat de meeste moeders dat doen - dan geef ik de voorkeur er aan te dwalen in te veel toegevendheid en te veel liefde. Het moge hen hypersensitief maken en ellende brengen over hun later leven, als ze bemerken, dat minder liefde hun deel wordt, dan ze meenen dat hun toekomt, maar het is beter te wmten hoe lief te hebben, zelfs al mocht de kans om die kennis in praktijk te brengen, nooit komen, dan niet die kunst te verstaan.’
Zij, die de vrouw's geschiedenis kenden, herinneren zich, dat haar jeugd eene van strenge discipline was, haar ouders koud voor elkaar en hun kinderen waren en de gezellige en geestelijke atmosfeer van hun huis liefdeloos en kil was. Het is niet te verwonderen, dat de natuur, bij het kind in den groei belemmerd, geen gehoor gaf aan de roepstem van de vrouw.
| |
| |
Mevrouw, gij die deze regelen leest, wilt ge zelf eens een kleine innerlijke bespiegeling houden en trachten na te gaan, of gij ook de rij van ontevreden, onhuiselijke vrouwen en moeders die tegenwoordig de wereld overstroomen, met ééne vermeerdert, en zoo ja, wat de oorzaak en wat de uitwerking op U zelf en de anderen is. Dan, als ge een geneesmiddel zoekt, zie rondom U en zie in dat ge de plichten, die het naast voor de hand liggen, op zelfzuchtige wijze verwaarloosd hebt. Een vrouw schrijft me, dat ze er aan denkt, haar echtgenoot en kinderen aan de zorg van vrienden over te laten, om weg te gaan en lezingen te houden voor moeders over de noodzakelijkheid kameraden harer kinderen te zijn. De brief zou humoristisch zijn, ware hij niet tragisch door zijn totaal gebrek aan gezond verstand. Maar ten slotte, een gebrek aan gezond verstand door al deze vrouwelijke onvoldaanheid heen, wanneer we de zaak goed beschouwen. Wat wij noodig hebben, zijn vrouwen, en vooral moeders, met juiste, goed-in-evenwicht gehouden gemoederen, begiftigd met practisch gezond verstand, beheerscht door liefhebbende harten - vrouwen die weten te waardeeren wat ze bezitten, en dankbaarheid, zelfbeheersching en vóór alles een gevoel van plicht jegens haar naasten, er op nahouden en bij haar kinderen trachten aan te kweeken.
Reeds wanneer ze in de blijde verwachting is, moet haar voorbereidingswerk voor den grootste en moeilijkste aller plichten beginnen door 't vermijden van al wat onaangenaam en door 't zoeken van al wat schoon en aangenaam, zoowel voor oog, oor en hart, is.
Dit is dikwijls een moeilijk uit te voeren iets door de weinige medewerking welke zij van den echtgenoot, die weinig van het vaderschap afweet, ondervindt. Als de wereld een paar eeuwen verder is, zullen jongens grootgebracht worden met eenige ideeën omtrent de eischen hun als vader gesteld en hun de belangrijkheid hun ongeboren kinderen voor geestelijke, zedelijke of lichamelijke ellende te behoeden, geleerd worden.
De reden, waarom de Grieken over de geheele wereld beroemd waren voor hun lichamelijke schoonheid was, dat mannen de moeders gedurende haar zwangerschap met de uitgezochtste kunstwerken omgaven en op elke manier haar geest tot de beschouwing van het schoone leidden. Mannen schenen in dat tijdperk een hooger ideaal van het moederschap te hebben dan ze er heden op nahouden, niettegenstaande de vooruitgang der menschheid op ander gebied. Om het vaderschap te voorkomen eerder dan de zorgen, daaraan verbonden, verstandig en met kennis onder oogen te zien, houdt de hedendaagsche mensch zich bezig.
Duizenden jonge mannen willen zich elke luxe ontzeggen, het strengste dieet en de vervelendste training doormaken voor een mogelijk kampioenschap in de een of andere tak van sport, maar hoevelen zal men vinden, die hun lusten en driften willen beteugelen en trachten een hooger fysiek of moreel standpunt te bereiken, om later gezonde zonen en dochters voort te brengen? En hoevele echtgenooten zijn er, die hunne vrouwen beschermen en behoeden voor elke drukte en ergernis gedurende den tijd van haar zwangerschap?
Op dezelfde wijze, waarop een vrouw toonladders en moeilijke oefeningen doormaakt, om een goede musicienne te worden, of zich zelf voor kouvatten in acht neemt, als ze begiftigd is met een schoone zangstem, moet een moeder zich oefenen in zelf-beheersching, zich hoeden voor humeurigheid, en trachten leelijke karaktereigenschappen te overwinnen, wil ze haar roeping met goed succes vervullen. Ik heb een prikkelbare, zenuwachtige moeder, wier kinderen in voortdurenden angst leefden ‘om moeder boos te maken’, hooren pochen dat ze nooit iemand toegestaan had haar te helpen bij de fysieke verzorging van haar kinderen, en dat ze nooit zonder een van hen van huis ging.
Opvoeding in den waren zin des woords sluit in de juiste ontwikkeling van hoofd, hart en lichaam; in andere woorden het is een beschaving van de geestelijke, zedelijke en lichamelijke eigenschappen van het kind.
Eenige raadgevingen voor moeders wil ik hier laten volgen:
Let erop, zoodra het kind begint te praten, dat het zijn moedertaal correct en zuiver spreekt. Op dit gebied kunnen de ouders van 't grootste nut zijn als aanvulling van hetgeen de onderwijzer in die richting doet. Een uitstekende oefening is het kind te laten vertellen, waardoor het zich zal trainen in vloeiend en correct spreken en tevens leeren niet bevreesd te zijn voor den klank van zijn eigen stem.
Onderricht het kind reeds vroegtijdig in de geschiedenis van zijn land. Mets zal zoozeer de liefde voor zijn vaderland in de impressionabele kinderziel opwekken als ver- | |
| |
halen over nationale helden, hun daden en zelf-opoffering. Geschiedenis doet in hen de wensch geboren worden om op hun beurt heroisch te zijn.
Laat de kinderen dagelijks zingen: alle kinderen houden van zingen; het verfrischt den geest na het werken zooals kamergymnastiek de lichamen der kinderen, die langen tijd gezeten hebben, ontspant. De menschelijke stem is het meest volmaakte muzikale instrument en het is de moeite waard om tijd, arbeid en geld voor het goede gebruik ervan te besteden.
Laat de jongens en meisjes huisdieren hebben, waardoor ze zullen leeren van hen te houden en ze ontzien.
Laat de kinderen hun eigen tuin hebben, al is die ook slechts vier bij vijf meter in 't vierkant, waarin ze bloemen en planten kunnen zaaien en pooten. Zelfs de baby van drie jaar zal belangstellen in de zaadjes, die hij gestrooid heeft; waarschijnlijk zullen ze verscheidene keeren omgegraven worden als ze niet vlug genoeg naar den zin van den kleinen tuinman zullen opkomen, maar zaden zijn goedkoop, laat hem meer planten. In de koele zomermorgens doen kinderen niets liever dan werken te midden van hun planten en groenten, hetgeen tegelijkertijd een der gezondste genoegens voor kinderen is.
Moedig meisjes aan voor haar poppen te naaien en zoolang ze maar willen met hen te spelen. Leer hen knippen, passen en poppenkleertjes naaien, dat zal hen handig maken. Het is geen tijdverspilling voor een moeder even haar werk te onderbreken om Dolly een nieuw patroon te knippen; het is verstandiger minder strooken op de jurkjes der meisjes te zetten, dan geen tijd te vinden voor de genoegens der kinderen. De belangstelling der moeder verhoogt hun plezier.
Laat de speelkamer der kinderen binnen 't gehoor der moeder en niet in het eene of andere afgelegen gedeelte van 't huis, op den zolder, gelegen zijn. De kamer zal op sommige tijden wanordelijk zijn, zóó zelfs, dat ze over-nette huisvrouwen, die meer om den goeden indruk, welke haar huis maakt, dan om haar kinderen geven, zal schokken. Leer de kleinen heel vroeg netjes zijn en de manier, hoe hun speelgoed binnen een beperkte ruimte te houden. Laat elk kind daarvoor een afzonderlijke plaats hebben en dwing hem strikt zich binnen zijn grenzen te bepalen. Op die manier leert hij drie dingen: netheid, respect voor individualiteit en de rechten van anderen. We zien dikwijls moeders, zoo bevreesd voor haar meubelen, dat de vrijheid en genoegens der kinderen schijnbaar geheel en al vergeten worden. ‘Doe dat niet!’ ‘Kom daar niet aan!’ schijnt op de muren geschreven te zijn. Ja, we voelen het in de lucht zweven, totdat ‘Wees niet gelukkig!’ duidelijk op de kindergezichtjes te lezen staat. Het is in de zonnige atmosfeer van het huiselijk nestje, dat het kind opgewektheid en liefde moet leeren, zal ze onuitwischbaar in zijn gemoed geschreven zijn.
Moedig alle leerzame spelletjes, waarin zooveel mogelijk de ouders deel moeten nemen, aan; leer zusters en broers in elkaar's spel belang te stellen; het jongensspel zal een meisje niet ruw maken, zelfs dikwijls voor haar fijsiek van groot voordeel zijn, terwijl het jongens niet meisjesachtig maakt, maar de goede kameraadschap tusschen broers en zusters bevordert, en vaak een beschavenden invloed op hen heeft.
Leer kinderen van alle gezonde spijzen te eten; een kind kan erin grootgebracht worden elk goed voedsel te eten evengoed als het kan leeren voedsel goed te eten - wat, tusschen twee haakjes, eveneens de aandacht verdient. Leer kinderen netjes zijn en het nauwe verband, dat er bestaat tusschen netheid en gezondheid en kracht. Leer hen vóór elken maaltijd de handen wasschen en na elken maaltijd de tanden borstelen. Dit wordt te dikwijls verwaarloosd, waarvoor de kinderen op lateren leeftijd vaak duur moeten boeten. Niet genoeg nadruk kan gelegd worden op de rechte houding van het lichaam, zoowel zittende als staande, terwijl tevens eenige aandacht moet gewijd worden aan de houding, waarin kinderen te bed liggen, als ze slapen. Ze moeten beginnen met recht te liggen, plat op den rug of op de rechterzijde. Vele kinderen rollen zich als een bal in elkander als 't ware en om negen of tien uren in zoo'n houding te liggen, is allesbehalve hygienisch. Laat ons nu eens nagaan wat van de moeder op het gebied der ethische opvoeding, die we de ‘hoogere opvoeding’ zouden kunnen noemen, gevergd wordt, en op welken leeftijd haar werk moet beginnen?
Onder de dingen, die geleerd moeten worden, zijn strikte gehoorzaamheid, waarheidsliefde, rechtvaardigheid, ware beleefdheid en onzelfzuchtigheid de voornaamste eigenschappen. Van het succes, waarmee
| |
| |
deze deugden ingang bij het kind vinden, zal zijn toekomstig geluk of ongeluk afhangen. De leeruren zijn van af het oogenblik 's morgens, waarop het zijn oogen opent, tot aan dat, waarop hij ze 's avonds sluit, dag in dag uit, van jaar tot jaar en beginnen wanneer het kind nog heel jong is, veel jonger dan wanneer met de verstandelijke opvoeding een begin wordt gemaakt. De fout die meest alle moeders maken, is dat ze te laat beginnen. Een vriendelijke Voorzienigheid echter beschermt het oog der moeder voor hare eigene dwalingen; ze vermoedt niet, dat de tijd om hem op te voeden reeds begon al vóór den tijd, toen hij begon te kruipen over het karpet en schreeuwde om alles wat zijn mollige vuistjes niet berelken konden. Noch is ze geneigd aan te nemen, dat haar invloed minder werd toen de kleine beentjes sterk genoeg waren om weg te loopen en bal te spelen buitenshuis, waar Johnny nieuwe indrukken kreeg, beinvloed werd door jongens die hij aantrof en de opvoeding van Johnny, het vormen van zijn karakter, het aannemen zijner gewoonten, bijna geheel en al beheerscht werd door dingen buiten zijn huis. Zijn moeder heeft nu zoo goed als afgedaan, maar de hoeveelheid pek, die aan Johnny zal blijven kleven, wanneer hij daar doorheen waadt, en de hoeveelheid goed, die in zijn ziel zal neerdalen, wanneer hij er mee in aanraking komt, zal geregeld worden door de opvoeding uit zijn kruipende jaren, toen zijn moeder in zijn ziel de schets ontwierp van wat de toekomstige man zou zijn. En Johnny zal in de jaren die komen die schets invullen met goed of slecht materiaal, zooals 't uit moge vallen, binnen de lijnen die zijn moeder trok.
Hoe zal een kind gehoorzaamheid leeren? Indien ergens dan moet de moeder zich hier herinneren, wat maar al te dikwijls vergeten schijnt te worden, dat een kind evenmin op één dag of in een paar maanden strikte gehoorzaamheid kan leeren als het in eens Grieksch kan leeren. De gewoonte van gehoorzamen groeit schrede voor schrede, evenals de andere gewoonten, de goede zoowel als de slechte. De meeste kinderen kunnen heel jong door slaan tot gehoorzaamheid gedwongen worden, maar is dit een gehoorzaamheid, waarop een liefhebbende moeder trotsch kan zijn? Beklaag de moeder, die slechts door vrees haar kinderen kan bedwingen, want zoodra ze ouder worden, zullen ze het juk der vrees afschudden en waar blijft dan haar invloed over hen? Indien het kind strikt gehoorzaam is geworden tegen den tijd dat het zes jaar oud is, mag de moeder voelen dat ze een goeden strijd gevoerd en een groote overwinning behaald heeft. Bedreigingen moeten zelden geuit worden, maar als zij gedaan zijn, ten uitvoer gebracht worden. Wil men gehoorzaamheid doorvoeren, dan komen er oogenblikken waarop de moeder, figuurlijk gesproken, wel eens doof, stom en blind moet zijn. De uitwerking zal beter zijn, dan wanneer elke kleine fout gezien, elk ondeugend woord gehoord, en 't kind onophoudelijk berispt wordt.
Hoe kunnen we onze kinderen de waarheid doen spreken? Een kind met groote verbeeldingskracht is meer geneigd tot onwaarheid spreken dan dat zonder fantasie. Om ongevraagd alles te gelooven, wat een kind zegt, is een heel zekere manier om onwaarheid aan te moedigen. Wordt een klacht bij haar ingediend, dan moet een moeder altijd het kind ondervragen, het attent maken op de twee zijden die een zaak heeft, en hem het onwaardige van leugentjes of in 't algemeen iets over te brengen, onder 't oog brengen. Om alles wat een kind zegt niet te gelooven, is even verkeerd als alles wel te gelooven. Kinderen moeten leeren dat de partij welke in een ruzie of oneenigheid de meeste schuld heeft, hij of zij is, die dien twist heeft uitgelokt, het doet er niet toe op welke wijze. Om oprechte kinderen te hebben, moet de moeder zelf strikt eerlijk zijn, slechts beloften maken die ze houdt en ze niet doen om aan 't zeuren harer kinderen een einde te maken, met het plan ze toch niet ten uitvoer te brengen. Ze kan slechts waarheidsliefde aankweeken door een voorbeeld te geven, want het vertrouwen der kinderen eens geschokt, is moeilijk te herwinnen. Wanneer een moeder haar aangename ‘ladylike’ en innemende manieren met haar gekleede japon en hoed voor algemeen gebruik aflegt of ze aantrekt wanneer er bezoekers komen, kan ze dan van haar kinderen eerlijkheid en oprechtheid verwachten? Menige moeder toont haar engelachtige zijde aan vreemden en haar zeer aardsche aan de geliefden thuis. Natuurlijk is het gevolg, zooals we slechts verwachten kunnen: de kinderen bedriegen op alle mogelijke manieren.
Hoe zijn ideeën van rechtvaardigheid aan te kweeken? Rechtvaardigheid mag men wel de tweelingzuster van waarheid noemen, want
| |
| |
wat is rechtvaardigheid anders dan waarheid in gedachten en daden? Hier weer zal de moeder haar kinderen slechts door het voorbeeld en zich zelf bovendien hebben op te voeden. Het is in de uitoefening van haar rechterlijke functies dat de rechtvaardigheid der moeder dikwijls op een zware proef wordt gesteld. In een moeilijk geval kan een advocaat zijn toevlucht tot zijn juridische boeken of tot zijn collega nemen. De moederrechter kan dit niet: ze moet dikwijls een zaak in een minimum van tijd verhooren; ze mag niet op de een of andere wijze door de aanklagers geinfluenceerd worden, maar moet de gegevens van alle kanten overwegen - en is het niet vreemd hoeveel zijden een ruzie soms hebben kan? - Ze moet als rechter, als jury optreden en de beleediger van zijn fout overtuigen: Ten slotte moet de straf vriendelijk, maar flink uitgedeeld worden. Nu is het niet onmogelijk voor een moeder, die 't eene geval na 't andere heeft te beoordeelen, dat ze somtijds een fout begaat. Wat moet ze dan doen? Moet ze niet, als een eenvoudige daad van rechtvaardigheid haar dwaling aan den verongelijkte bekennen? ‘Wat!’ zegt de een, ‘een moeder bekennen dat ze ongelijk heeft gehad? Dat zal haar invloed op haar kinderen verzwakken’. Neen! het zal integendeel haar invloed ten goede over hen vergrooten. Wanneer ze niet tracht haar onrechtvaardigheid te herstellen, zal het niet lang duren, of haar kinderen zullen anderen op dezelfde wijze behandelen.
Onzelfzuchtigheid is nooit verkregen dan door een harden strijd van de zijde der moeder zoowel als van die van het kind. Voor de moeder zal de strijd van dezen aard zijn: ze zal sommige dingen moeten nalaten, omdat zij er toe zullen leiden de zelfzucht bij haar kinderen te vergrooten. B.v. wanneer ze een werkzane vrouw is, en er geen overvloed van hulp op nahoudt, zullen er oogenblikken aanbreken, dat ze liever het werk zelf zou doen dan haar kinderen hun spel zien opgeven om moeder te helpen. Verlangt ze dit echter niet, dan zal het niet lang duren of het heeft haar tot een slaafsche moeder, met luie zonen en dochters, gemaakt. Dikwijls zal een moeder zich gaarne sommige dingen ontzeggen om haar kinderen meer genoegens of iets anderste verschaffen. Hierin moet de grootste voorzichtigheid betracht worden, opdat de zelfzucht harer kinderen niet in de hand worde gewerkt, want allicht zullen zij denken: ‘O, 't is mama maar - die geeft er niet om uit te gaan of dit of dat te hebben; ze zegt er nooit iets van.’ Juist daarom moet ze wèl iets zeggen. Als zij iets voor hun plezier opgeeft, kan ze hen gemakkelijk en vriendelijk doen gevoelen, dat zij zich een opoffering voor hen getroost en als het rechtgeaarde kinderen zijn, zullen ze het genoegen of het voordeel hoog schatten omdat het verkregen is ten koste van hun moeder's zelfverloochening en zij op hun beurt meer bereid zijn zich opofferingen voor haar en anderen te getroosten.
Moeders moeten hun kinderen leeren hartelijk te zijn. Er zijn familie's die min of meer spottend om genegenheid lachen -. ‘Sentimenteele nonsens’ noemen zij het. Zij herinneren iemand aan een douche. In een familie, waar veel hartelijkheid onderling heerscht, zullen we bijna standvastig weinig zelfzuchtigheid aantreffen. De genegenheid behoeft niet altijd een demonstratief karakter te hebben; de moeder moet bij de leiding daarvan discreet te werk gaan. Een kind kan te demonstratief, te impulsief zijn, zoo'n aanleg moet ze als 't ware afkoelen. Een ander te koel, zal nooit eenig gevoel toonen, ofschoon misschien dieper dan dat van het meer demonstratieve kind; hij moet een beetje ontdooid worden.
Eisch van de kinderen dat ze beleefd jegens elkaar en jegens allen zijn. Laat hen met elkaar hun lekkernijen deelen. Sta er op dat ze inschikkelijk voor elkander en elk lid der familie zijn. Leer hen de gevoelens van anderen ontzien en zich te herinneren dat een ladij een ladij en een gentleman een gentleman ten allen tijde is en dat drift geen excuus voor beleedigende taal is. Prent hen in dat onvriendelijke woorden niet door verontschuldigingen ongezegd kunnen worden, ofschoon ze den angel verzachten. Leer hen dat ijdelheid de wortel van sommige leelijke vormen van zelfzucht is en schoonheid van gelaat en figuur niet altijd de zegen die ze behoort te zijn, dat een mooi gezicht een gave Gods is - zooals een mooie stem of of een talent - dat het gewaardeerd moet worden maar niet iets is om ijdel op te zijn en dat elk gelaat ontsierd wordt als de innerlijke schoonheid er niet in weerspiegeld wordt.
Elke zoon en dochter moet van kind tot aan rijperen leeftijd voelen, dat er geen intiemer, beter of sympathieker vriend dan zijn of haar moeder bestaat en dat elke
| |
| |
gedachte, over welk onderwerp ook, aan haar medegedeeld kan worden. De meeste kinderen hebben dit vertrouwen niet. Hoe vaak heb ik niet hooren zeggen en gelezen: ‘Moeder begrijpt het toch niet, het zou haar maar ergeren, als ik haar in deze questie om raad vroeg.’
Het is de plicht der moeder den smaak, de impulsies en neigingen harer kinderen te kennen, de goede aan te moedigen en de slechte uit te roeien, evenals het de taak van den tuinman is planten en bloemen te kennen en ze goed op te kweeken. En van hoeveel meer belang is de toekomst van het menschelijk geslacht dan de toekomst van een tuin, en toch zien we elken dag bekwame tuinlieden en slechts twee of driemaal in ons leven vaders en moeders, die hun eigen kinderen begrijpen en ze verstandig en geduldig bij hun groei leiden. Elken dag treffen we ouders aan, die hun kinderen misverstaan en trachten hun krachten in kanalen te leiden, waarvoor de natuur hen in 't geheel niet geschikt maakte. Gisteren nog sprak een jonge man met mij over zijn wensch in de muziek te worden opgeleid en zijn vader's verzet er tegen. ‘Vader wil dat ik dokter word,’ zei hij, ‘maar ik heb liefde noch aanleg voor dat vak. Als ik het doe, zal het slechts mijn halve belangstelling hebben, want al mijn liefde ligt in een andere richting.’ De jongeling had elke vereischte voor een artist: temperament, gevoel, een knap uiterlijk en hooge idealen. Zijn liefde voor de kunst is diep en echt en hij bereid om met succes voor zijn brood te werken. Van alle verkeerde idees, schijnt me dit, een natuur zooals de zijne tot het medische vak te dwingen, wel een der meest absurde en domme. In bijna elke ander betrekking zou de jonge man tenminste zijn avonden en zondagen nog aan muziek kunnen wijden, een dokter heeft geen tijd, die hij positief zijn eigene kan noemen, en te zwichten voor zijn vader's wenschen, beteekent voor dezen jongen het talent, hem gegeven, geheel en al opgeven, en zijn krachten, met vernietiging van zijn eigen verlangens, te wijden aan iets dat zijn leven een louter mechanisch vervullen van hem opgedrongen plichten zal doen zijn. Welk een schuldige vaderlijke blindheid! Evengoed zou de tuinman een treurroos aan een kelder-traliewerk kunnen binden of trachten
een bloemperk kool te laten voortbrengen, omdat die voordeeliger dan bloemen is.
Een andere jonge man schrijft mij het volgende: ‘Mijn vader heeft een zaak en mij gedwongen tegen mijn zin er in te gaan, ofschoon ik reeds als kind er een hekel aan had. Vele Zaterdagen, als ik thuis wenschte te blijven of met mijn schoolkameraden graag mee naar hun huis wilde gaan, werd ik door mijn vader genoodzaakt, mee naar de zaak te gaan. Mijn ouders waren rijk en zouden me een goede opvoeding hebben kunnen geven, maar namen me van school af toen ik pas mijn veertiende jaar bereikt had om in een zaak te komen, die altijd een hel voor mij geweest is. Ik hield veel van studeeren en zou gaarne naar de academie gegaan zijn, maar niettegenstaande dat, hadden mijn wenschen niet de minste uitwerking op de handelingen mijner ouders. Mijn vader is absoluut geen goede vader. Hij is gewoonlijk slecht gehumeurd en maakt onaangename opmerkingen, die er niet toe leiden ons huiselijk leven gezellig te maken. De menschen zeggen dat het komt, omdat hij zorgen heeft, maar ik kan het niet in dat licht zien.’ De jonge man heeft volkomen gelijk niet in staat te zijn ‘het in dat licht te zien’. Er zijn honderden, ja duizenden huisgezinnen die bedorven worden door het slechte humeur van vader of moeder. Zorgen? - Wie is daar vrij van? en welke verontschuldiging is ‘zorgen’ voor zich zelf niet kunnen beheerschen, een prikkelbaar en onaangenaam humeur, vooral wanneer de uitwerking gericht is jegens diegenen die ons na staan.
De liefste vrouw, die ik ooit gekend heb, was iemand, wier leven het zwaarst bezocht en door teleurstelling verduisterd was. Christus, de Groote Raadgever, had een leven vol ‘zorgen’:
It is easy enough to be pleasant
When life flows bij like a song,
But the man worth while is one who will smile
When everything goes dead wrong.
Zonder twijfel citeert de vader van den jongen man het Gebod: ‘Eert Uw vader en Uw moeder,’ maar doet geen poging om zelf een goed vader te zijn.
Ik zou dergelijke gevallen, die onder mijn oog kwamen, met tientallen en meer kunnen verdubbelen; de moeder even dikwijls als de vader is de dwang-uitoefenende of de onaangename partij. ‘Marie wenscht de dame uit te hangen,’ was een moeder's sarcastische opmerking naar aanleiding harer dochter, die piano wilde leeren spelen. ‘Ze doet er veel
| |
| |
beter aan koken te leeren’. Natuurlijk kan niet elke gril of luim van het kind boven het verstandige, verder ziende oordeel der ouders gesteld worden. Het meisje van veertien, dat op 't tooneel wil, de jongen die meent dat hij voor een tweede ‘Buffalo Bill’ geknipt is, moet die gril afgepraat en gedesillusioneerd worden, zoo gauw als het maar kan. Hier blijkt het juist, in de geschiktheid der ouders om te kunnen onderscheiden tusschen een ernstig voornemen, gepaard aan talent of bekwaamheid, en een dwaze manie als gevolg van een opgewonden verbeeldingskracht, of de ouders werkelijk goede ouders zijn. Een rustelooze en luie jongen werd in een verstandig en ordelijk man herschapen door hem toe te staan zijn passie voor het zeeleven in een drie jaar langen kruistocht als gewoon matroos te bevredigen. Hij was fysiek geschikt voor het harde leven, en zijn verlangen naar avonturen geen gril of 't gevolg van lezen van goedkoope romans. In dat geval moeten verstandige ouders de belangstelling hunner kinderen in een andere richting leiden, na een nauwkeurige analyse van den smaak en de geschiktheid van het kind gemaakt te hebben - een analyse, die ik alweer als een noodzakelijk gedeelte der ouderlijke plichten beschouw.
Het zal niet moeilijk zijn een kind te leeren begrijpen als er maar nauwe sympathie en vriendschap van af de geboorte tusschen ouders en kinderen bestaan heeft. ‘Goede ouders’ zijn zij, die zulk een band van den eersten dag af vormden; al moge men kinderen ook met alle mogelijke zorgen en liefde omringen, waar die band ontbreekt, kan men ouders geen lof toezwaaien. Aanbiddende ouders, verkwistende ouders, toegevende ouders en slaafsche ouders ziet men in overvloed, maar zij zijn verre van mijn ideaal van ‘goede ouders’. De eerzuchtige moeder, die kwaad spreekt van een andere vrouw's zonen of dochters, opdat zij geen mededingers van haar eigene zullen worden, de goedgeefsche vader, die wenscht dat zijn zoon aan de academie door zijn luxieus leven de anderen de loef zal afsteken, mogen ‘au fond’ goedhartige menschen zijn, maar ze zijn geen goede ouders. Er zijn meer zoons tot zelfzucht gebracht door te groote toegevendheid van hun mama's dan men ooit zou gelooven. Het moge ver-gezocht klinken, maar een stuk chocola, een wollen hondje of een stuk speelgoed meer of minder toegestaan aan den jongen prins des huizes, zal ernstig invloed hebben op het geluk van 't een of andere niets-kwaads-vermoedende jonge meisje, maar is niettemin waar. Mannen, zelfs de goede, die in groote dingen zich opofferingen willen getroosten, die vrouwen dikwijls niet zouden kunnen doen, zijn spreekwoordelijk zelfzuchtig in al de kleine dingen, die te zamen het leven van elken dag uitmaken en dikwijls bederven. En toch mannen zien niet in, dat ze zelfzuchtig zijn, omdat het een deel van hen geworden is, begonnen in de dagen toen hun moeders, niet zij, verantwoordelijk waren voor hun ethische eigenschappen. De ware moeder beschouwt haar kinderen niet alleen als de trots ende gezelligheid van haar huis, maar als het toekomstige hoofd van een huisgezin en een steunpilaar der maatschappij, en zij bereidt hen naar haar beste vermogen voor om deze
belangrijke posten goed te vervullen.
Zoodra het kind den leeftijd, waarop de natuurlijke nieuwsgierigheid naar den oorsprong van ons fysieke bestaan in hem ontwaakt is, bereikt heeft, moeten vader en moeder diegenen zijn, tot wien het zich om inlichtingen wendt. Ik heb slechts een paar voorbeelden gekend van ouders, die deze inlichtingen verstandig en eerlijk gaven. Tallooze jongelui verkrijgen die door schooljongens of door het zorgeloos en ondelicate gepraat van ouderen, alle gevaarlijke en onverstandige bronnen, want de oplossing van zulke ernstige en noodzakelijke onderwerpen moet niet aan het toeval worden overgelaten. Een moeder moet genoeg gezond verstand bezitten om in te zien dat geen kind met normale geestvermogens, opgroeit zonder nieuwsgierigheid naar de geheimen van 't leven. Ik ken moeders die haar kinderen op dat gebied in vertrouwen namen met het resultaat van een meerdere mate van zedigheid, voorzichtigheid en kieschheid bij hen, vergeleken bij die van kinderen, welke op andere wijze waren ingelicht.
Ik ontving onlangs een brief van een jongen van zestien jaar, die mij schreef, dat hij zijn ouders sommige vragen, die zijn geest onophoudelijk vervulden, niet durfde te stellen. ‘Ze zouden niet begrijpen, waarom ik aan die dingen denk,’ zei hij, ‘maar ik geloof, dat U het wel kunt.’ De brief was openhartig en oprecht en bewees dat hij idealen er op nahield. Hoe jammer, dat zoo'n jongen voelde zich beter tot een vreemde dan tot zijn ouders - de scheppers van zijn leven - voor de oplossing der belangrijke
| |
| |
levenswaarheden, te kunnen wenden. De fout, ook hierin door vele moeders gemaakt, is, dat ze te laat beginnen. Wanneer hun aangebeden telg verscheidene avonden tot tien of elf uur uitgebleven is en het bezorgde: ‘Waar ben je geweest?’ met een onbepaald: ‘Uit!’ beantwoord is, komt pas een gevoel van verantwoordelijkheid bij haar op en begint de liefhebbende moeder na te denken. Deze overdenkingen eindigen gewoonlijk in het plan om eens met Johnny te spreken. Maar de moederlijke bedoeling slaat de plank mis. Zij komt te laat. Johnny heeft reeds opinies gevormd over ‘de dingen die hij weten moet’ en nog een paar andere meer.
Goede ouders laten hun meisjes of jongens hun genoegens of hun eigen vrienden niet kiezen. Een goede moeder maakt van die genoegens een studie met denzelfden ijver als waarmee ze in hun kinderjaren het beste voedsel voor hen koos. Aan dit laatste besteden de meeste moeders vele gedachten, maar even critieke dingen, het aanknoopen van relaties of het ontwaken der zedigheid, worden gewoonlijk, bijna altijd over 't hoofd gezien of als iets beschouwd waarin ze de kinderen volkomen vrij laten. Het is zelfs in 't geheel niet ongewoon een vader aan te treffen, zoo vermoeid van zijn taak om geld te verdienen en zijn kinderen fortuin na te laten, dat, al wat hij vraagt een rustig tehuis is, maar wien het feit, waar zijn zoons of dochters hun genoegen zoeken, onverschillig laat.
Een goede moeder werpt haar dochter niet in de armen van den eersten den besten gefortuneerden sollicitant naar haar hand, noch streeft er naar om een huwelijk te verhinderen met een waardigen minnaar uit zoogenaamde ‘moederliefde’. ‘Ik houd zooveel van mijn dochter’ hoorde ik eens een domme moeder zeggen, ‘dat ik den man niet zou kunnen uitstaan, die haar van mij nam,’ en die beleedigd was, toen ik haar ten antwoord gaf: ‘Dat is geen moederliefde- dat is eigenliefde. U vergeet uw dochter's toekomstig geluk en denkt alleen aan het uwe en bovendien, dat door uw eigen moeder te verlaten en zelf vrouw te worden, U uw dochter kreeg. Waarom zou U een voorrecht moeten hebben, dat U niet aan uw dochter wilt toestaan?’
Om alles in een paar regels samen te vatten, mijn idee van een goede moeder is: iemand, die het kind wenscht geboren te worden; iemand, die voordurend bezig is een karakter te vormen, waardig voor haar kind om na te volgen; iemand, die nooit haar verplichting vergeet om haar kind te bestudeeren met het oogmerk zijn smaken en neigingen te leeren kennen; iemand, die niemand toestaat een intiemer vriend voor haar kind te zijn dan zijzelf en tot wie het zich intuitief om raad en inlichtingen op elk gebied wendt; iemand, die liefde en respect, in plaats van vrees, inboezemt; iemand, die de genoegens en kennissen van haar kind zoekt, daarbij geleid door zijn temperament en zijne neigingen; iemand, die elke poging in 't werk stelt om haar huis tot de aantrekkelijkste, rustigste en prettigste plaats te maken die het kind zich kan voorstellen, waar liefde, sympathie en geduld hun zetel hebben opgeslagen.
Niet voordat zulke ouders goede ouders genoemd worden, kunnen we van het menschelijk geslacht veel vooruitgang verwachten. De wereld heeft reeds te lang de theorie gehuldigd, dat het ouderschap veredelt en dat kinderen hun vader en moeder moeten liefhebben, eeren en respecteeren, hoe on waardig zij ook mogen zijn. Het wordt tijd dat een hooger ideaal voor ouders gesteld wordt, dat zij moeten trachten te verwezenlijken.
Vertaald door LOUIS.
|
|