men terstond antwoord ontvangt, b.v. door onmiddelijke weigering, terwijl een brief met een dik manuscript zoo heel licht weken lang ongelezen liggen blijft. In alle zaken-questies vind ik persoonlijk onderhoud het verkieslijkst. Echter, nóódig is het geenszins. Gij doet misschien verstandiger vooraf te vragen, of gij het manuscript moogt zenden, want anders staat gij aan de mogelijkheid bloot van niet-terugzending. Voor ongevraagd aangeboden copie is de ontvanger niet verantwoordelijk. Ook bestaat de mogelijkheid dat de een of andere uitgever reeds geheel voorzien is, en U dus direct weigert; vooruit vragen zou dan noodelooze onkosten van heen en weer zenden besparen. Dit geldt voor redacties en voor uitgevers beide.
Het hoofd-artikel wacht ik af te zijner tijd. - Ik ben het geheel met U eens, dat samenwonen met een vriendin alleen dan is aan te raden, wanneer men in alles samen bij elkaar past, óók in dagelijksche kleine dingen van het gewone leven, zoo niet dan is het behouden van eigen vrijheid veel beter. - Bovendien, gij hebt het niet eenzaam, daar gij Uw jongen hebt, die met elken dag meer wordt een vriendje meteen voor U, en reeds is een gezelligheid natuurlijk. Zooals gij terecht zegt, het voorrecht dat ik vond in het nu reeds tienjarig samenwonen met mijn vriendin is een niet alledaagse geval, en is een dat ik nooit genoeg kan waardeeren.
Ik vind het heel verstandig dat gij Uw manuscript aangeteekend zondt, want dat is altijd veiliger, en het geeft mij niets geen extra moeite de stukken te moeten laten afhalen. Dat doet onze Marie gaarne, en het Schev. postkantoor is in onze nabijheid. Ik zond het U óók aangeteekend terug. Daarvoor was Uw port voldoende. Dank hartelijk voor Uw goede wenschen aangaande Bad-Nauheim.
Ik zal trachten eraan te denken dat Uw stukje, reeds afgedrukt, wordt onderteekend óók met den plaatsnaam. Vergeet ik het, vergeef het mij dan; want, zoolang ik afwezig ben krijg ik de láátste correctie-proef van de Lelie, vóór zij wordt afgedrukt, niet in handen. Dáárin kan ik zulke wijzigingen op het laatste oogenblik nog steeds aanbrengen namelijk.
J. van E. - v.d. L. - Gaarne wil ik U met raad van dienst zijn. Ik kan mijn bereidwilligheid dienaangaande niet genoeg herhalen. Ik vrees, naar Uw mededeelingen te oordeelen, dat gij zijt beetgenomen, want dat blijkt, vind ik, uit het uitblijven der U nog verschuldigde som. Hebt gij daaromtrent, omtrent de door U gedane uitgaven in het belang Uwer pensionaires, geen schriftelijk contract gemaakt ten opzichte van de daarvoor door hen bij U te verblijven tijd? Zoo niet, dan zult gij vrees ik niets krijgen. Zoo ja, ga dan met dat contract (of ook zoo het slechts particuliere brieven mochten zijn, maar die vaste afspraken behelzen) naar een vertrouwd advocaat, en vraag hem of er in rechten iets aan te doen is. Verder komt het er zéér op aan, of de betreffende vader is een gouvernementsambtenaar, want, is dit laatste het geval, dan kunt gij, indien gij kunt bewijzen, dat hij U iets schuldig is, beslag laten leggen op zijn tractement bij Kolonieën. Dit geschiedt gedurig met O.I. ambtenaren, wanneer zij vertrekken zonder hunne schulden te hebben afgedaan, soms meer uit slordigheid dan uit kwade trouw. Is hij echter een particulier, dan vervalt deze hulpmaatregel. - Ik vrees dat ik U niet gemakkelijk nieuwe pensionaires kan bezorgen, want gij zult het met mij eens zijn, dat ik geen adres mag recommandeeren, dat ik niet zelve ken. Dat zou tegen mijn eerlijkheids-principe zijn. Maar, indien gij een ingez: stukje, niet te lang, in de Lelie wilt plaatsen om Uw adres, enz., op te geven, dan neem ik het, éénmaal natuurlijk, kosteloos op. De betrekking van Uw man geeft vertrouwen wat betreft de positie Uwer familie, dus zou ik die betrekking noemen, en, waar gij schrijft dat hij zoovele actes heeft, zou ik dat óók stellig vermelden. Vooral echter die heeren die, als familieleden der voormalige pensionaires, bereid zijn zulke goede
inlichtingen te geven, zou ik aanhalen. Willen zij niet openlijk hun naam bekend maken, dan kunt gij verklaren, dat gij goede aanbevelingen kunt overleggen van voormalige pensionaires, per brief. Kunnen echter die heeren niets doen aan de finantieele zijde dier zaak, en U Uw goed recht doen toekomen? Natuurlijk is er geen questie van ‘kwalijk-nemen’ dat gij U tot mij wendt Ik vind het altijd prettig iemand van dienst te zijn. Indien gij een stukje voor de Lelie zenden wilt, zendt het dan aan mijn adres direct hier, want dan krijg ik het vlugger dan door bemiddeling van den uitgever, zoodat het dan misschien daardoor een week vroeger erin komt, dan langs dien laatsten weg.
Robinette. - Neen, je bent niet te lang van stof, maar schreeft integendeel zoo gezellig-opgewekt als het maar zelden 't geval is tegenwoordig, waar het jonge meisjes geldt. En daarom doen zulke brieven als die van U mij heel veel plezier! Indien men er, zooals gij, 's winters eens gezellig uitgaan kan, naar een of andere groote stad, dan is het buitenleven best uit te houden, dat vind ik ook, met U. Uw woonplaats-zelf ken ik niet overigens. Maar Berlijn des te beter. Voor een lang sejour vind ik Berlijn prettiger dan Parijs, terwijl ik Parijs prefereer als het geldt zich eens een kort poosje zoo recht te ontspannen. Berlijn is veel zindelijker dan Parijs. De Berlijnsche dames kleeden zich slecht en opzichtig, zooals vele duitsche dames trouwens, vindt gij dat niet met mij? Die pleureures zijn magnifique op groote hoeden, dat vind ik ook. Echter, het komt er op aan het geheele toilet daarnaar in te richten. Die kunst verstaan de duitsche dames slecht. Zij zetten zoo'n modieusen hoed op bij een slecht zittende blouse en rok, of bij een ouderwetschen mantel, en missen allen zin voor kleuren-harmonie en voor het samenpassen van de details van een toilet. De jupe-culotte heeft zijn tijd gehad gelukkig! - Ik vind rennen een schandelijke dierenkwelling. En ik heb met de arme jockey's altijd zoo innig medelijden. Ik ga er nooit heen. De kalmte van het publiek, bij zulke ongelukken als gij beschrijft, bewijst weer hoe wrééd de mensch is van natuur. Uw persoonsbeschrijving vind ik amusant. Ik kan mij U nu heel goed voorstellen. Hartelijk gegroet, Robinette.
Nóra II. - Dank hartelijk voor Uw kaart en goede wenschen. Aan Uw verlangen voldeed ik.