De Hollandsche Lelie. Jaargang 24
(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdErgerlijk.Naar men aan ‘H.D.’ uit Haarlemmermeer mededeelt, beging een bezoeker van den brand bij G. Enthoven, aldaar, de ergerlijke daad, een kat, die aan de vuurzee was ontkomen, te grijpen en midden in het vuur te werpen, waardoor het beest verbrandde. Pogingen worden nu door anderen in het werk gesteld, deze laaghartige daad gestraft te krijgen. Mijn vraag is, waar blijft de rechtvaardigheid in dezen wanneer ‘misdrijven’, als b.v. het op een ongeoorloofd uur een kleedje uitkloppen, of het stilstaan met een venters-kar in plaats van dóór te loopen, etc., etc., wel worden gestraft (om niet te spreken van de strenge straf, die honden-bezitters treft, wanneer zij in den muilkorventijd een hond ongemuilkorfd laten rondloopen), terwijl, waar het een dergelijk godgeklaagd gruwelmisdrijf als het hierboven meegedeelde geldt, ‘pogingen moeten worden aangewend’ om het gestraft te krijgen? Bestaat dan dáárop geen straf, daartegen geen politie-verordening? En ook, is de politie nooit tegenwoordig waar het zulke schurkenstreken geldt? Schittert zij dan steeds door afwezigheid? - Op Paaschdag trok voorbij mijn woning hier op Scheveningen het vreedzaam muziek-corps van het Leger des Heils. Bij die geheel onschuldige vertooning waren ik weet niet hoeveel agenten tegenwoordig, per fiets en te voet. Is er echter een oploop van dronken menschen, of verdrinken (wat ik hier herhaaldelijk heb bijgewoond) orthodoxe Scheveningers weerlooze katten en honden, bij wijze van sabbath-uitspanning, dan zoek je vergeefs heinde en ver naar de politie. Wat mij betreft, ik weet zeker, had ik het mispunt, dat het hierboven meegedeelde misdrijf aan dien armen kat beging, tusschen mijn vingers kunnen krijgen, ik had hem met wàaren wellust op zijn beurt in het vuur gegooid. Hoe harder hij zou hebben geschreeuwd, hoe meer ik genoten zou hebben. En, ik ben overtuigd dat God-zelf dat mij niets kwalijk zou hebben genomen. Integendeel. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|