In de tweede Kamer zitten de kamerleden al dagen lang te praten over de arbeidswet, over het al of niet werken van de gehuwde vrouw in fabrieken en op Zondag in bloemenbinderijen enz.; 't is alles voor de vrouw en nòg eens voor de vrouw!
Wat een belangstelling voor dat nietige, minderwaardige wezentje, zooals dr. Weininger het liet uitkomen, dat wezen, dat slechts op het wereldtooneel is geplaatst geworden ter aanvulling van den man en wier herinneringen slechts betreffen de ‘hofmakerij’ en geslachtsdrift??
't Is jammer, dat Dr. W. dood is, hij zou anders nog wel getuige kunnen zijn, van het zich verheffen van de vrouw op sociaal gebied. Onze grootouders zouden uit hun graven opstaan, als ze zagen, hoe de wereld er nu uitziet, hoe de getrouwde vrouwen even goed werken als de mannen en hoè ze hun huishouden à l'abandon laten! Hoe zouden ze schrikken als ze zagen, dat de komst van een wereldburgertje, als iets doodgewoons wordt beschouwd en men zich niet stoort aan uiterlijke kenteekenen en maar blijft dóorwerken op kantoren te midden van jongelui, tot op het oogenblik, dat ze weg moèten als ze ten minste niet alle schaamtegevoel hebben verloren... (Het wordt zaak om tegenwoordig een accoucheuse bij de hand te hebben op kantoren en fabrieken) wat zouden diezelfde oude menschen zeggen, als ze konden lezen, dat nù op 't program staat algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen boven 21 jaar!
‘Verdwijnt, gij, oude ‘vormen en gedachten!’ staat er boven aan een der brochures en verder op: ‘Ontwaakt, gij, vrouwen, ontwaakt!’ Er wordt alle mogelijke moeite gedaan, dat de vrouw gelijk komt te staan met den man, zelfs in de kleeding, want de jupe-culotte zal er toe meéwerken.
Overal kolommen, ansichten over de jupe-culotte; de een roemt ze, de ander vindt ze monsterlijk, maar ik vraag u, is het geen typisch teeken van den tijd?
Te Parijs doen daarover allerlei anecdotes de ronde, natuurlijk komen ze dáár 't eerst, want dat Fransche volkje is altijd even vif en geestig. Een heer wil uitgaan, maar merkt, dat zijn vrouw, die uit wandelen is, zijn pantalon aangetrokken heeft en hij kan niet in de hare, apothéose! Er is een nieuw werkwoord gekomen, dat heet: se jupe-culotter.
Van de vrouw als moeder hoort men niet veel; in sommige plaatsen wordt de bevolking steeds minder. De vrijgezellen, uit welke plaats herinner ik mij niet meer, van boven de 35 jaar, moeten een extra-belasting betalen; menschen, die kinderen verwekken, twee jaar na hun huwelijk, krijgen een som gelds en voor tweelingen het dubbele enz. Alles om de bevolking in stand te houden!
Hoe kan 't ook anders, de vrouwen hebben 't veel te druk voor zich zelf, hoe kunnen ze zich nog met het moederschap inlaten?
Het moederschap, de bestemming van de vrouw, is naar de maan....
De sociaal-democraten willen nu voor de gehuwde arbeidersvrouw hebben een moederschapsverzekering, zooals reeds lang in Duitschland is. Zóó zal het geslacht niet uitsterven (wat echter bij het volk 't minst te vreezen is) en tòch dubbel loon verdiend worden, maar of het gezond is, dat is een tweede vraag. Dan moeten de kinderen later door vreemden worden opgevoed, als moeder in de fabriek werkt, is dat dan ook geen keerzijde van de medaille? Enfin, allerlei zaken over - en van - en betreffende de vrouw, zijn in den tegenwoordigen tijd aanhangig, wat zal daaruit voortkomen?
't Is zulk een onrustige tijd, zoo'n zenuwachtig gedoe, álles voor 't slijk der aarde.... Voor de arbeidersvrouw, om 't materialistisch beter te hebben, voor de vrouw uit de bezittende klasse, om onafhankelijk te zijn, om niet te behoeven te wachten op een man, ook dikwijls, gaat zij werken uit verdriet, uit onbevredigd zijn, uit desillusies, die over haar gekomen zijn en dat werken gaf afleiding aan haar arme ziel!
De vrouwenziel is dikwijls een raadsel, wie kan 't peilen? Als men leest ‘de Schuldelooze’ van Gabriele d'Annunzio, waarin een vrouw, die toestemt, om met haar man, van wien ze innig veel houdt, als broer en zuster te leven (de vraag ging van den man uit) en die zich later laat verleiden door iemand, dien ze totaal niet lief-heeft en daardoor een kindje verwekt, kijk, dan denk ik bij me zelf: ‘hoe is zóó iets nu mogelijk?’ Nu zou men nog kunnen zeggen: ‘'t is passie, 't heeft met liefde niets te maken gehad dat geval’, maar dat kan, dunkt me hier niet, want, was die vrouw gepassionneerd, dan had ze niet in de vraag van haar man toegestemd. Juist, omdat ze een totaal kalme natuur had en heel veel van haar man hield, kon ze zeer goed met hem leven zonder sexueele gemeenschap. Daarom vind ik dat vrouwenkarakter onnatuurlijk.