De Hollandsche Lelie. Jaargang 24(1910-1911)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 483] [p. 483] Op de heide door Jeanne van Lakerveld Bisdom. Ik dwaalde rond op uitgestrekte heide En staarde op naar wond're sterrenpracht, 't Was mij of ik een groot geluk verbeidde, Dat komen zou in droom van zomernacht. Ik zag de elfen reiën in zilv'ren maneglans, Haar sierlijk-fijn bewegen in luchtig teêren dans. Ik was alleen op uitgestrekte heide En staarde stil dat spel vol gratie aan, 't Was mij of een' onzicht'bre macht mij leidde, Gevangen hield in boei van gouden waan. Ik zag het weeldedronken, van wezens ijl en teer, Het schoone liefdeleven in klare atmosfeer. Ik knielde neer op uitgestrekte heide, En staarde op naar wond're sterrenpracht, 't Was mij of ik een groot geluk verbeidde, Dat komen zou in droom van zomernacht. Toen daalde in mijn' ziele een' vreugdevolle rust En werd, in klaarheid-blank, mij 's levens mooi bewust. Vorige Volgende