toch wel iedereen was, en ieder mensch, die eenig gevoel voor anderen in zijn hart heeft, en dus aanspraak maakt op den eeretitel ‘mensch’, die arme, ongelukkige dieren beschermen zal tegen mishandeling of ellende?
Dit is juist het betreurenswaardige in de meeste menschen van dezen tijd.
‘Zij zijn vóór dierenbescherming, maar het mag niets kosten!’
Ik gebruik en cursiveer hier dezelfde woorden van de Redactrice, omdat hun scherpe waarheid mij getroffen hebben!
Leest eens, wat eenige dagen geleden in ‘De Telegraaf’ onder ingezonden stukken stond, onderteekend door de bestuurders van het ‘Asyl’, bewaarplaats van noodlijdende dieren:
‘In de laatste dagen hebben zich de volgende gevallen voorgedaan, dìe ons nopen, U voor 't volgende plaatsing te verzoeken.
Ten eerste. Werd getelephoneerd aan ons Asyl, dat zich op den openbaren weg een zieke hond bevond, met verzoek, dien te willen weghalen. Aangezien die plaats slechts 2 minuten verwijderd was van een onzer stations, verzocht onze opzichteres, het dier daarheen te brengen, dan zou voor het afhalen door ons worden gezorgd! Hierop werd een weigerend antwoord gegeven! Men had daar geen tijd voor!
Ten tweede. Werd evenzoo getelephoneerd omtrent een zieke hond, die zich op ongeveer 5 minuten afstands van een onzer stations bevond. Na 't zelfde advies van de opzichteres kwam een gelijkluidend antwoord.’ -
Zóó zijn de menschen, die aan dierenbescherming ‘doen.’ Mijnheer, of mevrouw, of jongejuffrouw, had natuurlijk (!), geen tijd, om de hond op te nemen en hem even weg te brengen: mijnheer moest nog plaatsen bespreken voor de comedie vanavond, anders kwam hij zeker te laat!....
Of mevrouw moest bepaald nog een visite maken!....
‘Verbeeld U, lezers en lezeressen, wat zegt U van dien onbeschaafden kerel; ik zag daar een zieke hond op straat liggen en denk bij mezelve, omdat ik altijd veel medelijden heb met die dieren - ik ben ook vóór dierenbescherming - ik zal 't Asyl even opbellen, dat ze die arme hond halen! En wat denkt U, dat die man mij antwoordt: of ik even die hond wil brèngen!.... In plaats dat hij dankbaar is en 't in mij waardeert, dat ik hem wijs, waar hij helpen kan...!
Of: ‘Wat zegt U daarvan: ‘Hij wil, dat ik hem zal opnemen en weg zal brengen! Ajakkes, zoo'n vieze hond beet pakken, je zoudt zoo gauw een ziekte op den hals kunnen halen!’
Zòò zullen die mijnheer of mevrouw - of wie het mogen zijn - hun verontwaardiging geuit hebben, toen hun die kleine daad gevraagd werd! Zij vonden 't van zich zelf al heel mooi en afdoende, 't Asyl getelephoneerd te hebben! Maar zelf 't arme dier wegbrengen, o, jeé, neen,... daar hadden ze geen tijd voor!!
Maar leest U verder, wat er geschreven stond:
‘Het is daarom, dat wij hierdoor een beroep doen op alle dierenvrienden en - vriendinnen, om, wanneer zij zien, dat zich een noodlijdend dier op den openbaren weg bevindt, dit te brengen naar een onzer stations! Kan men zelf het dier niet transporteeren, dan is voor een kleine geldelijke opoffering steeds wel iemand bereid, daarvoor te zorgen’. -
‘Natuurlijk! De menschen getroosten zich gaarne een opoffering voor iets goeds!’
O, gij domme heeren bestuurders, begrijpt U dan niet, dat U aangesteld zijt en het Uw beroep en daarom alleen Uw plicht is, om voor die dieren te zorgen? Weet U dan niet, dat de menschen in dezen tijd zóó druk bezet zijn in hun zaken, en zóó liefdeloos en wreed en slecht zijn, dat ze heusch geen tijd over hebben om die arme dieren te transporteeren naar een Uwer stations?
Begrijpt U niet, dat U te véél van ons vergt, véél te veel, om die ongelukkige beesten - o, ik heb zoo'n medelijden met hen.... en ik ben vóór dierenbescherming - om hen weg te brengen??
Ik kan mij toch heusch geen opofferingen getroosten, dat is toch te veel gevergd?!!
Is 't al niet genoeg van mij, dat ik lid ben van Uw Asyl??
Geachte Lezers en Lezeressen, zijt gij het ook niet volkomen met me eens??
Ch. HIJMANS.