Gedachtenwisseling.
Hooggeachte Freule.
Mij trof als zeer waar de beoordeeling en ontleding van Boutens' Sonnet: De Nacht in no. 26 van de Holl. Lelie. Jammer is 't daarom dat de beoordeelaar, de hr. G. Buys Czn., niet heeft begrepen 2 dingen daaruit, die m.i. geen onzin zijn: 1o. blijde vieren voor blijde vuren, vier en vuur is 't zelfde, dus blijde, vroolijk stralende lichten; 2o. Geen halm verroert, geen blad der populieren; bekend is het toch, dat deze bladeren bij den geringsten wind, bij 't zachtste koeltje, ruischen (door hun wankelbaar evenwicht, gevolg van de eigenaardige plaatsing van 't blad aan den bladstengel), indien dus zelfs geen blad van den populier beweegt, is dus - en dit beeld is overbekend - de stilte volkomen.
Overigens ben ik 't geheel met den beoordeelaar eens.
C. GROUSTRA.