Den bekl. werd echter te kennen gegeven, dat hij een volgende week maar terug moest komen. Deze week hield 't genootschap geen zitting... omdat het Belgische koningspaar in de stad kwam.
De jongen kon het echter geen week meer uithouden en om te leven, pleegde hij diefstal van een fiets en een stoel uit een uitstalling in de Galerij. De gestolen voorwerpen werden te gelde gemaakt en van de gelden leefde bekl. eenigen tijd, tot hij gearresteerd werd.’
Toch een echte domme jongen, hoor, om te meenen, dat dat lieve genootschap er nou maar alleen is, om hem en zijne consorten te helpen. Mogen ze ook niet eens een week plezier hebben, en de hongerigen een week langer laten hongeren?
De verdediger van 't genootschap zeide, dat de leden van dit lichaam belangeloos zitting houden en hij zich best kon voorstellen, dat men eens van die ‘herrie’ af wil zijn (sic!)!
Ja, ja, ‘belangeloos’ zitting houden, is dat al niet mooi genoeg; ze moeten geprezen worden, dat ze wat tijd besteden aan die... herrie!
Nou, 't is ook een herrie, al die ellendige menschen te zien, smeekende, kruipende om wat brood, droog brood.
En hebben ze dan geen gelijk, dat ze eens een paar bankjes over de balk gooien, om eens mee te doen met de feesten, ter eere van 't bezoek van de koning en koningin van België.
Laat die menschen dan maar een weekje langer honger lijden - daar worden ze ook wel aan gewend - en als ze 't niet meer uithouden, dan stelen ze 't wel en gaan ze weer naar de gevangenis... en zijn wij van die ‘herrie’ af!
Moeten wij dan altijd opgescheept zitten met dàt verhongerende zoodje? Het genootschap, meneer, heeft één bepaalde avond zitting, en wie tusschentijds van honger crepeert... nou, die crepeert maar!
En dan, het genootschap heet: tot ‘zedelijke’ verbetering der ontslagen gevangenen! Begrijpt U, ‘zedelijke’!
Wie eenmaal slecht is, blijft slecht! Denkt U nou, dat, al had een braaf, fatsoenlijk man ook nog zoo'n nijpende honger, hij stelen zou?
Welnee, dat zit er eenmaal in, begrijpt U, en het is heel goed, dat die jongen weer opgesloten wordt... om te denken aan zijne groote misdaad, die hij begaan heeft door nijpenden honger en wanhopige ellende en gebrek....
O, en wij hebben toch zoo'n echt leuke pret gehad bij de feesten. Voor de intrede van het koningspaar hadden wij een plaats gehuurd in een der huizen bij de Dam; dure plaatsen: f5. - per stuk; maar enfin, we zagen goed, zie je!
We zijn één avond ook naar het Concertgebouw geweest, waar ze ook kwamen; ook wel duur, maar toch leuk!
En natuurlijk, later op den avond, na afloop, naar ‘de Kroon’ en extra ter eere van onze hooge gasten wijn! Hè, ik proef ze nog!
Rekening voor de uitgegane week: ± fl. 100.-
Als je blieft, kellner, een bankje! Een fooi van een pop toe ter eere van onze koningin!
Bah! Dat helpt mee.... ten gronde!
CH. HIJMANS.