onlangs ontraadde ik dan ook een oudere dan ik-zelve die mij met zekere schaamte zeide: ‘Ik heb nog nooit iets van Zola gelezen, dat is toch eigenlijk wel wat erg’, haar gebrek aan ‘ontwikkeling’ alsnog aan te vullen. Het is volstrekt niet noodig zich te ontwikkelen door Zola-lectuur; er zijn andere boeken genoeg die dat doen, zonder vuile en smerige bijzonderheden bij de vleet er bij te voegen. Ik spreek hier niet van Zola's later werk, zijn ‘Evangelies’, dat is m.i. prullaria, omdat het alles niets anders is dan tendenz, en nog wel van een onmogelijke soort.
Uwe groote liefde voor de Genestet kan ik van ganscher harte navoelen; ik geloof dat ik hem zoowat heelemaal van buiten ken. - Van Beets houd ik ook wel, maar men moet bij hem veel rijmel-verzen uitschiften. Onder de nieuwere dichters ken ik alleen Helene Lapidoth - Swarth, die in mijne oogen wezenlijk begààfd is; hare rouw-violen en vele andere harer gedichten zijn innig-gevoelig, maar ‘opwekkend’ zijn zij niet; integendeel - Wat mij betreft, ik dank U voor Uw goede meening omtrent Vragensmoede. De Herinneringen, die gij bedoelt, zijn inderdaad het eerst verschenen, voor verleden jaar, in de Holl: Lelie, onder den titel: Dagboekbladen en Herinneringen. De namen uwer lievelings-auteurs geven blijk dat b.v. gij zeer verschillende soorten van lectuur kiest, want b.v. Maeterlinck en Cornelie Noordwal staan oneindig vèr van elkaar. Bij den eersten spant men zich in, bij de laatste uit. - Van Dickens en van Thackeray houd ik véél, (niet van The Pick-wick-club.)
Hebt gij, waar gij over de fransche revolutie wilt lezen, kennis gemaakt met het beroemde werk van Carlyle?, en, waar gij over den tijd vóór de fransche revolutie iets wilt weten, beveel ik U aan de interessante Brieven van Madame de Sévigné aan hare dochter de marquise de Grignan. In het genre historische romans uit dien tijd is: mejonkvrouwe de Mauleon, van Bosboom-Toussaint, aan te bevelen; het speelt in den tijd van Bossuet. - Van Hall Caine houd ik niet, omdat dit genre van romans mij niet interesseert, is berekend op een anderen smaak dan den mijnen. Van Cornelie Huygens herinner ik mij alleen Barthold Meryan, en dat vond ik in-vervelend, een echt tendenz-boek. Top Naeff daarentegen beveel ik U onverdeeld aan; zij schrijft vlug, los, vroolijk, toch gevoelig. Van Geyerstam heb ik dikwijls vele zijner talrijke romans met warmte aanbevolen; 't meest gevoelige van alles is wel zijn: Klein-Broertje (maar zéér droevig). Een ander Noorsch schrijver, die zeer boeiende romans schreef, is Jonas Lie. Ik geloof dat hij-ook zeker in Uw smaak zal vallen. Edna Lyall schrijft in een zoetelijk genre van meerouderwetsche romans, waarvoor ik niets kan voelen. -
Indien gij bij voorkeur gaarne hollandsch leest, dan zou ik U aanraden zoo mogelijk onvertaalde romans te kiezen, want het mooie van een oorspronkelijk werk gaat dikwijls verloren door een slechte, haastige, soms domme en onkundige vertaling. Dit geldt vooral waar het uit het Duitsch, Fransch en Engelsch overgezette boeken betreft, omdat zoowat iedereen zich daarmee bezig houdt. Uit het Noorsch en Zweedsch wordt veel vertaald door mej. M. Meyboom, en door mevrouw Logeman Van der Willigen, die beide beschaafd en zorgvuldig hollandsch maken van hun werk; uit het Russisch vertaalt tegenwoordig mej: Annie de Graaff, en die taal is zoo moeilijk, dat zij niet heel veel mededingers zal krijgen, waardoor de kans dat zij goed werk blijft leveren er natuurlijk op verbetert. Marion Crawford is een Engelsche roman-fabrikant (nu overleden), die heel aardige boeiende romans heeft geschreven, waarvan de lezing U niet al te moeilijk zal vallen geloof ik. Lucie Delarue - Mardrus schrijft vloeiend en niet zwaar te ontcijferen Fransch. Ook de romans van Gyp laten zich niet moeilijk lezen. Lamartine is zwaarder lectuur; maar ik-ook voel véél voor hem, en ik zou U dus zeker aanraden, indien gij U na de lezing van die Gids-studie zoo tot hem voelt aangetrokken, het maar eens te probeeren. - Ivan hoe vond ik, toen ik het boek als jong-meisje las, heel mooi. Mijn vader liet mij nooit vertaalde boeken lezen; ik ben met Walter Scott reeds vroeg begonnen; ook ‘The heart of Mid-Lothian’ is een zijner romans, dien ik U kan aanbevelen. Louise Alcott is meer jongemeisjes-lectuur, vindt gij ook niet? Ik ben steeds gaarne bereid U hierin verder te helpen en te raden. Vraag maar gerust. -
Waar het U zoo verheugt (en gij zijt in dat opzicht een uit velen) dat er in de Lelie zooveel wordt geschreven over Spiritisme, daar zult gij zeker met genoegen kennis nemen van het artikel van mevrouw van Rees - van Nauta - Lemke: Licht. Ik voor mij kan voor Theosophie niet veel voelen omdat ik het een troostelooze gedachte vind zonder bewustheid terug te moeten keeren op deze aarde. M.i. staat dat gelijk met vernietiging. - Toen Vragensmoede uitkwam leerde ik een der theosophische leiders in ons land kennen, die mij enthousiast verzekerde, hoe ik, om zoo'n boek te hebben kunnen schrijven, zeker wel reeds ‘duizenden levens achter mij moest hebben.’ Goed, maar wat heb ik daaraan, - ook voor mijn eigen zielsontwikkeling, - wanneer ik er niets van afweet wat er in die ‘duizenden levens’ met mij is gebeurd? En de tegenwoordige praatjes van Mrs. Annie Besant, dat zij op het standpunt is gekomen zich wèl hare vorige levens te herinneren, doen mij humbug-achtig-aan. De heele Mrs. Annie Besant is mij daarenboven een twijfelachtig type. Gij zult in de Lelie gelezen hebben welk een scheuring zij-zelve heeft veroorzaakt in den boezem van de theosophie. - Er is inderdaad wèl overeenkomst tusschen theosophie en spiritisme, maar ook aan den anderen kant groot verschil. Ook moet gij U voor oogen houden, dat er twee soorten zijn van spiritisten, zij, die er een godsdienstig geloof van maken, en zij die eenvoudig aannemen, zonder meer, het bestaan van geesten. Neen, ik voor mij vind juist dat de leer der theosophie je niet bevredigt, omdat ik er niets bevredigends in vind op aarde terug te komen zonder te weten wie men vroeger is geweest. Daarmede vervalt dan óók alle straf en boete, - als ik toch niet weet wat ik misdeed, en waarom ik dus in deze of die gedaante moet terugkomen.
Wat die oude dame tot U zeide: ‘God is vrij met ons te doen zooals Hij wil. Recht hebben wij op niets -’ is het onvervalschte orthodoxe bijbelgeloof. In de Brieven van Paulus wordt dat héél duidelijk uiteengezet, hoe een pot of een