schikt de Compagnie Liebig over een gebied van ongeveer 1 ½ millioen H.A., een oppervlakte dus die half zoo groot is als het Koninkrijk der Nederlanden.
Van de meer dan 250.000 runderen der Compagnie Liebig verteert ieder dier dagelijks ongeveer 40 K.G. gras, de geheele veestapel dus bij elkaar genomen dagelijks 10 millioen K.G. Wilde men dit ongehoorde kwantum gras per spoor verzenden, dan waren dagelijks daarvoor noodig 1000 wagons van 10000 K.G. Slechts door zulke cijfers kan de bewoner van Europa zich eenigszins een denkbeeld vormen der beteekenis en van den omvang dezer fabrieken.
Het vee, dat het heele jaar in de open lucht doorbrengt, weidt verstrooid op de in groote omheinde weideperceelen ingedeelde vlakte. Herders te paard, de zoogenaamde ‘Gauchos’, bewaken de kudden.
De ter slachting bestemde dieren worden onder de zorgvuldigste behandeling in kleine dagmarschen naar de groote fabrieken der Compagnie Liebig in Fray Bentos (Uruguay) en Colon (Argentinië) gedreven. Gedurende het van December tot Mei loopende slachtseizoen worden in deze fabrieken tot 3000 runderen per dag geslacht.
Vóór de slachting ondergaat het vee een zorgvuldig onderzoek door wetenschappelijk ontwikkelde veeartsen die ieder, ook maar het minst verdachte dier afkeuren. Overigens zijn bij het gezonde klimaat en de buitengewoon gunstige voorwaarden, waaronder de veestapel der Compagnie Liebig opgroeit, ziekten onder deze dieren tamelijk zeldzaam, en vooral de in Europa zoo gevreesde Rundertuberculose is hier over het algemeen nog niet bemerkt.
De fabrieken der Compagnie Liebig worden sedert tientallen van jaren door tallooze vreemde bezoekers bezichtigd. Het oude grondbeginsel,
Gezicht op de fabrieken der Comp. ‘Liebig’ te Fray-Bentos in het jaar 1905.
dat men in geen keuken kijken mag, geldt n.l. hier in het geheel niet. Het bestuur der Compagnie Liebig kan met trots, zijn zoowel grootsch als voorbeeldig zindelijk bedrijf laten zien.
Naar aanleiding van den billijken grondprijs hoefde men bij het oprichten en aanbouwen der onderneming niet te zien op plaatsbezuiniging. Overal zijn groote ruimten gemaakt, waar licht en lucht vrijen toegang hebben, en waarin vanaf de grootste apparaten tot aan de kleinste werktuigen de uitnemendste zindelijkheid heerscht. Versch water verkrijgt men zooveel men wil uit den naburigen reusachtigen Uruguaystroom, waardoor b.v. ook de grootste slachthallen gedurig door water bespoeld worden en de met Schotsche tegels ingelegde bodem onafgebroken daarmede besproeid wordt.
Het dooden der dieren gebeurt bliksemsnel door een steek in den nek. Dan wordt ieder dier in den verwonderlijk korten tijd van circa 15 minuten gevild en in stukken gesneden, en vanaf dat tijdstip komen in het verdere verloop van de fabricatie menschenhanden met de stukken vleesch, het vleeschnat en het extract niet meer in aanraking.
Nadat het vleesch genoeg is afgekoeld, wordt het door hakmachines in kleinere stukken gehakt en hierop volgt in reusachtige ketels van 6-7000 Liter inhoud - de grootste kastrollen der wereld - de bereiding van het vleeschnat. Dit wordt door afscheppen zorgvuldig van vet enz. bevrijd en gereinigd, daarna gaat het naar zeer groote verdampingstoestellen, moet hierop in halfvasten toestand nog eens zorgvuldig gefiltreerd worden en wordt tenslotte verder in gedikt tot op 1/50 van zijn oorspronkelijken ruimteinhoud. De dan gewonnen dikke bruine massa, het Extract, wordt na streng chemisch onderzoek in groote bussen gedaan en hierin naar het