die zoo bitter was verongelijkt, en die zoo ver stond boven het gewone peil van het menschdom. - Is het nu zulk een misdaad, dat zulk een man, met zulk een vrouw, te eeniger tijd een andere ontmoette die hem beter begreep, en die hij bovendien nog zelfs probeerde neven de eigene enkel als vriendin te beschouwen; een ideale verstandhouding welke, natuurlijk, in de praktijk moest falikant afloopen. - - In Multatuli's leven is daarom voor mij zooveel om medelijden mee te hebben, dat ik hem onmogelijk kan hard vallen, al wil ik daarmede geenzins gezegd hebben, dat ik alles wat hij deed per-se verdedig. -
Uw tweede vraag, of de Holl. Lelie nog een jonge meisjes blad is, haast ik mij ontkennend te beantwoorden. Op het titelblad staat daarvan ook niets; want onder mijn redactie en op mijn uitdrukkelijk verzoek, is het blad terstond een geworden voor volwassenen, en het wordt dan ook tegenwoordig speciaal door heeren zeer veel gelezen. De pers weet dit ook zeer goed, en het is hare jaloezie, juist op dien uitgebreiden lezerskring dien ik heb, die er haar toe drijft van tijd tot tijd met dat kinderachtig-onnoozel spelletje te beginnen, van dat er dit of dat in staat niet geschikt voor ‘jonge’ dames. Ik pleeg nooit notitie daarvan te nemen, omdat eigenlijk zulke praatjes veel meer een reclame zijn voor de Lelie, daar de menschheid nu eenmaal zoo is aangelegd, dat zij het snelste grijpt naar wat haar wordt afgeschilderd als niet goed of niet geschikt voor haar. En in zooverre hebben de uitgever en ik den heeren persmannen dus nog zelfs te bedanken voor hun beleefdheid van op die wijze voor de Lelie reclame te maken. Nu echter gij er zoo nadrukkelijk naar vraagt, wil ik U gaarne er nog eens op antwoorden, dat onder mijn redactie de Lelie geheel en al èn van richting èn van lezerskring is veranderd, en, waar zij vroeger uitdrukkelijk ten opschrift had: voor jonge dames, en ook rekening hield dus met wat voor ‘jonge’ dames wordt geschikte lectuur geacht (hetgeen heden ten dage zeer rekbaar is), thans even uitdrukkelijk niets anders is of wil zijn, dan een voor volwassenen bestemd weekblad, dat zich verheugt in een zeer uitgebreiden èn dames- èn heerenlezerskring. -
Nu ga ik over tot Uw derde vraag. De drama's van Ibsen welke speciaal op mijn vorming en levensrichting een enormen invloed uitoefenden zijn de tooneelstukken: Der Volksfeind, die Wild-Ente, die Stützen der Gesellschaft, Gespenster, Hedda Gabler. - Nora behoort tot zijn meestopgevoerde drama's. Het slot echter kan mij niet bevallen, ofschoon ik het overigens heel mooi vind. Ik zag het meermalen uitnemend opgevoerd met in de titel-rol de beroemde Agnes Sorma, die mij daarentegen in Gespenster veel te koud voorkwam. - Baumeister Sollness, een van zijn latere stukken, is óók heel mooi. Brandt behoort tot zijn meestbekende werken. Verkeerd begrepen in Gespenster, zóó hard zelfs daarover gevallen, dat hij er Noorwegen om verliet, schreef Ibsen, in een soort minachtende verbittering, Der Volksfeind, dat mij persoonlijk als uit het hart is gevloeid.
Uw vierde vraag is te algemeen gesteld om haar vrees ik te kunnen beantwoorden, want gij schrijft enkel: ‘Welke lectuur kunt U mij aanbevelen?’, maar geeft niet aan van welk genre gij houdt, van realisme, van moderne romans, van gedichten, zelfs niet eenmaal welke taal gij prefereert. Ik kan dus niet anders doen dan een greep doen in mijn eigen lievelingslectuur, op hoop, dat gij er iets bij vindt. Wat gedichten aangaat, in sombere, moedelooze buien vind ik daarin veel troost; met uitzondering van Helene Lapidoth - Swarth, die heerlijke dingen heeft gemaakt, en van Gezelle, vind ik bij de nieuwe dichters (ik vind dat woord voor hen te mooi; zij zijn geen dichters) heel weinig; een enkele maal iets bij Van Eeden of bij Marx - Koning. De oudere, De Genestet, Beets, Da Costa, Vondel, Bilderdijk, Het menschelijk leven van Verharen, enz., enz., zijn mijn trouwe welbeproefde vrienden. - Maar, voor en boven alles, ver boven (elk dichter ter wereld, stel ik Heine. Hij is mijn geestelijke vriend, mijn vertrouwde.
Onder de nieuwere romans noem ik U: Inwijding van Marcellus Emants, Armoede van Ina Boudier Bakker, (hare vroegere werken: Het Beloofde Land, Kinderen, etc), In tweestrijd van mevrouw La Chapelle Roobol, de romans van Gerard van Eckeren, Moeder van Anna van Gogh - Kaulbach. In een woord, in dàt opzicht geeft U de Lelie in mijne boekbesprekingen een handleiding. Tot mijn oude welbeproefde vrienden behoort Thackeray met zijn Vanity fair en the Newcomers, verder stel ik David Copperfield en Dombey and Son van Dickens heel hoog; zwaardere lectuur is Zola's La Debâcle (ik zou U zijn realistische romans overigens niet aanraden); zijn Le Bonheur des Dames geeft een aardig kijkje op den wordingsgang van een grooten bazaar. Gyp met hare aardige dialogen is ook een mijner lievelings-auteurs. In het Duitsch kan ik U de gezonde geestverfrisschende boeken van Georg Engel aanbevelen, ook sommige van Frenssen. Gelijk ik echter begon met te zeggen, niets van Uw smaken afwetend is het voor mij moeilijk U op zulk een uitgebreid eindeloos gebied als lectuur te raden. B.v., houdt gij van geschiedenis; van memoires; van historische romans? Leest gij gaarne ‘verhalen’, of is het U meer te doen om iets dat Uw geest te denken geeft door het onderwerp waarover het boek handelt?
Robert Elsmere en vele latere romans van Humphrey Ward zijn in dat laatste opzicht óók lezenswaard. -
Ten slotte, en juist in verband met deze Uw laatste vraag, schrijf mij zooveel gij maar wilt en zoo lang gij wilt, en vraag mij alles gerust, en wees geen oogenblik bang dat ik slecht schrift (trouwens is Uw schrift heel duidelijk), of wat ook van dien aard, kwalijk neem. Ik hoop dat de Lelie voor U zal worden wat gij er U van voorstelt, en daartoe is het voor alles noodig, dat gij zonder terughouding, en zonder angst dat ik dit of dat kwalijk neem, alles schrijft wat in U opkomt. Hartelijk dank voor Uw vriendelijken brief. Dit antwoord is omgaand, en zal U dus, hoop ik, zoo gauw mogelijk bereiken.
Abel. - Ik heb Uw bijdragen wel ontvangen, maar nog niet nagezien; daar de eene voor een