niet op aan, maar, daar waar emotie is en geen sleur en dan zou je willen ondervinden iets dat je grootsch aandoet en waarvan de indruk door je ziel wordt medegenomen.
Uit sleur doe je dingen, die je niet doen moet en als je gevraagd wordt: ‘Waarom doe je dat nu eigenlijk?’ dan komt het antwoord: ‘och, dat gaat van zelf, uit sleur!
‘Wat heeft 't dan voor waarde??
Er worden kinderen geboren uit sleur; is dat niet verschrikkelijk?
En tòch gebeurt het dikwijls. Hoe vaak komt het voor, dat twee echtgenooten, niet meer van elkaar houdende, tòch nog kinderen in de wereld schoppen?? Uit sleur... en men zegt, dat worden nog de gezondste, mooiste kinderen. Ik heb er voorbeelden van gezien.
Een kind, dat uit de meest heilige gevoelens tuschen man en vrouw moet geboren worden, kan uit sleur komen; is dat geen ontheiliging? De noordelijke volken kennen het woord sleur voorzeker beter dan de zuidelijke en ik geloof ook, dat 't veel ligt in de kalmte van den mensch.
Iemand, die temperament heeft, zal altijd tegen de sleur te velde trekken, die moèt afwisseling hebben en hoe dikwijls ziet men dan ook, als men dan zoo met ambtenaren samen zit op kantoor, dat de een of ander, tusschen zijn sleurwerk in, een bliksemflits gelijk, een mop vertelt of zelfs iets uit zijn werk in 't gekke gooit, alléén maar om een afwisseling, een afleiding te hebben voor het oogenblik.
Een aardigheid te vertellen, zoo'n geestigheidje, dat iedereen doet lachen - en dan is de sleur voor eventjes verdwenen, om daarna weder in zijn volle zwaarte te voorschijn te treden.
Uit sleur moet er schoongemaakt worden in de maanden April - Mei; waarom worden de data niet veranderd? Omdat het eenmaal aangenomen is, sleur...,
Vóór Paschen moet men schoon zijn - dát is 't parool!!
O, gij vasthoudende Hollanders, ik walg van die sleur!! -
Hoe dikwijls geeft men iemand een zoen uit - sleur! ‘Un baiser est un petit point rose sur l'i du verbe aimer.’
Als men dàt maar wilde in eere houden!!
En als ik opmerk, al die sleur en als ik ondervind die sleur en te midden zit daarvan, o, hemel! dan bekruipt me de lust, om het uit te bulderen: ‘Och, menschen, er uit met die sleur, komt op, weest frisch van geest, leeft op, doet wat het oogenblik u ingeeft en komt niet met bezwaren, omdat je leven moet volgens een lijstje, volgens een programma, waar je niet van af mag wijken, omdat 't de tijd niet is, of het oogenblik nog niet gekomen is! Weg met de sleur! Er moet nieuw leven komen, nieuw bloed - sleur is bloedarm, daar zit geen pit in, 't is een mensch, waar de levenskrachten uit geweken zijn.
Sleur werkt immoreel, 't neemt 't beste weg uit je ziel, en kleineert ze zóó, totdat je op 't laatst geen mensch meer bent, maar een machine...
Ik walg van sleur!!!
Amsterdam, 4 Mei '09.