Lieve Johnnie, nu begin ik met te zeggen, dat ik U niet véél durf antwoorden, uit vrees U te zullen verraden want het is een teer en voor U-zelve gevaarlijk onderwerp dat wij gaan aanroeren. Maar weest er van overtuigd, dat ik zooveel van het leven heb gezien, en zoo heel anders heb leeren denken en oordeelen vooral dan de meeste vrouwen van mijn stand, en die ongehuwd zijn vooral, dat ik U volkomen navoel en begrijp. Als gij misschien van mij hebt gelezen Gelukswegen en Wat nooit sterft, zult gij wel weten wat ik hiermede bedoel. - Ik geloof dat een lot, als het Uwe vroeger is geweest, wel het ergste is (en het minst wordt begrepen door andere vrouwen) wat een alleen-staand-knap-jong-meisje kan overkomen. Ik herhaal, ik begrijp het allemaal zoo heel goed, daarom zullen Uw verdere brieven mij héél welkom zijn, en gij kunt op mijn stilzwijgendheid rekenen.
Mevr. van M. - G, te V. - Hartelijk dank voor: Uw lieve kaart aan mij, en voor Uw instemming met het stuk ‘Met vuur gespeeld’ van mevr. van Rees - van Nauta Lemke, waarvan ik de schrijfster kennis gaf.
Jonge Weduwe. - Ik ontving Uw laatste artikel, maar vóór den nieuwen jaargang is het onmogelijk het te plaatsen, wegens de talrijke copie. Dank voor Uw briefkaarten uit, Nice. Op Uw vertrouwelijken brief wil ik liever particulier antwoorden als gij terug zijt.
P.L. - Ik dank U hartelijk voor Uw welkomstgroet bij mijn terugkomst in Holland. - Het spijt mij zoo van U-zelve geen betere berichten nog te hooren. - Vooral heb ik zulk een diep medelijden met U, omdat gij Uw tegenwoordige omstandigheden aan een knoeierij te danken hebt; (gij begrijpt mij, ik durf daarop niet verder ingaan). - Het bewuste artikel, dat gij in de Lelie hebt geplaatst, is door mij aan den uitgever opgegeven voor honorarium Als gij het dus niet hebt ontvangen, dan zal ik er bij hem wel eens naar informeeren. - Ja, het lijkt ook mij niet gemakkelijk altijd onderwerpen te vinden in Uw omstandigheden, maar aan den anderen kant zijn de plaatselijke belangen er toch stééds. - Neen, dat geloof ik-voor-mij niet, dat de openbare school er onder zal geraken op den duur; daarvoor vind ik de tegenpartij lang niet dóórtastend genoeg. Die schippert liever. - Dank voor Uw belangstelling in mijn honden. Wij hebben hier op Scheveningen er ook nog altijd een kleine kattenmenagerie bij, die wij buitenshuis voorzien van nachtligging en voedsel. Het is bepaald gezellig de arme dieren zich te zien koesteren daarin. Het spijt mij dat ik U zoo weinig uitvoerig, daardoor zoo weinig troostrijk kan schrijven. Ik ben echter bang U te verraden, en daarom zeg ik zoo weinig. Laat het mij maar eens gauw hooren als het U beter gaat. - Hartelijk gegroet.
Bernarda. - Nu zal ik Uw vroegeren brief beantwoorden. Zendt gerust nog eens iets anders in ter beoordeeling. Ik begrijp namelijk zoo heel goed, dat gij dit hadt gevoeld; daarom ook, denk ik, was juist de stijl zoo levendig en goed. Maar, gelijk ik reeds vroeger zeide, het was geen verhaal, geen novelle, geen schets, daardoor niet iets dat voor een gewoon lezers-publiek als zoodanig geschikt was. Ik geloof daarom, als gij Uw gedachten en ondervindingen weet te kleeden in een meer uitgewerkten vorm, als een voor een ander niet-ingewijd nogtans boeiend geheel, dat gij zeker iets wel-geschikts kunt maken.
Weet gij, hetgeen gij mij in dezen vroegeren brief schrijft omtrent Uw stemming (en wat mij zoo innig veel genoegen doet) past nu eigenlijk maar half meer bij wat gij in Uw lateren meldt van die plotselinge emotie. Ik hoop nu maar dat die U niet blijvend heeft geschokt, al was zij op zichzelve heerlijk voor U. - Over de boeken die gij hebt gelezen ben ik het in hoofdzaak met U eens; ik vind echter dat Princesse de Science te veel een tendenz-boek is; je kunt zoo dadelijk voelen en tasten waarheen de schrijfster wil, (ik ben het met haar eens overigens). -
Er wordt zooveel over en van mij geschreven, dat het niet is na te gaan wat gij precies bedoelt. Intusschen dank ik U voor Uw goede meening over mijn romans, dat gij ze Uw dochters, als zij er den leeftijd toe hebben, in handen wenscht te geven. Ook ben ik blij dat de Lelie U zoo blijft interesseeren, maar vindt gij dat nu werkelijk zoo vreemd in Regina, dat zij, zooals gij het noemt, ‘reclame’ maakt voor haar godsdienst? Ik vind juist altijd, het is zoo heel-natuurlijk, dat zij, die zich in een geloof héél gelukkig voelen, anderen dat geluk willen doen deelen. Dit is niet alleen met R.K. het geval, maar met anderen, die zich in een of ander geloof gelukkig leerden voelen, evenzoo, - en dat is toch ook immers heel logisch, dat zij hunne naasten willen brengen tot dienzelfden vrede, dien zij vonden; ten minste zoo voel ik het. - Iets anders is het gedwongen naar de kerk gaan waarover gij schrijft; die tegenzin ben ik met U eens, maar dat komt omdat de predikant dan ook immers niet uit drang spreekt, maar omdat hij elken Zondag nu eenmaal moet ‘preeken’. Ik-ook had dat als kind reeds, dat gevoel: ik ben er niets door onder den indruk; ik voèl dat die man maar wat zegt omdat het zijn baantje nu eenmaal is. - Maar wanneer heel-geloovige menschen, - van wat voor richting ook - U spontaan komen vertellen van hun geloof en hun geluk daarin, dan hindert mij dat nooit, vind ik het veeleer een lieve hartelijke bedoeling van hen. - Hartelijk dank voor Uw lief schrijven.
Norma. - Uw tweeden Moeder-brief ontving ik. Maar het zal nog wel een poosje duren vóór ik hem plaats, van wege de vele copie. - Hartelijk hoop ik, dat het andere plannetje gelukt. (Gij begrijpt mij?)
Gij zult reeds gezien hebben, in antwoord op Uw vraag, dat de overstroomingen in Parijs mede de aanleiding waren tot onze spoedige thuiskomst. Er gingen soms dagen voorbij, waarin ik de post niet kreeg, en, zooals gij weet, moest ik zelfs eenmaal de Lelie laten verschijnen, zonder corr. en roman, omdat de drukproeven niet waren aangekomen. Dat ging natuurlijk op den duur niet. Bovendien was ik ook ten hoogste ontevreden over de buiten-mij-om gehuurde woning, waarbij ik het slachtoffer ben geworden van een domkop, (zoo niet erger). - Wat of de verstands-menschen, die vinden dat men aan een kind alles moet uitleggen, wel aan