hoevende toestand van den kamerheer, en haar groote vrees, dat zij met 't oog op haar hartkwaal vóór hem kon worden weggenomen. Hij zelf was veel te goed van vertrouwen, liet zich met open oogen bedriegen, omdat hij in 't geheel geen menschenkennis had. Hoe dweepte hij niet met zijn gezelschapjuffrouw en die...
Mevrouw van Rheden kon den radden woordenvloed, waarin Fräulein Hunert's doopceel werd gelicht, bijna niet volgen.
‘'k Ken haar alleen van aanzien, doch ze maakt geen ongunstigen indruk op mij,’ meende zij.
‘O, dat begrijp ik best, 'k geloof dat niemand er beter slag van heeft commedie te spelen en de menschen zand in de oogen te strooien dan Gretel Hünert. U weet niet lieve mevrouw welk een coquet, ondeugend nest die Gretel is. Ze lijkt een duifje, maar is in werkelijkheid een brutale heks, die eigenlijk met de zweep geregeerd moest worden. 'k Denk dikwijls: is 't schepsel wel toerekenbaar, als ze zonder eenige aanleiding zoo vreemd en ondeugend doet. Haar moeder raadde mij Gretel als een klein kind te kastijden, wanneer ze hare woeste gilbuien heeft, en naar niets en niemand luisteren wil.’
‘Maar gnädige Frau...’
‘Ja, heusch, ik overdrijf niet; tusschenbeide krijgt ze dan ook wel eens een tik en is dan weer voor een paar weken bruikbaar.
Sinds we hier zijn, hebben mij de handen ook al dikwijls gejeukt om er haar een om de ooren te geven, want ze plaagt me half dood.
Gisteren, toen ik kennissen in Gremsmühlen bezocht, zou ze met mijn man om vier uur zijn gaan wandelen. Bij mijn thuiskomst vond 'k hem alleen in den tuin zitten, waar hij twee uur op Fräulein gewacht had. Naderhand bekende ze, zonder blikken of blozen, dat ze de afspraak vergeten had. Die Engelsche mevrouw uit Liverpool had haar staande gehouden en ze was met haar opgewandeld in plaats van aan haar plicht te denken en mijn man gezelschap te houden. Mijn hemel! hoe durft ze 't te doen, ze is toch in betrekking we betalen haar voor de diensten die ze ons bewijst.’
‘Ze heeft toch zeker haar excuses gemaakt?’..
‘O ja, praten dat kan ze, fleemen en flikflooien nog beter. Daarmee pakt ze de menschen in. Verbeeld U, die Engelsche dame heeft ze zoo betooverd, dat 't malle mensch haar voorstelde mee naar Engeland te gaan als: dame huishoudster in haar groot gezin. Of die zich ook in de vingers zou snijden met zulk een “Stütze.” 't Wicht weet evenveel van 't besturen eener huishouding als de poes van flensjes bakken.
Mijn man schrikte zich half dood, toen ze 't op haar onuitstaanbaar lacherige manier zoo quasi “en passant” vertelde Was 't niet terwille van hem, 'k liet Fräulein direct gaan, ofschoon 'k, wanneer Mrs. Taylor bij mij informeert, Gretel onmogelijk als huishoudster kan aanbevelen.’
‘Misschien zou 't meisje, als 't er op aan kwam niet eens mee durven met een vreemde familie naar een vreemd land,’ onderstelde mevrouw van Rheden.
‘'t Zou juist een kolfje naar haar hand zijn, er zit een avontuurlijke aard in Gretel Hünert... Maar daar zie ik den dokter aankomen, U neemt mij zeker niet kwalijk, dat ik hem tegemoet ga.? Mijn man heeft een slechten nacht gehad, en is bepaald nog onder den indruk van den schrik, dien Fräulein hem heeft aangejaagd.’
(Wordt vervolgd).