Correspondentie van de redactie met de abonnés
De redactrice van de Holl: Lelie brengt ter kennis van de lezers van dit Blad, dat zij géén manuscripten, of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus met verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nommers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Redactrice.
P.S. Het spreekt van zelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers die in de corr: rubriek thuishooren.
Nel. - Ik begrijp best dat gij niet altijd gelegenheid hebt tot spoedig antwoorden, en, gelijk ik steeds herhaal aan mijn verschillende correspondenten, ik vind dat iedereen, die lust gevoelt mij te schrijven, in dat opzicht absoluut vrij moet blijven. Naar aanleiding van alles wat gij over Uw kleinen jongen, Uw ‘schat’, schrijft, wil ik de woorden voor U herhalen, die juist vandaag, 9 Dec., op mijn kalender staan: ‘L'amour maternel est le seul bonheur qui surpasse toutes les promesses de l'espérance’. - Ja-zeker, dat is mijn vaste overtuiging, dat, indien onze liefde bij de opvoeding eerlijk en onbaatzuchtig alleen het geluk van het kind op het oog heeft, wij voor ons-zelven verantwoord zijn, hoe ook de gevolgen uitvallen later. - Het gevaar een éénig kindje te ‘verwennen’ schijnt mij, vooral van moederszijde, heel groot, maar, aan den anderen kant, mij dunkt als men bedenkt hoe droevig de gevolgen van zulk verwennen juist voor het arme kind-zelven later moeten zijn, dan is dat een voldoend rem-middel in het te véél toegeven. Echter, zoovelen denken niet na, gaan maar gerust hun eigen weggetje, en maken zich dan zelf te goedertrouw wijs, dat zij toch heel veel van hunne kinderen houden, omdat zij die gemakshalve alles toegeven. Wat Uw karakter-beschrijving aangaat van Uw jongen, beste Nel, vooral voor een man vind ik zulk een vasten wil, zulk een flink karakter, het beste wat men hem kan toewenschen. Een laffe, flauwe, kinderachtige, huilerige man (en ik ken er zoo) is het ergste wat ik ooit heb ontmoet. Wees daarom maar blij dat Uw jongen in dat alles zoo lijkt op Uw man in zijn vastheid van wil, dan zult gij zeker plezier van hem beleven.
- Dank voor Uw hartelijke belangstelling in mij. Inderdaad, dat hebt gij goed ingezien, dat mijn drie weken vacantie golden een soort nakuur van de badkuur in Nauheim. Die baden grijpen namelijk ontzettend aan, en de professor vond het daarom absoluut noodzakelijk, dat ik, vooral omdat ik onder de kuur door géén vacantie had genomen, althans daarna een poosje enkel voor mijn gezondheid leefde, en zooveel mogelijk buiten was. (Dat laatste voorschrift heeft het ellendige weer, dat ik toen juist op Scheveningen trof, verijdeld.) - Nu ben ik weer hier in het Zuiden, gelijk reeds ook vóór de badkuur in Bad-Nauheim mijn voornemen was. - Inderdaad, alles wat gij over mijn redactie-werk schrijft beäam ik volkomen; het is niet alleen veel-omvattend en geeft veel ondervinding, maar ook, dat hebt gij goed-gezien, het geeft heel veel voldoening en bindt mij nauw aan menigen correspondent. - Die fraaie lofspraak op zich-zelven van sommige menschen: ‘Ik houd niet van dieren, maar ik zal ze toch ook geen kwaad doen’ is inderdaad ‘negatief’, gelijk gij terecht zegt. Immers, men moet al 'n heel min karakter hebben, om er een plezier in te vinden weerlooze dieren te kwellen. Toch is het een feit dat ik wel menschen ken, die zulk een karakter er op nahouden, en kinderen óók. Ik kan mijn antipathie tegen dezulken echter nooit overwinnen, liever gezegd, ik doe er geen moeite toe dat te doen; want ik ben overtuigd dat zij niets anders dan tegenzin verdienen.
- - Dat ik 't heelemaal met U eens ben in zake het aanbevelenswaardige den kinderen van jongsaf dieren als speelkameraadje te geven heb ik reeds meermalen gezegd. Ik geloof dat zij daardoor leeren den zwakkere te verzorgen en te helpen, en dat mededeelzaamheid, zorg voor anderen, allerlei deugden in een woord, hun daardoor als van-zelf worden bijgebracht. Maar, behalve deze nuttige zijde, hebben zij van levende speelkameraadjes ook veel meer genot dan van welk ander speelgoed ook, door de intelligentie en het met den mensch gezellig als zijns gelijke weten mee te leven van elk huisdier; waaronder er velen zijn die in schranderheid den durchschnitts-mensch verre te boven gaan. - De door U bedoelde gedichtjes wil ik gaarne plaatsen voor het einde van dezen jaargang, maar, mocht ik het vergeten, herinner er mij dan nog maar eens aan. Gij moogt mij de schetsen ook gerust ter beoordeeling zenden; en ik wil U gaarne eerlijk mijne meening erover zeggen, of ik ze kan opnemen of niet. - Hartelijke groeten.
J.K. - Van U heb ik ten eerste een kort schrijven van Sept.; het is in hoofdzaak slechts een woord van dank over het reeds geplaatste; het spijt mij dat het doel, waarvoor gij het honorarium hebt gebruikt, zoo treurig is, en er tot hiertoe zoo weinig verbetering komt. - Dan volgt een langere brief naar aanleiding mijner badkuur in Bad-Nauheim; voor die belàngstelling dank ik U zeer. Gij hadt gerust aan Uw voornemen mij te schrijven in die vacantieweken kunnen gevolg geven; ik had Uw brief graag ontvangen. - Ja, inderdaad, aan mijn zomer heb ik weinig gehad, tengevolge van die plotselinge verergering van mijn hart; maar het is een groot geluk dat ik bijtijds naar Bad-Nauheim ging want het heeft bepaald geholpen.
- Recht blij ben ik, dat gij mij uit mijne levensherinneringen en dagboekbladen zoo goed hebt begrepen, naar aanleiding van alles wat ik daar schreef, over hetgeen ik van Ibsen heb geleerd. Inderdaad, Ibsen zag en begreep de menschen