Ter bespreking toegezonden.
Opstellen betreffende Kinderen en Hun opvoeding, door E.H. du Quesne - van Gogh (Baarn, E.J. van de Ven 1909). - In dit korte opstellen-bundeltje (prijs 60 cts.) geeft de schrijfster, uit den aard der beknoptheid, geene uitvoerige of diepgaande stukjes, maar eenige gezonde beschouwingen ten beste over kinderopvoeding. In het bijzonder troffen mij hare woorden betreffende de vraag van haar jongetje omtrent ‘vleesch’. - Had ik hem ‘de waarheid’ gezegd, zegt ze zeer terecht, dan had ik moeten zeggen: Vleesch komt van de koeien. Jan. Die moeten eerst doodgemaakt; en dat doet een man, die slager heet, met zijn groot mes; en, als ze dood zijn, de koeien, komen al de andere menschen, en koopen ervan, en eten ze op, gebraden in de pan, en dat noemen ze dan vleesch.
- En, tot welk een ontbladering der ‘witte bloemen’ die, zooals zij het poëtisch noemt, het denken van een kind zijn, een dergelijk wreed tot elken prijs ‘de waarheid’ zeggenwillen zou leiden, stelt zij dan zeer verstandig in het licht.
Zoo staan er méérdere juiste opmerkingen in haar bundeltje.
Kleine Liedjes, door Jozef Cohen (uitgave Erven Martin G. Cohen, Amsterdam). - Eenvoudig en ongekunsteld, als het witte omslag, zoo ook doen de ‘kleine Liedjes’ aan van Jozef Cohen. Bij al het gewrongene en gewild-mooi-doenerige van hedendaagsche poezie acht ik dit een gróóte aanbeveling, omdat het een bewijs is van een onafhankelijk eigen persoonlijkheid, die dicht, zooals hij 't voelt en in zich hoort, en niet zooals de sonnetten-makers tot èlken prijs dat nádoen van de grootheden. - Over het algemeen is er een toon van droefheid en van 'n beetje sentimentaliteit in deze zoetvloeiende versjes. Dat hij echter óók rake dingetjes kan maken bewijst de auteur in b.v. onderstaand gedichtje: ‘Voor Louis Bouwmeester’:
Zooals men dat in Holland
Maar bèn je eens gestorven
Op 't naambord van een straat.
Estella Schönberg geeft uit bij de uitgevers W.L. en J. Brusse, Rotterdam: Een practisch huishoudboek, in- en uitwendig zeer smaakvol versierd, door den teekenaar Joh. Briedé, prijs f 1.00. - Het lijkt mij bijna overbodig te zeggen, dat deze uitgave met recht kan heeten een practisch, nuttig, en aanbevelenswaardig geschenk, voor ieder die huisvrouw is, of het gaat worden.
Mejuffrouw Estella Schönberg is leerares in het boekhouden te Amsterdam, en dus ‘bevoegd’, om die plechtige uitdrukking te gebruiken, tot het door haar ondernomen werk. Het boek begint met begrootingen van uitgaven, berekend naar verschillende grootten van jaarlijksch inkomen; het bevat verder kwartaal-overzichten, enz. enz., en het ziet er zóó smakelijk uit, dat zelfs iemand, voor wie ‘boekhouden’ zulk een gruwel is als voor ondergeteekende, bijna lust krijgt er voor haar plezier zich in te verdiepen.
De Vrouwenbeweging, door Ellen Key, vertaald door mevr. Logeman van der Willigen (uitgevers-maatschappij A.W. Sythoff, Leiden). - Ik wilde dat Ellen Key zich niet zoo te buiten ging aan citaten, want waarlijk, daardoor verdrinkt ze als het ware zichzelve en hare eigene soms heel heldere denkbeelden in die van anderen, die toch immers maar geleende waar zijn. In dit boek van haar vind ik véél waarheden en behartenswaardige opmerkingen, al ben ik het met hare overdreven idealistische toekomst-indeeën niet alleen niet eens, maar moet er zelfs om glimlachen, schouderophalend, dat iemand zóó kinderlijk-onnoozel nog kan zijn in geloof aan de menschheid, die reeds staat aan het eind van haar leven, zooals dat met eene Ellen Key het geval is. Ik hoop uitvoeriger op haar boek terug te komen, wil er nu slechts iets uit aanhalen, dat mij trof als juist gezien en goed-gezegd, zooals b.v.:
Ook gebeurt het meer en meer, dat een vrouw haar werk niet als ‘bijverdienste’ beschouwt, maar dat zij er geheel van leven moet. En dit zijn de vrouwen, welke, indien zij niet zelfstandig werkten, ten laste zouden komen van den een of anderen man, en daardoor misschien zijn huwelijk verhinderen; vrouwen ten slotte, die niets liever wenschen, dan de warmte te genieten van den huiselijken haard waarnaar de mannen hen verwijzen. Maar daar niemand hun die warmte aanbiedt, moet men hun ten minste toestaan dat zij zich zelf de kolen verschaffen voor haar eenzaam vuur.
Dit gezond-gedacht feminisme is óók het