III. Woningnood voor zwakke kinderen.
In de Nunspeetsche bosschen, waar de goudennajaarstinten helder afsteken tegen den donkeren achtergrond van het naaldhout, wonen een twintigtal zwakke kinderen in een vriendelijk tehuis. Drie dames vormen met de misdeelde kleinen een harmonisch geheel van toewijding en aanhankelijkheid.
De eenige belooning dier vrouwen bestaat in het genot na een paar maanden de stumperige, bioedarme kinderen, blozend en gezond, vol tintelende levenslust aan de ouders weer te geven.
De zomerkolonies zijn geëindigd. Een groot aantal dames hebben haar jaarlijksch liefdewerk volbracht. Toch rusten ze niet. Het zwakke kind eischt nog eens al haar werkkracht op. Een 40-tal hebben zich aangegord om een ruim, frisch te huis te verkrijgen voor haar tijdelijke pleegkindertjes. Een heerlijke kracht kan uitgaan van zoovele ernstig willende vrouwen, saamverbonden tot één groot doel. Wie zal beter weten, wat een zwak kind toekomt, dan zij? Wie beseft méér de onafwijsbare eisch een herstellingsoord, dan die steeds worstelen met gebrek aan ruimte? En wie voelen dieper den omvang van de ramp, wanneer telkens en telkens honderden zwakken zullen worden afgewezen door gebrek aan eenig bouwkapitaal?
In het Nunspeetsche tehuis is een afzonderlijk vertrek ingeruimd tot kantoor van het damescomité. Voor het Centraal Genootschap zal dat koloniehuis een historische beteekenis krijgen. Want ze zullen slagen. Wat zoovele vast overtuigde dames willen, bezield met lust en tijd en kracht tot arbeiden, dat zal ook gelukken. De maatschappij heeft zóó groote verplichting aan deze vrouwen, welke een vollen zomer haar beste krachten, haar innigste liefde gaven ter wille van het kind, dat geen harer leden zal kunnen weigeren haar door eenig geld te steunen in haar werk. De dames van het comité vragen een som ineens; zij vragen veel, want 70.000 gulden moet vóór St. Nicolaas bijeen zijn. Maar zij vragen minder, dan wat zij zelven reeds gaven aan liefde en toewijding.
Vaders en Moeders, steunt haar. Geeft mild en doet het onmiddellijk.
Egmond a/Zee, 11 Oct. 1909.
A.C. BOS.
Sluiting red: ged: