De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKunsten en Wetenschappen.De Berlijnsche Musea.Voor ons liggen vier nommers van de ‘Amtliche Berichte aus den Königlichen Kunstsammlungen’, October-December 1907, en Januari 1908.Ga naar voetnoot1) Deze museum-berichten zijn geïllustreerd, en vormen een bijblad van het Jaarboek der Pruisische kunst- en oudheidsverzamelingen. Kortheidshalve noemen wij ze verder ‘Geïllustreerde Museumberichten.’ Zij zijn begonnen te verschijnen in October 1907. Vóór dien tijd werden van de belangrijke aanwinsten dier Musea, gewone, echter zeer lezenswaardige, bulletins uitgegeven, doch in onhandig formaat, en niet geïllustreerd. Het Germaansche Museum te Neurenberg deed al voor jaren in deze materie den eersten goeden stap. Boston volgde het uitstekende voorbeeld een paar jaren geleden. Misschien geven andere Musea ook reeds dergelijke geïllustreerde museumberichten uit, maar dat is ons onbekend. Het werd tijd dat op deze wijze eens iets werd verricht. Het zijn hoogst nuttige uitgaven. Dit woord hier bedoeld in tweeërlei zin, namelijk als in 't licht gegeven geschrift en als geldelijke onkosten daarvoor. Dergelijke geschriften kunnen medewerken tot het verspreiden van kennis, het wekken van liefde voor kunst, en het doen hart krijgen voor het oude en het belangrijke, wat voorouders en vooreeuwen hebben nagelaten. De geïllustreerde museumberichten moeten in 't vervolg vervangen de droge, dorre jaarverslagen die niemand leest, en die verdwijnen in de massa, welke ieder jaar het licht zien. Niemand heeft den moed de essence, het eigenlijke deel, aan kunst en wetenschap gewijd, op te diepen uit saai geschrijf en dorre cijfers. | |
[pagina 206]
| |
Het bureaucratische systeem, waarin de nietigste zaken, slechts belangrijk voor de respectieve directiën zelf, werden uitgeplozen en nagecijferd, deed elk belangstellende terugdeinzen om de honderdtallen jaarverslagen der kunstverrichtingen in te zien, laat staan te lezen, en ten gevolge van dien last, verloor men de lust, en men bleef onbekend met de aanwinsten, waarom het juist te doen is. De geïllustreerde museumberichten geven geen houterige, nietszeggende opsomming meer, maar zij geven beredeneerde overzichten van het verkregene, toegelicht door reproducties; in elk geval bevatten zij korte studies omtrent aard, oorsprong, tijd, waarde en beteekenis. Als uitstekend voorbeeld - we herhalen het - noemden we de Amtl. Berichte van de Berlijnsche kunstmusea. De vier nommers geven niet minder dan 72 zeer goed uitgevoerde afbeeldingen, ter illustratie van den tekst, welke door de conservators Bode, Friedländer, Köster, Schäter, Messerschmidt, H. Schmitz, Max Schmidt, Götze, Jessen, Kern, Menadier, Zahn, Sarre, Schnorr v. Carolsfeld, v. Luschau en v. Tschudi zijn geschreven. Meer zullen we van deze museumberichten der Berlijnsche kunstinrichtingen niet zeggen. Het is een lust om ze te doorbladeren, te doorlezen, en als studieboek te gebruiken. Een spoorslag voor alle museumdirectiën!
A.J. SERVAAS VAN ROOYEN.
Oud-Gemeente-archivaris.
Den Haag. |
|