Men heeft ook rose papavers, maar die bloem met die bleek-rose kleur, zou ik aan een verwijfden man of aan een derde-geslachts product van een vrouw kunnen geven, want naar mijn gevoel, vind ik die kleur pervers voor een papaver.
De kleur hel-geel, bv. is voor mij de hooge c, bv. een boterbloem, maar een mimosa daarentegen, dat voor mij iets geestigs voorstelt, zou ik óók wel in de hooge c willen hebben, maar dan op de harp bespeeld, zoo even aangestipt, een bliksemflits gelijk.
Een rouwiris bv. moet ik hooren in de lage tonen (Marche funèbre van Chopin), die moet men nooit iemand cadeau geven.
Een violette-stemming bv. duidt aan een heel gelukkige stemming, rustig, donkerpaars, zooals de irissen, tonen op de harp bespeeld òf violoncel en dan met de verschillende nuances in elkaar loopend tot een harmonisch geheel.
Aan de partij van Jochanaän in de opera Salomé, zou ik bv. de kleuren wit en groen te pas willen brengen, in die van Salomé, vuurrood en zwart.
Aan de partij van ‘Madame Butterfly’ blauwgroen en oranje.
Als ik deze dingen aan den een of ander vertel, dan lacht men mij uit, maar is 't nu zóó onmogelijk, dat je voelt en hoort de weerkaatsing van de kleur?
Ik heb nu bv. vóór me liggen twee groene steenen, een malachiet en een smaragd, hetzelfde groen.
De malachiet laat me totaal koud, doet geen snaren in me trillen, ik vind ze ietwat dom, ja, dat is 't goede woord; maar de smaragd daarentegen, kijk dáár eens in: wat 'n gloed, wat 'n leven! Er zit een ziel in, zou men zeggen!
Hoe vele menschen dragen ringen met gekleurde steenen, maar er zijn er slechts weinigen, die ze begrijpen.
Hoe dikwijls lacht men je niet uit, als je het waagt te zeggen, dat er meer in zit in die gekleurde steenen, dan het gros van het menschdom begrijpt!
In vroegere tijden gaf men allerlei beteekenissen aan gekleurde steenen en hadden deze alle een ‘vertu magique’; men geloofde er toen aan, zelfs koningen en groote mannen hechtten er waarde aan. Tegenwoordig komen ze weêr in zwang en leest men weder van die beteekenissen. -
Lette men meer op kleuren en kon men ze beter combineeren, men zou altijd goed gekleed zijn en er zou meestal een harmonisch geheel verkregen worden.
Zoo doende wordt het oog ook altijd aangenaam gestreeld; men is dat verplicht tegenover zijn medemenschen:
A thing of beauty, is a joy for ever! -
Amsterdam, 25 Juli '09.