stellen. De kuur is er streng. Veel tijd om je te vermaken blijft er dus niet over.
Geheel anders is het op de badplaatsen waar die vermakelijkheden min of meer hoofdzaak zijn. Daar is de kuur, àls ze er is, oppervlakkig van aard. Men treft er zoo goed als geen zieken, geen gebrekkigen, geen vermagerde gestalten, geen bleeke gezichten Geen menschen, die van bron- of ander water wonderen verwachten. Daarentegen kunt ge er ruimschoots uw tijd verdrijven op bals op concerten, in theaters, aan hasardspelen en op wedrenvelden. Ge vindt er rijke leêgloopers, boemellustige wezens van beiderlei kunnen, sceptische schepsels, afgeleefde viveurs, half en heelemaal verwelkte doch mooi opgetuigde demimondaines en cocottes, benevens fortuinzoekers en gauwdieven als de drie schelmen, die madame B... zoo leelijk te pakken hebben genomen. Daartusschen, te hooi en te gras, behoorlijke menschen zooals.... gij en ik.
De geneeskracht van het water kan beoordeeld worden naar de.... damestoiletten. Ziet ge op een badplaats leden der schoone sekse zich eenige keeren per dag omkleeden en in fraaie kostuums, wees er dan van overtuigd, dat de badplaats weinig te beteekenen heeft. Wie lichamelijk lijdt, wordt er te veel door geabsorbeerd om groote zorg aan haar of zijn uiterlijk voorkomen te kunnen besteden.
In een ècht genezingsoord zoû een dame, die zich schitterend uitdoste, aangenomen, dat zij uit verveling, niet gauw uit zichzelve de plaat zoû poetsen, spoedig genoeg worden weggekeken.
Het behoeft geen betoog, dat de Parijzenaars en de Parisiennes van den echten mondainen stempel de heete zomerweken liefst doorbrengen in de badoorden van vermaak. Daar heeft het leven tenminste iets weg van dat in de groote Seine-stad. Kalmte, rust, leefregels, gezondheid - ‘je m'en fiche!’ Al kan de Parijzenaar het niet goed buiten zijn stad stellen, voor zijn fatsoen moèt hij in het hartje van den zomer en de maand daarna zijn hart elders ophalen - welnu, dan kiest hij een plaats, waar de aan de Parijsche gelijksoortige vermakelijkheden het minst onthouden worden.
Qui veulent rencontrer, au bord des précipices,
Des concerts et des bals, des peintres, des actrices....
Ik vermoed, dat madame B...., een der elegantste Parisiennes, haar man niet naar het duffe Vichy wilde volgen, welstaanshalve niet te Parijs kon blijven, en naar Vittel toog, schijnbaar om er herstel van een - voorgewende - ziekte te zoeken. Daar stond de ‘flirtation’ met den jongen pseudo-Spanjaard haar wel aan. En de rest van het avontuur zal ze wel aan heur eigen gedragingen hebben te wijten. Gauwdieven en dergelijken hebben ook wel het recht, menschenkennis te hebben.
Op elke badplaats, die zich respecteert vindt men het ‘Etablissement’, dat wil zeggen het oftewel je hôtel, ‘l'hôtel chic’. Al de andere hôtels worden minderwaardig geacht. De ‘gens du monde’ bezoeken de badplaats liever niet en sluiten zich liever te Parijs op dan dat zij ter plaatse elders dan in het ‘Etablissement’ logeeren.
Wie het wereldje der badplaatsen kent, waar ‘la vertu curative des eaux’ van geen beteekenis is, weet ook, dat juist in het Etablissement de heeren gauwdieven - door de Franschen eigenaardiglijk ‘maîtres-chanteurs’ genoemd - hun intrek plegen te nemen Dáár valt wat te halen, kunnen zij hun slag slaan. Dáár zijn immers de rijke leêgloopers en -loopsters, de ‘désoeuvrés’ van beiderlei kunne, op wier ijdeltuiterij groote wissels kunnen worden getrokken.
Behoef ik nog te zeggen, dat de drieweeksche kuur van madame B.... eigenlijk maar ‘larie’ was, en dat vrouwen van haar slag als-hetware voorbestemd zijn om te gelegener tijd door behoorlijke gauwdieven uitgeplunderd te worden? Niet voor haar heeft Alibert eens geschreven: ‘Lorsque vous arrivez aux eaux, faites comme si vous entriez dans le temple d'Esculape: laissez à la porte toutes les passions qui ont agité votre âme, toutes les affaires qui ont si longtemps tourmenté votre esprit.’
Haar echtgenoot volgde een kuur te Vichy waar de geneesheeren beweren je te te kunnen genezen van ‘gastrites chroniques, gastralgies, aigreurs d'estomac, dyspepsie, nausées, vomissements, digestions lentes, pénibles, laborieuses, entérites chroniques, colites chroniques, engorgement du foie... en nog een dertigtal andere kwalen, waarvan zelfs Molière het bestaan niet vermoedde, toen hij ‘La malade imaginaire’ schreef. Van zulk een ernstig kuuroord moest de elegante madame B... natuurlijk niets hebben. Uiteraard leed zij, of waande zij voor te lijden aan ‘affections nerveuses,’ en bezocht daarvoor Vittel, dat een badplaats schijnt te zijn als die, waarmede Alfred de Musset eens als volgt den draak stak:
Comme on va chez Herbaut faire un peu de toilette,
On fait de la santé là-bas; c'est une emplette
Des roses aux visage et de la neige au sein,
Cela n'est défendu par aucun médecin.