wordt en het kind dus zelfs nooit in de gelegenheid is om iets van huishoudelijken aard te zien, laat staan, te leeren.
De tweede huisvrouw, meldt de geachte schrijver, ‘heeft gekocht, bij opbod, en hoopt nu het beste er van’. Het spijt mij, maar ik begrijp niet, wàt deze dame eigenlijk heeft gedaan: ‘koopen, bij opbod, en er dan het beste van hopen’, ik moet bekennen de bedoeling ontgaat mij ten eenenmale; zou de heer S.v.R. misschien zijn bedoeling nog willen ophelderen?
De derde heeft zich: ‘losgemaakt van de meiden.’
Het zou zeer zeker interessant zijn over een half jaar of zoo, van die huisvrouw eens te vernemen, hoe haar die regeling gesmaakt heeft.
Zeker is het, dat het velen een ideaaltoestand zal schijnen. En die dus als alle idealen onbereikbaar zal blijken.
Ik vermoed dat de moeilijkheden verplaatst zouden worden, zoodra vele dames deden als die derde, te weten: zonder meid zich redden en véél zelf doen; alléén het grove werk laten verrichten door ‘werkvrouwen’ of ‘oppassers’ [die zijn duur] of ‘jonge huisknechtjes’. Want die soort van hulp, zou óók in prijs stijgen, als ze véél gevraagd werd en we zouden bovendien het tegenwoordige dienst-dag-meisje al spoedig zien veranderen in een ‘werkster’ en dan precies even ver zijn als nu.
Bovendien, het is toch duidelijk, dat, als de geheele huishouding, behalve dan het grove werk, zelfs in een klein gezin, op de huìsvrouw rust, de machine ook dadelijk stilstaat, zoodra deze ziek wordt; wat dan? Volwassen dochters zijn er niet altijd en zeker! aankomende dochters kunnen dan wel eens inspringen, maar toch ook niet lang of het ontaardt in een ongeoorloofde kinderexploitatie.
Welken weg dàn ingeslagen ter verbetering?
Ik zal mij niet vermeten te roepen ‘Euréka’, maar ik zou willen raden: begin eens met wat meer betalen en wat minder mallen hoogmoed, want, wat het eerste aangaat het bekende Engelsche verwijt is ook hier van toepassing:
In matters of trade, the fault of the Dutch
Is giving too little and asking too much.
Meer betalen. Zeker! Geen land in Europa, misschien Zweden en Noorwegen uitgezonderd, waar de dienstbode zoo slecht betaald wordt als in Nederland.
Nu weet ik uit eigen aanschouwing, dat de Nederlander in doorsnee absoluut geen notitie wenscht te nemen van wat er in een ander land gebeurt; de wereldbeschouwing: er zijn op aarde Nederlanders, en dan zijn er behalve dat nog een beetje menschen, maar dat zijn ‘vreemden’ - niet van smetten vrij, volgens ons volkslied! - dùs minderwaardig, is een zeer gangbare en dùs zeer ‘fatsoenlijke’, en toen een mijner kennissen in Amsterdam hoorde, dat ik mijn meisje in een ‘vreemd land’ ging grootbrengen trok mevrouw een vies gezicht en mijnheer verdacht mij van gebrek aan vaderlandsliefde! Toch behoorden beiden tot de ‘gebildete Leute’: zij, eindexamen H.B.S., hij geneesheer.
Nevermind, ik zal toch maar eens vertellen, hoe hier de dienstbode betaald wordt. - Welnu, wij betalen hier onze ‘bonne à tout faire’ het dubbele van in Amsterdam!! De gemiddelde prijs 480 frs. per jaar, of rond 230 gulden. In Amsterdam 120 gld., waarbij men moet bedenken, dat de dienstboden deze betaling besteden moeten voor kleeding en kleine uitgaven en dat die hier even duur of goedkoop zijn als daar.
Ik kan nu van onze gedienstige deze beschrijving geven. Drie en twintig jaar; nooit ziek; zeer ijverig; altijd werkend en vlug werkend; nooit brutaal; nooit is iets te veel; staat stipt op, op het aangegeven uur en gaat met de kippen naar bed; soms om negen uur al; na achten 's avonds wordt er van haar diensten nooit iets meer gevraagd; het gezin is klein, man, vrouw en één kind. Zij houdt alles in orde: vijf flinke kamers, keuken en badkamer, die driemaal daags gebruikt wordt; eens in de week, op ‘kamerdag’ wordt zij bijgestaan door een werkvrouw; bovendien gaat zij tweemaal in de week naar de markt - soms met de huisvrouw - en iederen dag naar den slager (groenten, aardappelen, vruchten, visch en fijne vleeschwaren, worden hier niet thuisbezorgd). Zij kookt ook, doch wordt hierbij af en toe bijgestaan door de huisvrouw, omdat wij de Hollandsche keuken op den duur prefereeren boven de Fransche. Zij is altijd gewillig en goed gehumeurd; erg vergeetachtig; dood eerlijk; veel te veel wáre trots om het niet te zijn; nooit kregelig ondanks herhaalde terechtwijzigingen wegens een neiging om ‘met den Franschen slag’ af te doen, wat