de Italiaansche dramatische opera; het tooneel van het afdalen van Orpheus in de Hades bevat lyrische passages van groote welluidendheid. In zijn lyriek geeft hij een artistieke vorm aan het rispetti en strambatti van het volk, en schreef uitmuntende muzikale ‘ballate’, of ‘canzoni a ballo’, die onder de beste kunnen worden geschaard in de Italiaansche dichtkunst. In zijn erotische poëzie ligt echter weinig hartstocht, ofschoon in alles wat hij schreef, volgens Villari, ligt ‘een fijnheid van smaak en gevoel dat bijna Grieksch genoemd kan worden.’
Lorenzo de Medici, neemt een tweede plaats in ten opzichte van zijn vriend, maar deze tweede plaats is een zeer goede. Zijn eerste liefde voor de mooie Lucrezia Donati gaf hem de inspiratie tot vele liefde-sonnetten, en andere minne-liederen die er een onvermijdelijk gevolg van moesten zijn, maar zij zijn meer uitingen van een gril, van een hersenschim, dan dat zij diepe ernst bevatten. Maar Lorenzo's onmetelijke liefde voor de natuur, zijn zeer fijn opmerken en zijn gevoelig beschrijven, toont zich meer in gedichten als het Caccia col Falcone en het Ambra, geschreven in de wouden en bergen in de streek nabij zijn nieuwe villa Poggio a Caiano. Elders geeft hij weer vrij uiting aan de dierlijke zijde van zijn gevoelig gemoed, en in zijn beroemd Canti carnascialeschi geeft hij liederen die gezongen moeten worden bij carnavals en maskerades. En zelfs heeft de muziek ervan
Een der vele straatgezelschappen, die tijdens de lustrumfeestweek de ‘Florentijners’ onthaalden op ‘teere, melodieuse Florentijnsche muziek’.
voor korten tijd overstemd de indringende stem van Savonarola, wiensernstige waarschuwing zich te bekeeren en boete te doen weer onopgemerkt voorbijging, totdat eerst op het sterfbed Lorenzo den ernstigen dominicaner toeriep: ‘Heus, benedictionem, Pater, priusquama nobis proficixeris.’ Een van de treffendste Platonìsten in den kring der Medici, is nog Pico della Mirandola, een jong Lombardijsch edelman, van een bijna vrouwelijke schoonheid. Hij was een groot geleerde, zelfs strekte deze kennis zich verder uit dan de klassische kennis, naar het mystieke Oosten, en met zijn groote kennis kwam hij het eerst in Florence in 1480 of 1482, op het oogenblik zoowat dat Marsilio Ficino zijn vertaling van Plato eindigde. Niet alleen Lorenzo en zijn kring zagen in hem een wonder van geleerdheid, maar zelfs Savonarola, in zijn Trìumphus Crucis, schrijft na den dood van Pico, dat, door zijn beminnelijkheid en kennis, en door de sublieme hoogheid van zijn leer, hij geschikt kon worden onder de wonderen van God en natuur. Thomas More vertaalde zijn werken en zijn brieven, en eerde hem als een heilige. Hij stierf, hetgeen hem door een vrouw was voorspeld op den dag dat de gouden lelies van het koninklijke wapen van Frankrijk in Florence werden gebracht door de Porta San Frediano.
Met Pico della Mirandola kan men rekenen dat het tijdvak van de Quattrocento, is geindigd, waarin door de grootste geleerden en eerste kunstenaars een schat van kennis en schoonheid werd voortgebracht, die nu - na eeuwen, ons nog voedt en voor ons is een onuitputtelijke bron van beschouwen, van gevoelen en bewonderen. En er ging van uit een licht dat door al die eeuwen niet is verduisterd, een kracht tot scheppen en genieten, die nooit uitputten kan, en een hoogheid van gedachte, en van leer en ideeën waar wij - kleine menschen van thans -