De Hollandsche Lelie. Jaargang 22
(1908-1909)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOver Toilet en wat ermede in verband staat.De slachtoffers.In een tot professor Treub en mij in de Lelie van 22 April 1908 gericht ingezonden stuk in deze rubriek ‘toilet’, verzekerde mej: Pelsma mij onder anderen, dat de reformkleeding geenzins heeft uitgediend nog, dat zij integendeel, volgens haar, bloeiend is in Nederland. Ik was toen buitenslands, en ik heb daar, noch in Zwitserland, noch in Tyrol, noch in Italië, noch in Frankrijk, ooit eenige andere reform-draagsters gezien dan aan de Riviera, waar veel Duitschers komen, hier en daar een enkele duitsch-sprekende, door jan-en-alleman met meelijdende en spottende verbazing nagestaarde, lompe verschijning, meestal niet jong meer, en wie men het kon aanzien dat het haar te doen was minder om schoonheid in kleeding dan wel om ‘hygiëne’ of gemak. Nu ik sinds eenige maanden terug ben in Holland, kan ik mij 't beweren van mejuffrouw Pelsma in zooverre beter begrijpen, omdat ik inderdaad hier in Den Haag alles te saamgenomen nog al vrij wat reform-draagsters heb aanschouwd. Maar ik ben er, vanwege het gehalte waartoe deze dames behooren, toe gekomen haar te betitelen met den naam ‘De slachtoffers’. - Ik zal U toelichten wat ik daarmede bedoel. Toen een zeker, op reclame-belust, met kunstdoenerige neigingen meer dan met goeden smaak uitgerust clubje rijke dames hier in Den Haag, vóór enkele jaren besloot van haar te laten spreken, door de reform niet maar uit een gezondheids-idee maar als schoonheids-middel aan te prijzen, toen is er een korte tijd geweest, waarin zelfs de betere modemagazijnen, en gansch de niet-zelfstandige vrouwenwereld in het algemeen genomen, zich een oogenblik in de war lieten brengen, en men dientengevolge afzichtelijke gekleede en dure reform-japonnen veelvuldig zag uitgestald, en zag gedragen óók. Professor Treub sloeg er kort daarna met zijn hobbezak-artikel met dubbele kracht in, omdat hij sprak eensdeels met de autoriteit van den wereld-beroemden medicus, anderzijds met den scherpen blik op vrouwenschoon van den man, (voor wiens oordeel de vrouw veel gevoeliger is dan voor dat harer eigen sexe). Ook zonder zijn optreden zou deze wansmaak-mode | |
[pagina 333]
| |
waarschijnlijk wel ten slotte ten onder zijn gegaan, het is niet de eerste maal immers dat zij het hoofd omhoog steekt, maar in elk geval droeg zijn beschouwing in De Holl: Lelie er veel toe bij de meening inééns te doen omslaan, en de belachelijkheid van dat aanmatigende troepje Haagsche kunstdoensters aan de kaak te stellen, zoodat hare pretensie dat zij ons zouden leeren ‘de’ ware ‘schoonheid door gezondheid’ (door middel van smakelooze reformtoiletten) gansch en al in duigen viel, en weldra eindigde op de bij dames gebruikelijke wijze in geruzie en verdeeldheid onderling. - Direct gevolg: De mode-aanstellerij met reformkleeding is dood, dood als een pier. Onder de goedgekleede rijkere standen ziet men haar niet meer; velen harer, die in den tijd waarvan ik spreek haar met enthousiasme omhelsden vanwege ‘de lange lijnen’ en al dien onzin meer, zijn weer teruggekeerd tot corset en wat er bij behoort. De voorbeelden, mij persoonlijk daarvan bekend, zijn te over, - maar... welke categorie is het die nog overbleef.? Die, welke na zich eerst de dure veranderingen van reform-ondergoed en reform-toiletten te hebben aangeschaft, dikwijls met opoffering van haar geheele kleedgeld langen tijd vooruit, nu finantieel niet in staat is zich voor de tweede maal de luxe te veroorloven van een algeheele toilet-verandering en aanschaffen van duur corset, (voor haàr die het dragen ervan eenige jaren ontwend waren dubbel noodzakelijk: een goed en dus duur te nemen), nieuw ondergoed, nieuwe japonnen etc.! Dezulken loopen er bij menigte rond hier in Holland, dat zie ik, nu ik er weer terug ben, óók; vrouwen en meisjes zonder fortuin, genoodzaakt de misvormde blouses, de mismakende rokken, de smakelooze ruggen, met het middel als een streep er over heen inplaats van op de rechte plaats, tegen wil en dank dóór te dragen, omdat zij geen geld hebben de dure veranderingen aan een terugkeer tot het corset verbonden te laten aanbrengen. Daarom noem ik haar: ‘De Slachtoffers.’ Men heeft haar wijsgemaakt dat de reformkleeding een ver-reikende verandering zou teweegbrengen, niet alleen op gezondheidsmaar òòk op schoonheidsgebied. (Schoonheid door gezondheid!) Lichtgeloovig zijn ze op de praatjes van een clubje rijke dames, die zich elke gril kunnen veroorloven, ingegaan, en nu zitten zij met de gevolgen, terwijl die bewuste dames zich sinds lang weer terugtrokken, of, wat velen harer doen, onder de robe princesse een duur en mooi-gemaakt corset aantrekken, voorgevende dan dat ze der reform getrouw zijn gebleven. Let maar eens op rondom U: al degenen die gij nog ziet in reform-kleeding zijn bijna zonder uitzondering zulke, door de coupe van haar kleeding, door de stof ervan, door heel haar uiterlijk en leefwijze, haar geringe financieele middelen bewijzende dames. - Rijkere, over een ruim kleedgeld beschikkende vrouwen, zooals er zoovelen meededen in het begin, toen de zaak een mode was, ziet men nu niet anders meer dan wat de páár betreft wier namen zoozeer een zijn met de geheele beweging van het begin af, dat ze zonder overal te worden uitgelachen niet meer terug kunnen. En dáárom spreek ik van: De slachtoffers. Als men geen fortuin heeft kan men zich heden ten dage nogtans voor o zoo weinig geld heel netjes en heel smaakvol, en zonder in het minst op te vallen door armoede noch door opzichtigheid, uitstekend kleeden, dank zij de goedkoopte van stoffen en van gemaakte kleederen, en van de uitgebreide keuze, die men tegenwoordig heeft, op elk gebied, voor elken leeftijd, voor elk figuur. - Voor de ongelukkige reform-categorie echter, waarvan ik hierboven spreek, is dit voorrecht van onzen tijd vervallen, háár ziet men eensdeels meer dan anderen haar bescheiden beurs aan (omdat juist reformkleeding, wil zij eenigzins dragelijk zijn, een heel goede coupe en heel goede modellen vereischt en dus heel duur is) anderzijds heeft zij door hare corsetloosheid zich letterlijk den pas afgesneden voor weinig geld een aardig japonnetje, een keurig wandeltoiletje, zooals ze in elk magazijn zijn tentoongesteld, aan te schaffen. Slachtoffers eener lichtgeloovigheid, die velen harer zich in stilte beklagen, zonder het te durven of te willen bekennen.Ga naar voetnoot*)
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|