Niettemin verdringen de dames elkander in ‘Les Galeries Lafayette’, ‘Les Magasins du Louvre’ en andere magazijnen om de nieuwe winterhoedjes te passen. Hoedjes? Reuzenhoeden, ongelogen; sommige van meer dan 70 centimeter doorsnede zijn kleine parasols!
O, o, wat een voetangels en klemmen voor onze Hollandsche schoonen. De Parisienne weet immer haar elegant, beschilderd en opgemaakt persoontje zoo te verwringen naar alle mogelijke modes en modellen, dat de zotste hoed, zoo al niet mooi, haar tòch staat!
Zeker, een groote hoed is mooi, maar de nieuwe winterhoeden, ongelooflijk groot en plat, met exentrieke garneeringen, zijn belachelijk, om niet te zeggen leelijk. En dan misschien die onmogelijk groote hoeden overgebracht naar Holland, op de meestal gladgekapte hoofden van onze dames. O, ik moet er niet aan denken!
De gansche hoed, zoowel de lage bol als de breede randen zijn meerendeel vervaardigd van satijn, velours miroir, of castoor, in alle kleuren.
De modekleuren van den winter echter zijn prune en bleu Nattier, ter eere van den schilder Nattier, die deze heldere kleur zoo gaarne placht te gebruiken in zijn schilderijen, en wit. Ook zal men veel groen, loodgrijs en bruin zien dragen.
Om een garneering te verkrijgen die niet in het niet verzinkt op de groote randen, heeft men groote platte rozen in den handel gebracht, iets grooter dan een etensbord, die verkrijgbaar zijn in alle tinten en nuancen. En, om weer iets geheel nieuws te hebben dezen winter draagt men sinaasappelen op den hoed van middelmatige grootte. Reusachtige rozetten van oranje en van andere kleuren fluweel gebruikt men ook veel. Ter afwisseling garneert men nog met cirkels van aan elkander vervaardigde vleugels.
Gelukkig ziet men naast deze exentrieke en anaestetiesch beladen hoeden, heel lieve en elegante; model zooals van den zomer, bezijden een weinig opgewipt en gegarneerd met de immer mooie en geliefde struisveeren, esprits en bloemen.
De hoeden worden zeer samensmeltend met het kapsel gedragen, bijna zonder bandelette.
Welk kapsel dezen winter het meest mode zal zijn? Lieve lezeressen, daarin laat vrouw mode van dezen keer haar volgelingen groote vrijheid. Men mag zich geheel kappen naar zijn uiterlijk; dames met korten, dikken hals, een coiffure naar de hoogte, mits niet al te hoog; dames met langen, slanken hals, een laag in den hals gekapte coiffure. Heel veel wordt een rechte of schuine scheiding gedragen, aan weêrszijden het geonduleerde haar sterk gedoft. Het voorhoofd wordt echter zooveel mogelijk vrijgelaten. Voor bals, concerten en diners copieert men het kapsel van oude Grieksche en Romeinsche beelden en schilderijen, met de gladde vergulden banden.
Deze coiffures kleeden allerliefst, hebben groote charme en zijn zeer in stijl bij de naar het Grieksch geïnspireerde Directoire-costuum.
Want het elegante, soepele Directoire, dat absoluut in harmonie is met de lijnen van het lichaam, heeft ook voor den a.s. winter de eereplaats bemachtigd in de vrouwelijke garderobe.
Ook nu weer vraag ik mij angstig af: zullen onze Hollandsche dames het Directoire-costuum wel naar waarde weten te schatten? Zullen de meesten met haar onverschilligheid voor elegantie en gratie, met haar weinige coquetterie in gang, houding en gebaren, zich zelf en het Empire- en Directoire-costuum leelijk maken, doordat zij niet bij elkander passen?
Het is toch zoo te betreuren, dat vele vrouwen bij ons in Holland zoo weinig om haar uiterlijk geven. Haar woningen maken zij mooi met luxe meubelen en schilderijen, en om zich zelf denken zij niet. Toch, wat knapheid van gezicht aangaat, kunnen onze Hollandsche vrouwen gerust concurreeren met haar Fransche zusteren. Haar frissche gezichtjes met de blonde haardossen, de mooie, witte tanden en de natuurlijke en mooie teints, zouden het zelfs winnen van de beschilderde gezichten der Françaises, hadden deze niet zulke prachtig schitterende zwarte oogen, wisten zij niet zoo handig van het weinige zwarte haar met behulp van wat valsch, een sierlijk kapsel zich te maken; dan.... de elegantie en gratie van onze Hollandschen is nihil bij die der Parisiennes, en.... elegantie is aantrekkelijker dan schoonheid.
Heusch, lieve dames, een weinig coquetterie is geen zonde.
Komt eens een kijkje nemen in den ‘Jardin du Luxembourg’ en den ‘Jardin des Tuileries’ en ziet de kleine meisjes eens in haar spel. Wat een allerliefste lenige figuurtjes, wat een elegantie in loop en gebaren!