Varia.
‘Mijn meerdere’.
Naar aanleiding van de gedachten wisseling, geopend door den heer Servaas van Rooyen over Mijn meerdere, vestig ik zijn aandacht, en die van allen die in deze questie van de ‘minderwaardigheid’ der vrouw ten opzichte van den man belang stellen, op onderstaande ‘dagorder’, aan het leger des Heils, door Generaal Booth:
In de eerste plaats sta ik op de gelijkheid van de vrouw. Elke officier en soldaat moet er zich aan houden, dat de vrouw evenveel belang en evenveel waarde heeft, even bekwaam en even noodig is voor den vooruitgang en het geluk van de wereld, als de man. Er zijn nog menschen, die vasthouden aan opvattingen van vervlogen eeuwen, die in vrouwen niet veel meer zien dan speelpoppen, dan een bezit of slavinnen. Voor het Christendom zijn man en vrouw gelijk en gelijkberechtigd.
Man en vrouw zijn niet gelijk, in dien zin, dan hun eigenschappen gelijk zijn, maar zij zijn evenveel waard. Waar de een sterk in is, is de ander zwak, en andersom. In wilskracht b.v. en in lichaamskracht, zal de man dikwijls de vrouw overtreffen, maar in snelheid van inzicht, in kracht om te dragen, en in kracht om lief te hebben (en dit is het goddelijkste in ons) is de vrouw gemeenlijk de meerdere van den man. Geef de vrouw een goede kans, en zij zal toonen, dat zij, over 't geheel genomen, in de waarde van haar gaven en de wijdte van haar invloed 's mans gelijke is.
(Ontleend aan ‘De Nederlander’.)