laten wij hen spelen, wij nemen niet telkens hunne vrije uurtjes in beslag voor ons gemak, wij laten hen niet te jong allerlei overtolligs leeren. Integendeel wij zien hen gaarne kind zijn.
Ons verstand zegt ons echter dat karaktergebreken reeds van den beginne met kracht moeten onderdrukt worden. De moeder geve dus NOOIT toe aan drift en dwingen, aan koppigheid, humeurigheid en opzettelijke ongehoorzaamheid.
Het kind leere dat de toegevende moeder ook nog een wil heeft, waaraan in sommige omstandigheden niet te tornen valt. Al jong echter leeren de kinderen begrijpen dat moeder voor hun bestwil handelt; dan ontwaken ook hunne liefde en hun vertrouwen, zij leeren dan gemakkelijker gehoorzamen; buien van weerspannigheid verdwijnen allengs en komen zij nog eens voor, dan is een enkel woord van moeder dikwijls voldoende om de bui te bezweren.
Onder al te groote vertroeteling en al te groote strengheid toch, overwint het kwade het goede, wat jammer zou zijn van onze lieve kinderen.
Ik zou dus elke moeder raden: ‘Volg geen vaste regels bij de opvoeding, maar voed eerst U zelve op, opdat gij de kracht hebt, (want gemakkelijk is dit niet altijd), in alle omstandigheden, met liefde en verstand beide te handelen.’
Leur.
MARIE VERPALEN-SPEEK.