Sommige kleuters speelden met ballen, ook zaten er veel op hobbelpaarden, anderen vermaakten zich op een andere wijze en van tijd tot tijd kregen ze versnaperingen, om maar zoet gehouden te worden. Men kan zich voorstellen, dat ze geheel en al uit hun doen zijn en hunne magen ook in de war waren.
Het frappeerde me bepaald, zoo weinig mooie kinderen er waren, alleen twee jongetjes zagen er uit om te stelen. Het eene was een Indisch ventje met een ‘tjelana monjet’ aan en zoo bruin, maar gezond en heerlijk.
Het andere had een geelachtig tricot pakje aan met korte mouwtjes met schots afgezet en wekte de algemeene bewondering door zijn snoesig gezicht en mooi lichaampje en daarbij zijn ongedwongen wezen, onbewust van alles. Beiden kregen prijzen voor gezondheid.
Veel kindertjes waren voor die gelegenheid poesmooi gemaakt. Het haar van de kleine meisjes zoo stijf gekruld met zulke zwierige strikjes en als die ouders nu eens begrepen, dat:
‘Wat 't meeste aantrekt op den duur,
Is Eenvoud, zonder kwik of strik,
dan hadden ze zulks niet gedaan.
Het kwam me ook voor, dat de burgerstand alleen aan dien wedstrijd deelnam, vandaar waarschijnlijk de weinige distinctie en verfijning in kleeren en coiffure enz. der kinderen.
Doordat er zoo weinig aantrekkelijke figuurtjes waren, keek ik er niet lang naar, maar begaf me in de aangrenzende zalen, alwaar tentoonstelling was van kinderspeelgoed, kindermeubeltjes, kinderbedden, kindervoeding, kinderkleêren uit het magazijn de Vlijt enz. -
Ook was er een zending van ‘het Anker’, dat me bizonder intéresseerde en met recht, aangezien ik zoolang in de tropen vertoefde.
Een voorgalerij van een Europeesch huishouden in Indië was er te zien (door poppen voorgesteld.) De heer des huizes met een slaapbroek en badjoe china, kinderen, waaronder één op een ligkussen op den grond tusschen twee goelings, en een baboe er naast, een trouwe Cerberus gelijk. Een Singapore rottan stoel enz. enz. en kinderkleêren alle genoemd, zooals een guerita, een oedit, een tjelana monjet.
Verder was er een uitstalling van Mensing en Visser met allerlei boeken over kinderopvoeding o.a. de lichamelijke en geestelijke opvoeding van het kind.
Hoe moet ik mijn kleintje verzorgen? Harden?
Dit laatste was een boekje, waarop een afbeelding van een naakt kindje, dat met een emmer water wordt overgoten, natuurlijk voorstellende, de behandeling met koud water, waarover de geleerden 't nog niet eens zijn.
Alles en alles voor het kind! Wat een parodie! Veel wordt er voor gedaan, maar alles uiterlijk, want neemt eens een kijkje in de huizen, waar is de plaats van de moeder?
Ach, die is dikwijls leêg en vervangen door de bonne en vooral in deze laatste tijden, als er zulke speeches worden gehouden van Reverend Shaw in de dagen van het vrouwen-Congres voor vrouwenkiesrecht. Reverend Shaw, die maar steeds beweert, dat de vrouw niet alleen moet denken aan haar huisgezin, maar dat ze zich ook moet geven voor het algemeen welzijn; voor de maatschappij, daar moet ze voor werken! Alsof de kinderopvoeding nog ander werk naast zich duldt, alsof dat zoo licht te tellen is!
De vrouw moet voor andermans kinderen zorgen, maar je eigen peuters daar behoef je niet naar om te zien, daar hebt je je menschen voor! O, Reverend Shaw, moeten op zulk een manier goede leden van de maatschappij geproduceerd worden? Ziet hier nu die tentoonstelling! Alles moet voorstellen tot nut en heil van het kind, maar het is ijdeltuiterij van de ouders.
Zoo'n kind krijgt nu een brevet van schoonheid en als 't nu achttien jaar is, is 't misschien een monster geworden, maar dan kan ze het brevet toch nog toonen.
Wat 'n genot!!!!
Wat heeft 't nu voor een doel?
Men heeft zeker niet geweten, wat je nòg meer moest aanwenden ten nutte of ten gerieve van het kind en is toen op dit dwaze idée gekomen.
Had de commissie maar liever eens mooie prijzen uitgeloofd voor de moeders die 't minst uitgingen en zich 't meest bezighielden met hun kroost! Daàr zou het kind in 't algemeen meer mede gebaat zijn.
De eeuw van het kind wordt geheel en al bedorven door ‘het jaar van de vrouw’ (zie: feestgave bij gelegenheid van het vrouwencongres voor vrouwenkiesrecht door Cornelis Veth.) In dat boekske, staat Cupido ‘te huur’ of ‘te koop’ want manvrouwen trouwen niet.
Amsterdam, 12 Juli 1908.