worden; zeer modest, een tikje vervelend zelfs; enfin, papa Herodes was er blijkens zijn muziek erg mee ingenomen; natuurlijk schrikte hij geweldig toen hij hoorde wàarop deze dans hem te staan kwam.
Een groot voordeel van ‘Salomé’ boven andere oude en moderne opera's is, dat deze zeer kort is; één acte maar, ineens door; een heerlijke schikking; alleen toèn een beetje jammer voor de massa mooie toiletten in balcon en zaal; 't was nog in den tijd der vredes-conferentie; veel vreemdelingen dus die, dames zoowel als heeren, over 't algemeen meer toilet maken dan in Holland gebruikelijk is.
Toch zijn wij op dat punt sterk ‘vooruitgaande’; 's avonds worden er èn in het publiek èn bij particulieren oneindig meer lichte, dunne toiletten gedragen dan een jaar of wat geleden. En de hoeden zijn nu geheel Parijsch: kolossale champignon- en cloche vormen, met garneering van reusachtige afmeting en veerwuiving. Alleen zien wij duidelijk dat daarbij een Parijsch kapsel hoort: crêpés enz. die de breedgerande hoofddeksels aanvullen. Zij, die, hoewel krampachtig vasthoudend aan het plat eenvoudìge coiffure, zich door haar modiste zoo'n modern reuzengevaarte laten aanpraten, doen op de wandeling denken, minder aan champignons of klokken, dan wel aan die op dunne pooten een breed schild torschende schaaldieren die men in sommige aquariums te zien krijgt.
Tot mijn spijt zijn mèt de gedelegeerden ook vele ‘hooge-zijden’ verdwenen. Hollandsche heeren dragen die zoo min mogelijk.
Binnen- en Buitenhof zijn nu akelig leeg en doodsch. Zagen wij van den zomer op het deftig-oude Binnenhof een massa auto's en rijtuigen staan, dan wisten wij: de heeren aan den arbeid; was het vroolijke Buitenhof voor de helft bedekt met allerlei deftig uitziende voertuigen, dan stelden wij ze voor: dineerend, recepieerend, zich ontspannend.
De Ridderzaal, waar de gedelegeerden bijeenkwamen, die
‘.... Zaal met haar eenvoudig schoon,
het keurgesteent' van 's Gravenhage's kroon’
is nooit voor fiere ridders bestemd geweest of door die helden gebruikt geworden. Wel is daar lange jaren de staatsloterij getrokken, door een zeer weinig ridderlijk uitgedoscht weesjongetje. Toèn sprak men van de Loterijzaal; sedert de kostbare restauratie is zij weer Ridderzaal gedoopt.
Tijdens de vredesconferentie waren de muren behangen met Turksche tapijten, om er iets gezelligs aan te geven; maar men voelde dat die bouw kale wanden vroeg; dat die tapijten daar evenmin hoorden als het electrisch licht en de verwarmingstoestellen in de oud-Hollandsche schouwen. Maar niettegenstaande deze concessies aan den nieuwen tijd maakte het geheel toch een plechtigen indruk, zooiets als Napoleon's speech bij de Pyramiden, een wijzen op de niet veertig, maar 'k geloof zoowat zeven siècles die vous contemplent. In elk geval een vergaderzaal waar men mee voor den dag kan komen.
Zoo hebben wij nog eens pleizier beleefd aan onze voor die restauratie uitgegeven millioentjes!
Onze stadgenoot-natuurkundige, de overleden dr. Bleekerode, heeft aan ons stadsbestuur tot nog toe niet anders dan last gegeven met zijn cadeau-legaat, bestemd voor een standbeeld van Christiaan Huygens.
Het moest in 't Voorhout komen te staan; er zou een model van gemaakt worden. Er werd een model in hout geconstrueerd; men zètte dat in het Voorhout. Een kolossaal breed en hoog monument, met vele figuren en wiskundige instrumenten. Heel hoog in de boomen verscholen zag men een aardbol; dicht langs de huizen loopend, onderscheidde men met moeite Huygens-zelf.
Een allergekste plaats, die algemeen afgekeurd werd. De gemeenteraad, eerst vrijwel ingenomen met die keuze, moest toch weer er over delibereeren, en kwam toèn tot de ontdekking dat de legataris een ‘standbeeld’ heeft gewild; dat een standbeeld gewoonlijk door een beeldhouwer wordt gemaakt, niet door een architect, al is die nòg zoo knap.
En toch lijkt de residentie in niets op een provinciestadje, als... Kampen b.v.
X.