De Hollandsche Lelie. Jaargang 20(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende In 't Schemeruurtje. (Naar 't Engelsch.) Ik zit in de scheem'ring te droomen, Zie 't spel van de schaduwen aan. 'k Ben droef, want ik denk aan hen allen, Die reeds lang van mij heen zijn gegaan. Maar dan, door der schemering stilte, Door den suizenden nachtwind heen Hoor ik duidelijk een liedje ruischen; 't Zijn stemmen uit 't grijze verlêen. De nacht heeft het zonlicht verdreven En 't liedeke hoor ik niet meer; 't Verstierf met de stralen der zonne, Maar de naklank, die hoor ik steeds wêer. Want diep in mijn hart zingt het verder, Zoo vleiend, zoo zachtjes en teer; 't Spreekt van liefde en trouw van daarboven, 't Zijn stemmen, die 'k kende weleer. ‘MARIA.’ Vorige Volgende