De Hollandsche Lelie. Jaargang 20
(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdGedachtenwisselingen.Een P.S. voor C. Eersteling.Allereerst bied ik aan de redactrice mijn nederige verontschuldiging aan voor mijn onbescheidenheid, dit P.S. te durven zenden. Ik wou zoo graag nog iets zeggen aan C. Eersteling! Uw stukje nog eens inziende, merk ik dat U mijn schrijven schijnt te houden voor een stukje over vr. stud. Dit is 't eigenlijk niet; 't is er een over de vraag of een examen en bovenal een zwaar examen (zuiver ac. of niet) de vrouw. pers. ontwikkelt. Uw zienswijze doet U waarschijnlijk de overspanningen waar ik van spreek, beperken tot de uitsl. ac. ex. Dat moet uitgebreid worden tot de minder inspannende ook, want ook daar heb ik van zware overwerking gehoord; zelfs de lager acte, die U even noemt, schijnt sommigen aan te pakken. Dit had ik willen zeggen: overal zijn overspanningen, enkele heel zware zelfs, en met blijvende gevolgen; conclusie: over 't algemeen genomen zijn meisjes voor zware studie niet geschikt; dit is zelfs zoo voor meisjes, die volkomen er voor berekend schenen, (bewijs: de gevallen van overspanning die ik ken onder de zware examens.) Dit is nu 't gevaar, waar ik bang voor ben: vele meisjes schijnen het met U eens te zijn, dat ‘gemakkelijk leeren’ de eenige voorwaarde is tot hoogere studie en tot andere zware. En nu, nu ken ik al drie gevallen van heel intelligente meisjes, die reeds in 't begin der studie nadeelige gevolgen voor hun gezondheid er van onder- | |
[pagina 563]
| |
vinden! Waar moet 't heen, als dat zóó voortgaat? We krijgen een massa zieke wezens die misschien zelfs geen goede geestelijke res. geven! Waar de hoogere studie toch oorspronkelijk bestemd was voor vrouwen, die wat begaafdheid en aanleg, geest en lichaam betreft, volkomen er voor waren berekend, daar komen er nu zelfs toegestroomd, die niet er voor zijn geschikt. Ieder meisje, dat op school gemakkelijk leeren kon, of met gemak een eenvoudig examen heeft afgelegd, vindt zich volkomen berekend voor een hooger. Ik vráág de meisjes, nog eens toch lang en ernstig na te denken, vooral als 't niet bepaald noodig is, eer ze besluiten tot de proefneming van een zware examenstudie, vooral van een langdurige! Zet de ijdelheid opzij? Intusschen moet ik iets meedeelen: een studente voor een lange en zware studie, heeft mij mondeling verklaard nog geen overspanning te hebben gehad. Zij is flink en stevig, heeft sterke zenuwen, (dit verzekert zij zelf), een helder hoofd, houdt van een massa echt vrouw-dingen niet en trekt zich niet gauw iets aan. Ik kan ook niet van haar zeggen: ‘dat is nu een echte, vrouwelijke vrouw.’ Zouden we hier de eigenschappen hebben die geschikt maken voor hoogere studie? Ik ben steeds zoekende naar de waarheid hierin, want die heb ik noodig te vinden!
EXCELSIOR.Ga naar voetnoot*) |
|