op dit altaar gebrand! De kerk Gods in handen van een menschenmeerderheid, uitdrijving der minderheden in den naam van Gods woord, alles steunende op het bespottelijke als axioma vastgestelde: 11 is meer dan 10; en dit heet dan de overwinning van 't gezond verstand en de logica (alias: rekenkunde).
Voorwaar: een politiek man is een bedorven man. En toch, wat is niet door politiek besmet? Is er één zaak waarvan deze vuile bemoeial zich niet heeft meester gemaakt, is er iets wat harten meer ontroert dan het gebazel over leger, vloot, onderwijs, financiën; bestaan eigenlijk al deze dingen niet meer om en door de politiek dan om zich zelve? Niet het leger interesseert den politicus, maar of het al of niet naar zijn zienswijze zal zijn ingericht, is voor hem de kwestie; de politiek die 't onderwijs als stokpaardje berijdt, wil dezen factor van volksontwikkeling aanwenden tot meerdere glorie van zijn partij, al moet ook de ontwikkeling aan 't onderwijs worden ontnomen, wat schaadt het als 't slechts kan dienen om kiezers en aanhangers of blinde volgers te vormen van de partij, die 't zich - daarvoor immers is ze partij - ten doel heeft gesteld de overheerschende, d.i. de baas te worden. Dit alleen is 't streven: toenemen in aantal, d.i. in macht, ten einde anderen te overheeren.
En voeg daarbij het bespottelijke: men moet partij kiezen! O, 't is volkomen waar: een middenman, een modderaar. Indien ge strijd moet voeren, kies partij, dit is natuurlijk, onvermijdelijk. Maar juist de politicus is vaak de modderaar, de man die de partijen ontziet, die met anders te spreken dan hij meent of met concessies, liefst in schijn, een meerderheid bijeen tracht te goochelen. Welk een bedroevend licht werpt de geschiedenis ook van de grootste meest geprezen staatslieden op hun politiek gedoe en gemier; 't is bij allen konkelen, plooien, kuipen, overreden, omkoopen, huichelen, bedriegen. En zoo menigeen, braaf en deugdzaam, mild en goed, edel en eerlijk als particulier, was als staatsman listig, dat heet diplomatisch, schrander, d.i. verraderlijk, alsof in dienst van 't land of de partij slimheid en onoprechtheid de plaats moeten innemen van oprechtheid en onkrenkbare eerlijkheid en trouw. Hoe is Duitschland éen geworden? Denk aan Sleeswijk-Holstein! Met welke bedriegerijen, fopperijen en schijnvertooningen is Italië's eenheid tot stand gekomen? Hoe viel de eerlijke Garibaldi, de trouwe kerel met zijn hart van goud, uit de wolken, toen hij op Victor Emanuel (voor wien Cavour sprak en kronkelde en spon en won), zijn koning vertrouwd had.
Helaas! wat blijft er over van den handigsten of grootsten - van deze twee al heel weinig - maar wat zelfs van den braafsten staatsman, indien men zijn woorden en daden, geheel zijn politiek bedrijf weegt op de schaal der gerechtigheid?
Wij leven nog altijd in binnen- en tegenover buitenland onder strijd, geboren en voortwoedende uit zelfzucht. De vrede der volkeren, de internationale rust, kan niet gesloten worden, voor de rechten der minderheden bij wet en verordening zullen zijn vastgesteld en het recht van den sterkste, d.i. de overheersching van de meerder- over de minderheden, 't moderne vuistrecht, zal zijn afgeschaft en daardoor de politiek uit de wereld zal verdwijnen, die 't strijdperk is van ongemaskerde zelfzucht, hoogmoed en eigen baat.
Dit te ontwikkelen: hoe en in welke aangelegenheden de minderheden haar eigen zaken kunnen regelen, is de schoonste taak voor den wijsgeer. Met het vinden van zulke oplossingen op elk verschillend gebied van regeering en beheer zal geleidelijk een nieuwe staat ontstaan, waarin iedere kring handelt en behandeld wordt overeenkomstig eigen wenschen en behoeften, waarin zoo weinig mogelijk plaats is voor onderdrukking van andersdenkenden. Zeer zeker is dit een langdurige en moeilijke arbeid, die meer wijsheid en kennis vereischt dan beleid en politiek; maar met het oog op den vooruitgang sedert de Middeleeuwen behoeven wij niet te wanhopen steeds meer dien gulden tijd te naderen. In dit denkbeeld past geen partijbelang. Slechts éene schrede scheidt ons van dezen weg, doch zij moet gezet worden op het pad. der zelfverloochening. En zoo'n eerste schrede valt zwaar.
C.G.