H.H. te S. - Uw brief wacht al een heelen tijd op mijn antwoord. - O ja, in dit klimaat ben ik veel gezonder dan in Holland, maar ik hoop toch daar terug te komen binnen eenigen tijd. Het leven in Amsterdam, met het onvermijdelijke ongezonde gedeelte-taak van den tooneelcriticus, die door weer en wind 's avonds laat uit moet, heeft waarschijnlijk mijn gestel te veel aangepakt. - En dat ben ik nu weer te boven gelukkig. - Ja, de onbeschoftheid van de menschen is dikwijls groot, zooals ik het in mijn artikelen over Reizen aantoonde - maar onbeschoftheid is lang niet altijd een gevolg van een slechte opvoeding. - Er zijn onbeschofte menschen in alle standen. En aan het eene volk als geheel, is die eigenschap ook meer eigen dan aan het andere. Zwitsers en Engelschen b.v. zijn van nature veel onhebbelijker dan Duitschers of Italianen. - Ik ben blij dat mijn artikel voor Excelsior bij U zooveel instemming vond. Het is een feit, dat er in het ouderworden dikwijls een groote verzoening ligt met het leven. - Als wij nog jong zijn, willen we het vormen naar onzen eigen wil en wenschen. komen in opstand tegen alles wat ons pijn doet, en kwelt in ons rechtvaardigheidsgevoel. Later zien we beter het betrekkelijke van alles, worden ons ook meer bewust het vergankelijke van dit korte leven, dat heusch niet de moeite waard is het te verbeuzelen met treuren over hetgeen niet te is veranderen. En in die berustende stemming gaat ons oog open voor al het goddelijk-mooie rondom in de natuur, en ook voor de zedelijke waarde van diegenen van wien we tot hiertoe alléén de gebreken zagen. - Is het niet jammer dat we dan juist, als we geléérd hebben dóór het leven, gewoonlijk al aan het eind ervan staan? - Hilligenlei is een boek van overtuiging, een boek waarom ik den schrijver, die mij in dat phrasen-boek Jörn Uhl eerder afstootte, heb liefgekregen. - Zeker, ook nu nog kan hij de phrasen-makerij niet geheel en al aan
kant zetten, maar toch, hij laat je in de hoofdfiguren zoo wáár zien het hopelooze, het troostelooze van maatschappelijk helpen-willen. Die scene in Berlijn is aangrijpend van wáárheid. - Vriendelijke groeten. -
Clara. - Ik heb een briefkaart van U met. Uw nieuwe woonplaats, en een brief. - Wilt gij zoo vriendelijk zijn als gij dit mailpapier gebruikt, het aan een kant te beschrijven, want de brief is totaal onleesbaar. - Met groote moeite heb ik er uit ontcijferd een beschrijving van Uw nieuw thuis; het deed mij veel genoegen dat gij er zoo naar Uw zin zijt. - Scheiden doet altijd pijn, vindt gij niet? Alle goede oogenblikken die gij in zoo'n huis en zoo'n stad, welke gij verlaten gaat, hebt doorleefd, schijnen U als het ware vast te houden, en U toe te roepen: Dat alles hebt ge hier toch genoten; gij laat het hier achter, voor goed, voor het Onbekende. - Bij elk heengaan, bij elke scheiding, zelfs al was die mij nog zoo welkom, heb ik dat pijnlijke gevoel doorleefd, van iets losrukken dat met me was vastgegroeid. - Uw stukje komt nu spoedig. -
Woltche. - Dank voor Uw vriendelijk briefje. - Wat het ver-weg zijn betreft, wel, ik kom immers terug.
Zie maar eens wat ik daarover aan H H. te S. schreef. - En dan, de afstand is zoo groot niet als gij denkt. - Weet gij wel, dat ik een brief, die den vorigen dag uit Amsterdam of den Haag is afgezonden, hier reeds den volgenden kan hebben.? - In onzen tijd bestaan er eigenlijk geen afstanden meer, met de snelle vervoermiddelen. - Uw toekomstige woonplaats is eigenlijk veel lastiger te bereiken, van uit den Haag b.v., dan de mijne, omdat de aansluiting daarheen, naar uw a.s. woonplaats, nog zooveel te wenschen overlaat. - Nu, ik ben blij dat gij mijn raad hebt gevolgd. Gij zult er oneindig veel méér satisfactie van hebben oen uitstekende huisvrouw te zijn, dan een mislukte schrijfster. - En ook zal het eerste Uw man en Uw gezin en U-zelf finantieel ten goede komen, veel méér inbrengen, dan de weinige guldens die gij nu en dan zoudt verdienen met een of ander met moeite en nood in elkaar geflanst novelletje. - Als gij getrouwd zijt, - want jonge meisjes lectuur is het in geen geval, - zult gij wel eens sommige van Zola's latere boeken lezen, Travail, Fécoudité, Paris, en dan zult gij zien hoe al zijn vrouwenfiguren - en waarlijk Zola was een up to date modern man in de vrouwenquestie, - uitmunten door zulk een gezonde verstandige opvatting van haar rol, niet als man-wijf, maar als helpster van den man in hare taak van huishoudster, opvoedster. - In Fécondité en in Paris schildert hij zulke ideaal-toekomst-vrouwen, die niets gemeen hebben met het Johanna-Steketee type dat ik onlangs besprak uit haar boek Mimosa. Zola's toekomstvrouwen doen zelve haar huishouding, voeden zelve hare kinderen, zijn vrouwen en moeders vóór alles, boven alles Voor manwijverij en vergaderingen en speeches hebben ze geen tijd, zoo min als voor het een mooie rol in het openbaar spelen tegen de onzedelijkheid; (waartoe zij ondertusschen hun eigen mannen en zonen
drijven, als zij geen kinderen willen, en den huiselijken haard verlaten om 't heele land speechende door te trekken.) Op dat laatste punt hebben Zola's vrouwen een afdoender remedie, ze maken hunne eigene mannen en zonen zoo gelukkig, dat deze geen lust meer gevoelen tot de onzedelijkheid buitenshuis. - Ik ben overtuigd dat deze weg de beste is, maar zij die hem graan, doen dat in stilte, en met vergaderen, speechen, zich zelf in de hoogte steken, vestig je door het voortdurende lawaai op je-zelf de aandacht, waarom het méér te doen is dan om de onzedelijkheid tegen te gaan. - Zoo ook met de schrijverij. Gij hebt uit het fraaie geleuter van Johanna Steketee kunnen zien, dat zelfs een groote middelmatigheid als Mimosa 't nog wel zoover kan brengen, dat ze hier en daar een portret van zichzelve ziet geplaatst in een tijdschriftje. (O goden welk een geluk, nietwaar!) Welnu, al wordt gij ook volmaakt in het koken, strijken, huishouden doen, zóó dat Uw man U een juweel vindt, de vreugde van U-zelf daarmee ‘beroemd’ te maken, moet gij missen. - Een goede huisvrouw en moeder wordt alleen door haar man en kinderen gewaardeerd (exeusez du peu). - Gij zult U dus daarmee moeten vergenoegen, moeten afzien van de Mimosa'-beroemdheid. Daarvoor echter zult gij waarschijnlijk ook niet door Uw man in den steek worden gelaten, zooals met deze lieve gade geschiedt, - en haar verdiende loon is. -
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.