De Hollandsche Lelie. Jaargang 20
(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdGedachtenwisselingen.Dordrecht 25 Nov. '06.Hooggeachte Freule de Savornin Lohman.
Gaarne wenschte ik, als abonnée, van de H.L.U eens te schrijven over het ingezonden stukje van Ida. Zoudt U het dan als ingezonden stuk willen plaatsen of wel mij in de correspondentie rubriek daarop antwoorden? 't Liefst heb ik echter het eerste, ofschoon ik gaarne ook uw meening zou willen weten. Het bewuste stukje van Ida heb ik met groote verwondering gelezen, daar ik niet begrijp hoe iemand zulke onderwerpen in 't publiek wil behandelen. Zelf ben ik verloofd en ik zou er nooit over gedacht hebben de meening van wild-vreemde menschen te vragen over iets dat zoo kiesch en persoonlijk is. Vindt U, Freule Lohman, dat geheel onbekende menschen, Ida een voldoende antwoord kunnen geven? Hoogstwaarschijnlijk is zij zelf verloofd en dan lijkt het mij heel kwetsend voor haar aanstaande, wanneer hij weet, dat zij iets, dat geheel tusschen hem en haar moet blijven, in 't publiek behandelt. Ik zelf zou het tenminste zoo voelen en mijn verloofde eveneens. Het zijn immers veel te teere onderwerpen om er met iedereen over te praten en als 't waar is, dat Ida zelf verloofd is, zou zij 't nooit gevraagd hebben, wanneer zij hem echt lief heeft met die mooie, groote liefde, die tusschen man en vrouw moet bestaan en waaruit vanzelf volkomen eerlijkheid tegenover elkaar voortvloeit. Als man en vrouw elkaar met die liefde liefhebben, zullen zij er geen van beide aan denken geheimen voor elkaar te hebben en zullen ze er ook nooit over denken dit of dat te vertellen, maar het als vanzelf sprekend vinden. U dankend, geachte Freule, voor de opname, blijf ik met beleefde groeten DICKIE.Ga naar voetnoot*) |
|