De Hollandsche Lelie. Jaargang 20
(1906-1907)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdCorrespondentie van de redactie met de abonnésDe redactrice van de Holl: Lelie brengt ter kennis van de lezers van dit Blad, dat zij géén manuscripten, of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen | |
[pagina 304]
| |
betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden. Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nommers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden. Redactrice.
P.S. Het spreekt van zelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers die in de corr: rubriek thuishooren. | |
Bericht over aangenomen en geweigerde bijdragen.Ga naar voetnoot*)Pierre Artimon. - Uw stukje neem ik aan. Het lijdt nog aan hetzelfde gebrek, waarover ik U meen ik reeds schreef: gemis aan levens-ervaring. Wat gij záágt rondom U in Uw Indische omgeving, geeft gij vlot, kernachtig, in goeden stijl terug, maar als gij een toestand, een oorzaak moet uitwerken, vervalt gij in conventioneele school-volzinnen; (ik bedoel in dit geval het verleden van Louis) Toch herhaal ik mijn vorig oordeel: Er zit wat in. Het andere komt nu spoedig, is misschien reeds geplaatst als gij dit leest. Gij-zelf moet in Indië, aan Uw postkantoor, informeeren wat de goedkoopste manuscripten-verzending is naar Nederland. Op dit punt is namelijk het eene postkantoor strenger dan het andere. In den Haag accepteerde men dezelfde verzending van manuscripten, die men in Amsterdam weigerde, en die zelfde onregelmatigheid heerscht op meerdere postkantoren ten onzent. In het buitenland kan men manuscripten in enveloppe open verzenden met een touwtje eromheen en buiten-op geschreven: Papiers d'affaires. Of dit in Ned: Indië ook geldig is, weet ik niet, omdat juist op dit punt bij ons ieder postdirecteur zijn eigen begrippen schijnt te kunnen volgen, in plaats van den algemeenen regel. -
Bertus. - Het eene stukje wilt gij misschien toch liever niet plaatsen, als ik het aanneem, schrijft gij. Misschien is het dan maar beter, dat ik voor U beslis, en het weiger. De stijl is namelijk wat dor en droog voor een ‘novelle.’ - Als gij het hebt opgeschreven als iets dat waar is gebeurd, laat zich zulk een stijl wel begrijpen, maar als verhaal of schets heeft het voor derden weinig boeiends; dus als gij toch twijfelt of gij het wilt plaatsen, dan zou ik 't maar niet doen, dunkt me. Het andere kan ik alleen aannemen als ‘ingezonden’, omdat het op 'n andere plaats, dus als door den uitgever betaald werk, te veel zou lijken op reclame-maken onder mijn eigen redactie voor mijn eigen boeken. De ingez: stukken rubriek is vrij. Wilt ge het daarin doen opnemen, meldt het mij dan s.v.p. even.
H.H. te S. - Wie is Gelukkig nam ik aan. Gij schrijft, dat ik meerdere dingen van U onder mijn berusting heb. Dat is ook zoo, maar gij hebt voor zoover ik weet op allen achtereenvolgens reeds bericht ontvangen van aanname.
J.B. - Ik wil gaarne eventueel iets van U plaatsen, vind echter het nu gezondene nog niet geschikt. Er zijn te veel woorden in zonder inhoud. Wat beteekent b.v. ‘woorden die m'n ziel verduisteren’ Hoe kunnen woorden verduisteren? En iets verder wilt gij eerst wachten tot het ‘overal duister’ is en dan ‘stille staren in 't licht der mane’. Het eene sluit het ander uit. -
G.W.E. - De verschillende stukjes heb ik alle aangenomen.
Hyacinthe, - Het wordt geplaatst, maar ik zet er boven: Nagedachtenis, onder Uw eigen titel, dan heeft het méér zin. Lucy B. - Alles plaats ik, en Uw brief beantwoord ik de volgende week. -
Mej: M.C.B. - Uw werk is nog te conventioneel. Gij schrijft van ‘jongelingen’, met ‘vurige’ blikken, enz., enz. Dergelijke verhaaltjes geven geen blijk van bijzonder talent zoodat ik-voor-mij U niet kan aanmoedigen op den ingeslagen weg. In elk geval moet gij aan ons blad niets meer zenden, want van niet-abonnees kan ik geen dergelijk beginwerk plaatsen; er is te veel copie van dien aard. -
Norma. - ‘Schele Gerrit’ Ja.
Van der V., Leiden. - Ja, ik wil Uw stukje ‘Blondje wel plaatsen, omdat het zoo wáár is. - Mag ik er boven zetten onder Uw eigen titel Aan... of zooiets. Dat geeft er meer zin aan - -
Elsa. - Uw versjes gaarne.
E. van O. - Uw wáàr-gevoeld schetsje gaarne; het is niet slecht van stijl en vorm. -
Veritas te S. - Uw gedicht ‘Meer licht’ komt.
Stella Mare. - De schetsen gaarne.
Eugenie. - Uw beide vertalingen gaarne. -
D.P. - Uw versjes wil ik gaarne plaatsen; over sommigen maak ik, wat de raakheid en kernachtigen vorm betreft U mijn compliment. Daar gij reeds in dit jaar zijt bekroond, is het beter geen van allen te doen meedingen met de nieuwe prijsvraag, waarbij gij toch buiten mededinging zoudt moeten blijven, en ze liever allen afzonderlijk te plaatsen tegen honorarium. -
P.K. - Uw versjes gaarne. -
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
Spoed-Correspondentie.De overige gedachtenwisselingen ‘voor Ida’ kwamen voor dit nommer te laat.
M. en Bernarda. - Uw nieuwe brieven ontving ik juist, toen de vorigen waren beantwoord in het vorige nommer. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|