dit alles, vraagt ge wellicht? Wel om de steeds meer jagende bevolking gelegenheid te geven in een minimum van tijd van de Potsdamerplatz onder den grond door naar de Spittelmarkt, het Centrum, te brengen. Aan schoonheid wordt daarbij niet gedacht of de mooie pleinen ontsierd worden, dat hindert niet, als men de zenuwachtigheid maar bevredigen kan, daar komt het meer op aan. Jammer is het dat al wat historische waarde heeft voor Berlijn van vroeger, steeds wordt afgebroken en omgehakt om nieuwe gebouwen, zonder eenige architectonische smaak te doen verrijzen. Berlijn heeft gebroken met zijn verleden en is nu eenmaal de stad van de toekomst!
In het stadhuis waren dezer dagen teekeningen uitgestald voor ‘Schwebebahnen’, die nu ook weldra hier hun intrede zullen doen. Alles tot verfraaiïng! van het uiterlijk schoon der stad. Doch hoofdzakelijk om aan de zucht tot snel verkeer tegemoet te komen en de opeenhooping van menschen aan de haltestellen der grosse electrische trams te voorkomen.
Verder zijn er ettelijke concessies verleend aan lijnen voor auto-omnibussen, in plaats van de paarden dito's, plus nieuwe lijnen. Zoo langzamerhand zal het een embarras de choix worden, met welk vervoermiddel men het snelste zijn doel bereikt.
De muziekzalen en schouwburgen hebben hun poorten weer geopend met nieuwe sterren en nieuwe repertoirestukken.
Caruso, de Italiaansche heldentenor, oogst grooten bijval van het Berlijnsche publiek, dat er steeds op uit is om vreemdelingen hemelhoog te verheffen en hun eigen krachten niet te waardeeren.
Sudermann heeft zijn winterintrede gemaakt met een nieuw stuk ‘das Blumenboot,’ een stuk, dat hiper modern is en reeds verleden winter als boek verscheen om eerst het publiek met den eigenaardigen inhoud vertrouwd te maken. Blumenboot is geheel een contrast met zijn Stein unter Steinen, dat in 1905 het eerst ten tooneele kwam. De groote Men ziet hier gaarne Sudermann's werken; zij prikkelen, amuseeren en geven aan de acteurs en actrices gelegenheid hun talenten aan het publiek te toonen.
Weldra wordt hier weer eens een nieuw theater geopend aan de Nollendorfplatz! das neue Schauspielhaus met de Mozart-saal. Uitwendig maakt het een grappig effect; het is echter nog niet klaar, ik zal dus mijn oordeel opschorten tot het geheel gereed is. Het openingsstuk is een Shakespeare, ‘Sturm,’ dat op de tegenwoordige manier met begeleiding van muziek, wanneer er elfen-dansen of kooren in voorkomen, wordt opgevoerd. De kleine leerlingen der Isadora Duncanschool in het Grunewald zullen aan ‘Sturm’ medewerken. Het publiek wordt dan in de gelegenheid gesteld met de elegante danseresjes kennis te maken. Ik moet gulweg bekennen, dat het optreden van deze gracieuse kindertjes met hun natuurlijke bewegingen allerliefst is. Ik zag hen eenmaal en was verrukt over de eenvoud en gratie, waarmede zij hunne dansen uitvoerden. De kleeding is doodsimpel, een los reformjurkje, bloote voeten en beenen en onder het kleedje nog een reformhemdje, alles even smaakvol en eenvoudig. Het haar is meestal gescheiden en met een band bij elkaar gebonden, zonder eenige kapperkunsten. Alles wat Isadora Duncan aangaat, interesseert het Berlijnsche publiek, niettegenstaande meinig maal veel slechts van haar verteld wordt, zoo blijft haar aureool alhier toch behouden. In mijn volgend schrijven kom ik op de school in het Grunewald en de Mozart-saal terug!
Berlijn 13 Oct. 1906.
MEA.