heiligen ernst kunnen wijden aan één of meer takken van sport.
Deze up to date, mobiele luiheid heeft het hier ‘vreeselijk druk’ gehad gedurende het Concours Hippique en de... Semaine automobile, zei men verleden jaar; nù was men zoo wijs geweest maar drie autowedstrijddagen vast te stellen.
Door bijna voortdurend mooi weer lukte alles uitstekend, behalve de avond-optocht met verlichte auto's, die heel mooi zòu geweest zijn als de regenstroomen niet nagenoeg alle lichtjes gedempt hadden.
Brrr! hoe griezelig zag die druipnatte strandboulevard er uit, en hoe dankbaar was ieder, die een overdekt plaatsje in het café Rotonde had bemachtigd; vandaar kon men, mits op een stoel of tafel klauterend, de auto's zien voorbijsnellen, die zoo gelukkig waren nog een paar lichtjes brandend te hebben. En voor dien lichtstoet hadden duizenden den regen getrotseerd; maar een Hagenaar laat zich niet gauw door het weer terughouden als er op Scheveningen ‘iets te doen is.’
De middag-wedstrijden waren intens vervelend voor wie niet op de hoogte is van de aan die snelheidsmonsters gestelde eischen. Natuurlijk waren er onder de toeschouwers velen derzulken; maar 't is mode een auto te hebben, en dus dient iemand die met zijn tijd (of met de mode) meegaat de noodige belangstelling te toonen in de zóó- en zóóveel kilometer snelheid, de pedalen enz. enz.
Het bloemencorso van auto's was beter gelukt dan een dergelijk feest dat men een jaar of wat geleden arrangeerde; 't geen intusschen niet véél zegt; want toèn was die stille optocht van circa een dozijn bebloemde rijtuigen over Kurhausplein en boulevard bepaald een naargeestige vertooning.
Nu was er meer animo, en wat de aangekondigde bataille de fleurs betreft, er wèrd met bloemen gevochten, maar op een vrij kalme manier; meest waren het vreemdelingen, die aan den slag deelnamen. Men beschuldigde de Hollanders van bij dergelijke uitheemsche pretjes liever toe te zien, uit voorzichtigheid; zou echter die afwachtende houding in deze niet eerder een gevolg zijn van de oud-Hollandsche zuinigheid, een deugd waarvoor wij eenmaal in oer-oude tijden zoo beroemd waren? Met bloemen gooien is een kostbare liefhebberij, meer geschikt voor in hun geld rollende Hongaarsche of Amerikaansche Kurgäste dan voor alle dag naar Scheveningen trekkende Hagenaars. Op die corso-dagen was er in de bloemenmagazijnen voor iemand die een zedig verjaarbouquetje noodig had, geen aankomen aan zoo'n vriendschapsblijk: alles op- en leeggekocht voor het auto-feest.
Al waren er mooi versierde auto's, toch voelt men dat zoo'n bloemenveldslag eigenlijk thuis hoort in een omgeving van groen en bloemen. Een eenvoudig fiets-bloemencorso, dat ik in Haarlem's groene omstreken zag, maakte veel fijneren indruk dan deze optocht van met verbazend veel onkosten versierde, logge gevaarten.
De Concours Hippique-week op Zorgvliet bewees dat de leelijke auto's de paarden nog niet geheel verdrongen hebben. Wie daar heenging in de hoop van iets méer te zien van Vader Cats' aloude verblijfplaats, kwam bedrogen uit: een omheind, totaal boomenloos terrein was bestemd voor dit paardenfeest.
Wij hebben daar zeven dagen achtereen Derby of Longchamps gespeeld; laat ons hopen minus de weddenschappen.
Wanneer men, zooals ondergeteekende deed, bij zulk een concours een dag kiest zonder gevaarlijke springpartijen, waarbij het enkel aankomt op vlugheid en behendigheid der ruiters, dan is het altijd een groot genot die mooie exemplaren te zien van dat edele ras, dat door z'n eigenaardig elegante bewegingen toont liefst zijn eigen zin te volgen, maar dat de mensch zoo goed onder den duim heeft - de mensch in het algemeen genomen, want ook de vrouwen hebben er aardig slag van die weerspannige, edele rossen naar haar handje te zetten; getuige o.a. de aan het concours deelnemende Amerikaansche, die keurig reed met vurige twee- en zelfs vierspannen.
De uitslag van zoo'n wedstrijd komt het onwetend publiek dikwijls vreemd voor; heeft men zijn zinnen gezet op het mooiste span,... een geheel ander paar krijgt den eersten prijs: wij hadden niet alleèn op schoonheid moeten letten (niet alleen bij pàardenbeoordeeling gevaarlijk,) maar op de actie. Denkt men in zijn eenvoud dat het beste jachtpaard dat is wat het hoogst en zonder fouten springt... mis! het kwam vooral aan op de wijze van springen. Veel verrassingen dus bij de prijsuitdeelingen.
Wat bij zoo'n concours mij altijd opvalt, is de mooie houding en gang van de paarden en de leelijke dito van hun berijders: echte paardensportmenschen hebben - onze offi-