tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nommers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Redactrice.
P.S. Het spreekt van zelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers die in de corr: rubriek thuishooren.
Adé. - Het spijt me heel erg, dat ik uw vers nog niet plaatste. Vergeten heb ik 't geenzins, maar ik herinner me niet, dat ik U spoedige plaatsing had beloofd. - Vindt gij nu goed, dat ik het plaats in de e.k. Lelie? Zoo ja, dan behoeft ge mij niet te antwoorden; zoo niet dan natuurlijk wel. Ik vind het zoo droevig voor U, dat gij ziek zijt, en zou U daarom niet gaarne eenig verdriet willen aandoen, dat ik U zou kunnen besparen. Overigens ben ik 't heelemaal met U eens, dat de doktoren zich heel dikwijls vergissen, en dat gij dus volstrekt niet den moed behoeft op te geven. - Ja, de menschen zijn dikwijls hard voor elkaar, juist in zulke omstandigheden van ziekte, dat geef ik U volkomen toe. Dat zij U lastig vallen met op- en aanmerkingen, als gij zooveel bagage meeneemt voor Uw gemak, moet gij U waarlijk niet aantrekken. Dat doen zoovéél gezonde menschen, vooral Engelschen en Amerikanen toch ook, en in ieder geval wat gaat het een ander aan? - Ik voor mij lach maar eens hartelijk mee, als 'n ander me om iets van dien aard uitlacht. En verkiest hij of zij er zich boos over te maken, dan geef ik hem den raad een anderen kant uit te kijken, dan behoeft hij zich niet langer te ergeren.
- Met een papegaai mag men in de coupé, met een daartoe voorgeschreven model van kooitje, vrij reizen; voor de honden heb ik een extra-verlof aangevraagd, dat me tegen betaling van den daartoe voorgeschreven prijs is toegestaan; in het buitenland is die extra-permissie niet eens noodig. Dus voel ik me precies evenveel in mijn recht, als b.v. menschen die reizen met kinderen, en ik kan U verzekeren dat deze laatsten gewoonlijk vrij wat lastiger zijn voor hunne medereizigers dan mijn honden, die zîch uitstekend gedragen, op onzen schoot slapen, en zich met niemand bemoeien. Op het punt kinderen daarentegen heb ik zoo dikwijls onhebbelijke mama's bijgewoond, die hunne kinderen gedurig met luiers voorzagen, of nog andere verrichtingen met hen deden, ook wel ze op'n vieze manier lieten eten en zich bevuilen, dat ik nooit in 'n coupé wil zitten ‘Voor dames’, omdat men daarin uiteraard den meesten kans heeft op zulk zuigelingen-gezelschap. - Ik heb o.a. eens in een D-trein in Duitschland de hulp van den conducteur moeten inroepen voor een dergelijk geval Op een tusschen-station kwam een fraai-opgedirkte floddermadam binnen, met een stumpertje van een kindje bij zich, dat, van wege een hevigen kinkhoest waarin 't bijna stikte, eerder in bed had behoord dan op reis. - Mamafloddermadam had te veel met haar eigen mooie kleeren op, om zich om het arme wezentje te bekommeren, met het gevolg dat het in onze coupé, we zaten 1ste klasse, terwijl zij op weg was naar een 2de, binnenwaggelde, en daar de zeer onsmakelijke gevolgen harer ongesteldheid begon te deponeeren. - Ik verzocht de moeder zich te verwijderen naar de klasse waarin zij thuishoorde, en ons te verschoonen van haar gezelschap; waarop zij mij begon uit te schelden, en eerst de vlucht nam toen zij den hoofd-conducteur zag naderen. Op mijn beleefd verzoek aan dezen, de sporen van haar smakelijke visite bij ons te willen doen wegruimen,
gaf hij ons groot gelijk, ging haar terughalen, stopte haar 'n doek in haar hand, en zei dat ze 't zelf moest doen, aangezien hij niet verplicht was het vuil der passagiers te bezorgen.
Het was een uitstekende les voor dat onhebbelijk vrouwspersoon, want, daar men in Duitschland streng is met boeten en met discipline, durfde zij geen woord tegenspreken, en lag, met den doek in de hand, op haar mooie japon geknield, den vloer af te wrijven onder het mompelen van ingehouden verwenschingen. -
Intusschen heb ik de geheele reis over, uit de 2de klasse coupé waarin zij haar plaats had gevonden, het onsmakelijk hoesten en wat er bij behoort van het kindje hooren overklinken. - In die coupé zaten meerdere dames, en ik heb hun lot bekláágd, en voor de zooveelste maal geconstateerd, hoe dwaas het is dat kleine kinderen en zuigelingen wèl in elke coupé mogen, inplaats van ook voor hen afzonderlijke afdeelingen te maken. - -
Ik vertel U dit geval, omdat gij, naar aanleiding Uwer eigen ondervindingen met reisgezelschap, wenscht te weten of de mijne altijd aangenaam waren. - Zeker, ik kan U op dat punt ook van allerlei vertellen, hoewel ik over 't algemeen persoonlijk geen klagen heb in dit opzicht. - - In Duitschland spéciaal zijn de uiterst beleefde conducteurs een groote hulp overigens. - Maar, zooals ik U hierboven raadde, het beste is, wanneer men volkomen in zijn recht is, zich niet te storen aan onhebbelijkheden of onredelijke op- en aanmerkingen, en er zooveel mogelijk geen notitie van te nemen, of om te lachen. -
Ik hoop, dat ge mij nu, wat het versje betreft, goed hebt begrèpen; ik plaats het alleen dáárom niet reeds nu, omdat ik uit Uw brief begrijp, dat gij het misschien in elk geval liever elders wilt aanbieden. Zoodra ik weet, dat dit niet het geval is, komt het in het volgend nommer. -
Excelsior. - Uw brief in dank ontvangen; veel dank voor de alleraardigste kaart. Op uw eigen verzoek beantwoord ik hem dus niet.
J.J.B. - Geféliciteerd!
Mevr: de wed: C.T. geb. G. - Ik wil U gaarne het recht op dat stukje teruggeven, zal dan de copie vernietigen. - Het nu gezondene wil ik gaarne plaatsen.
Hedda. - In de Lelie kan ik het bewuste zeer zeker in elk geval bespreken, wil dat ook gáárne doen; elders misschien óók wel, maar dat hangt af van den inhoud, of ik er een artikel over kan maken voor die bladen geschikt. - De latere werken van dien bewusten auteur zijn mij zoo onsympathiek geworden, ook veel van zijn doen; over de eerste heb ik mij veel minder ongunstig uitgelaten. Ik heb heel goed begrepen wat gij bedoelt met Uw wensch, en dank U zeer voor Uw vriendelijk schrijven. Ja zeker, zoo'n woordje doet wel eens goed, is 'n bewijs dat men wordt begrepen.
Mevr: D. van der M. te L. - Ik wil U en Uw man particulier beantwoorden, van daar dat Uw zeer welkom schrijven niet in deze rubriek aan de beurt komt.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.