verder, omdat de slachtoffers behooren tot de niet beroemde, niet beleende, geen invloed-bezittende gewone menschen.
Alleen wanneer de heeren-auto-bezitterszelf, de rijkaards, de upper-ten in één woord, nu en dan zelf 't hachje er bij inschieten, zelf een ongeluk houden, dan begint het geschreeuw en gejammer, en wordt er daardoor de aandacht op gevestigd van autoriteiten.
En daarom verheug ik mij van harte bij elk ongeluk, waarbij een auto-bezitter-zelf zijn eigen slachtoffer wordt.
Want alleen als dat héél dikwijls gebeurt, is er kans op, dat er een einde komt aan dit onzinnig gevlieg en gejaag ten koste van het overige publiek.
- Even vóór het ongeluk met den prins Murat is gebeurd, wierp een rijke Amerikaan, Mr. Stillman, met zijn auto een ongelukkigen molenaar en zijn kar omver. - Mr. Stillman, zoowel als de molenaar, zijn beiden heel ernstig gekwetst. Dag aan dag brengt The New York Herald ons uitvoerige berichten hoe het gaat met den rijken autobezitter, hoe hij de nacht heeft doorgebracht, etc. etc. Over den armen molenaar echter, zijn onschuldig slachtoffer, hoort men geen woord.
Wat komt die er op aan, in de oogen der oppermachtige upper-ten?
De prins Murat is blijkbaar eenvoudig dronken geweest toen hij, na 'n dejeuner in Munchen, op weg toog naar Bayreuth waar hij 's avonds vrienden zou ontmoeten. - De fransche Matin echter, die nog wel altijd zoo prat doet op zijn liefde voor den minderen man, op zijn rechtvaardigheidsgevoel, etc., etc., heeft de beleefdheid dat uit te drukken, nu het een prins geldt, met de omschrijving ‘sur-excité.’ -
En van dergelijke dronkenmans invallen - hij wilde zelf sturen inplaats van zijn chauffeur - zijn de ongelukkigen, die hem bij toeval op den weg tegenkomen, het slachtoffer.
Marcel Prévost heeft dezer dagen er op gewezen, dat men van auto-bestuurders moet vorderen afdoende bewijzen van bekwaamheid, alvorens hen op den publieken weg toe te laten. In naam gebeurt dat ook tot op zekere hoogte, omdat 'n chauffeur een opleiding ontvangt voor dat vak. Maar metterdaad kan elk rijk individu, die zich 'n auto heeft gekocht, zichzelf het plezier gunnen daarmee 'n ander te overrijden, als het hem invalt zelf op te treden als bestuurder. - En de meesten hunner valt dat in, uit roekeloosheid, eigenwaan, onverschilligheid voor 't leven of de bezittingen van 'n ander. -
Zoo blijft er slechts één middel over dezulken tot rede te brengen, dat is de harde ondervinding-zelf. Wie niet hooren wil, moet voelen. Als de ‘beschaving’ zóó ver komt dat geldbezit alle meegevoel voor 'n ander doodt, dat de upper-ten zich gerechtigd achten ieder die hun in hun genoegens in den weg loopt, dier, kind of mensch, te overrijden zonder dat dit hun een oogenblik stoort in hun zelfzucht, dan kan men 't niet anders dan een verheugeniswekkend feit vinden, zoo dikwijls een hunner-zelf te gronde gaat bij dit mensch-onteerend auto-jagen. Alleen zoo, door de ondervinding geleerd, zullen ze voorzichtiger worden met hun eigen levens, en daardoor met die van anderen.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.
P.S. Voor hen, die zich egoist zullen troosten met de gedachte, dat het in Holland nog zoo ver niet is in dit opzicht als in het buitenland, zij hier opgemerkt dat Wolfgang van der Mey nog onlangs in de Telegraaf wees op het schandelijk voorval in zijn woonplaats Leersum, waar een auto met een paar dames er in een allerliefst meisje overreed, en, zonder zich om iets te bekommeren, doorvloog als ware er niets gebeurd. Misschien zijn er wel onder mijn lezers, die zich uit den beroemden roman van Dickens: A tale of two Cities, herinneren de beschrijving van een Marquis, die met zijn rijtuig een kind overrijdt als hij een dorp dat tot zijn bezittingen behoort bezoekt, en de jammerende moeder achteloos een paar goudstukken toewerpt als eenige troost. - Voor franscherevolutie-bewonderaars zijn zulke verhalen koren op hun molen, als bewijs hoe noodig die revolutie toch maar was. Mij dunkt, veel geholpen heeft ze ten slotte niet, als men ziet hoe tegenwoordig de geldprotzen precies op dezelfde willekeurige manier met het leven hunner naasten omspringen, als de vroegere markiezen. - En die wierpen tenminste dan nog met een paar goudstukken; de hedendaagsche millionairs en petroleumkoningen, en finanzbaronnen zijn zelfs daarvoor te egoist en te hebzuchtig, maken zich maar liever uit de voeten, zonder zelfs dien karigen troost achter te laten.
In Amsterdam werden onlangs in één week