De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

Varia.

Goede harten.

Goddank; er zijn óók goede harten, en het is heerlijk van werk als 't mijne, dat nu en dan ongezocht te mogen ondervinden. -

Daar was onlangs mevr. Wolfgang van der Meij, wier ingez. stuk, om 'n goed thuis voor haar hond-zwerveling te vinden, werd beantwoord door zoovele goedhartige menschen. Het lange namen-lijstje, dat ze in de Holl. Lelie publiceerde, werd tevens aanleiding, dat een ander ongelukkig hondje een onder-

[p. 831]

dak kreeg. Want op mijn raad schreef een abonnée, die met 'n beschermelingetje verlegen zat, aan een der hulpvaardigen van mevr. Wolfgang van der Meij. En inderdaad ontfermde deze dame zich terstond over het haar aangeboden zwervelingetje.

En zelve heb ik te getuigen van de heerlijke resultaten, die het ingezonden stuk mocht wegdragen, onlangs in dit blad opgenomen, eener dame, die gaarne iets wenscht bij te dragen, door het afmaken of vervaardigen van handwerken, in het onderhoud van hare moeder en haar-zelve.^*) Zie, ik wil eerlijk bekennen, dat ik maar 'n flauwe hóóp had op althans éénig succes, toen ik dat stuk plaatste, mij bereid verklaarde het adres der dame op te geven langs particulieren weg. - En zie, er zijn zoovelen gekomen, die op 'n sympathieke, hartelijke wijze belangstelling toonden, bestellingen deden. Aan hen deel ik mede, wat mij die dame dezer dagen schreef; het zal hun zeker aangenaam aandoen te lezen welk een goed werk ze deden, hoe ze nut stichtten, meer nog dan ze misschien zelf wisten:

‘Al mijn moed is weer boven gekomen; die al zoo langzamerhand aan het dalen was.
.... Ik had al zoo lang er mee omgeloopen of ik het wagen zou U eens te schrijven; en nu zoo heerlijk dit succes!
.... Ik kan U haast niet beschrijven, hoe gelukkig ik mij gevoel na dit alles.
.... U begrijpt, hoe heerlijk ook moeder het vindt, dat ik zooveel werk gekregen heb.’

Lieve menschen, is zoo'n brief nu niet heerlijk voor U; ik ben er zóó blij mee! En ik zeg U allen hartelijk, hartelijk dank!

ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.

*) Zie Lelie van 14 Maart 1906.