Brief uit Berlijn.
Lyceum-Club te Berlijn.
Het is een eigenaardige speling in de natuur, dat Duitsche en Engelsche vrouwen zich nauwer aan elkaar sluiten, door het oprichten van een Lyceum-Club te Berlijn, geheel op Engelschen leest geschoeid, terwijl de politieke verhoudingen menigmaal, vooral in den laatsten tijd, zeer gespannen zijn. Vrouwen zijn tactvol, wellicht kan de samenwerking van het Duitsche en Engelsche zwakkere geslacht, er toe bijdragen om de politieke misverstanden uit den weg te ruimen.
In November 1904 kwam de sympathieke, lichamelijk zoo-ongelukkige, Miss Smedley naar Berlijn om hier medewerking te zoeken tot het oprichten van een Berlijnsche Lyceum-Club.
In het voorjaar 1904 had Miss Smedley te Londen een Lyceum-Club geopend, die zich verheugen mag in enormen voorspoed. Hierdoor aangemoedigd, kwam zij op de gedachte in de hoofdsteden van Europa dergelijke Club-hotels te vestigen. Over het algemeen werd de gedachte met veel bijval begroet; begin Januari 1905 werd reeds een bureau gevestigd, waar iedereen zich kon informeeren. Het idée van de Club is om leden en buitengewone leden, bestaande uit vrouwen die eenig beroep uitoefenen, zooals, schilderen, schrijven, muziek enz, het gemakkelijk te maken hun werk te publiceeren. Tentoonstellingen zullen onderling worden georganiseerd om de beoefenaarsters der kunstnijverheid en schilderkunst gelegenheid te geven naam te maken. Concerten zullen worden gegeven om aan de vrouwelijke componisten den weg tot het publiek te openen.
Verder is het huis als hotel ingericht voor medeleden, die een paar dagen, een maand of een jaar in de Club willen wonen. Het lidmaatschap bedraagt 20 Mark (f 12) per persoon, plus 10 Mark entréegeld.
Om nu een woning te vinden, die geheel aan de gestelde eischen beantwoordde, was niet zoo gemakkelijk. Geslaagd is het bestuur en wel in de Potsdammerstrasse 188b met een magnifique huis, dat achter een reuzentuin bezit en prachtig gelegen is aan tram verbindingen en in de nabijheid van een paar stations.
Eindelijk zou de opening plaats vinden; 4 November was daartoe uitgekozen, 's middags van 3-7 uur. Tusschen 5 en 6 uur was het een ongekende drukte van rijtuigen, automobilen, droschkes die en file naar 118b reden. Alle kringen waren vertegenwoordigd; de hofkring, de aristocratie, de financiëele wereld, kunstenaars van naam, de diplomatie, de vrouwenwereld, in één woord, een bonte mengeling van toiletten door elkaar. De Berlijnsche magazijnen waren kolossaal opgekomen en de smaak en keus van toiletten gaat hier vooruit. Vele heeren bewogen zich ook tusschen de dames en de oude professor Joachim zat heel vertrouwelijk met Mis. Smedley te praten.
Het huis heeft parterre vertrekken en drie verdiepingen, waarvan de voorkamers allen tot eet- en gezelschapzalen zijn ingericht en de achtervertrekken als slaapkamers. In de eerste étage zijn de aan den tuin gelegen kamers tot bibliotheek en schrijfkamer ingericht, beide munten uit door warmte en gezelligheid. De inrichting is geheel Engelsch, doch in Duitschland vervaardigd; de ameublementen zijn daardoor cosy en missen gelukkig de plompe Duitschheid. Het geheele huis was keurig met groen en bloemen versierd; een muziekkapel zat op het bovenste portaal, zoodat bij het binnenkomen reeds de vroolijke toonen der muziek tegenklonken. In de parterreruimte is een permanente tentoonstelling van kunstnijverheid der leden beoefenaarsters geopend, die veel interessants en smaakvols bevatte. Tevens zijn de bureaux ook beneden gevestigd, waar men steeds van 10-6 uur informatie kan krijgen.
Ongeveer een 2000 personen bezochten de feestelijke opening. Zoo ongeveer om 6 uur hield Miss Smedley een kleine toespraak om de Club te openen en er op aan te dringen onderling elkaar te helpen, waardoor de Duitsche en de Engelsche vrouw trouw samen moesten werken. De presidente van de Berlijnsche Club, Frau Commerzienrath Heil, nam met warme dankbetuiging het Club-huis van Miss Smedley, de stichtster over. Daarna werden nog eenige felicitatie-telegrammen voorgelezen en hiermede werd de plechtigheid gesloten.
Berlijn bezit nog twee Vrouwen-Clubs, waarvan de ééne evenveel entrée heft als de nu opgerichte Lyceum-Club; een leelijke concurrent is de nieuwe inrichting. De tijd zal moeten leeren of de Berlijnsche vrouwenwereld drie clubs kan in stand houden. De Lyceum-Club is dermate ingericht dat zij