De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 288]
| |
haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan de correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hun dáárin te beantwoorden. Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nommers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden. Redactrice. | |
Spoed-Correspondentie.Jacobi Parochi. - (geeft geen ps: aan). Ik wil Uw lijstje van boeken naar mijn beste weten beantwoorden: Jörn Uhl; - is in èlk geval dien prijs wáárd, want het is een zeer bekend boek. Ik vind den verhaaltrant vervelend en langdradig, en geloof dat ‘de’ menschen 't mooi vinden, omdat ze elkaar napraten, omdat het mode is, en omdat oppervlakkige phrasen steeds méér worden toegejuicht dan waarheid. Overigens schreven velen mij, naar aanleiding mijner meening, dat ze 't met mij eens zijn. Hanna. - Wildenbruch is een zeer goed schrijver. Zal U wel bevallen. Het zoekende licht. - Van Sienkiewicz geldt hetzelfde. Uit de Steinmarker Alpen. - Ofschoon ik dit werk niet ken van Rosegger, beveel ik zeer zeker alles wat hij schrijft U met nadruk aan; het is gezond, frisch, eerlijk, vol liefde tot de natuur. De Gele Roos door Jokai - ken ik niet. En ofschoon Jokai een zeer bekend schrijver is, zou ik hem niet aanbevelen. Hannes de Molenaar door Clara Viebig. (zie hierboven wat ik schreef over Sienkiewicz). Vera Vorontzoff. - S. Kowalewsky is geen groot charme van mij persoonlijk; zij schrijft mij te overdreven, maar zij zal U wel boeien. IJslandvisschers. - Dit méést beroemde werk van Pierre Loti behoort tot die meesterstukjes in Literatuur, die ik zéér liefheb, en waarvan ik U de lezing niet genoeg kan aanbevelen. Gij ziet dat uit deze toelichting volgt: Koop het U gebodene, als de ex: werkelijk nieuw en schoon zijn, gerust. Zij zullen aan uw eisch: ‘een aangenaam verhaal lezen’, ruimschoots voldoen. - Hartelijk dank voor Uw brief. Het was niets indiscreet dat te schrijven. De bedoelde persoon is echter geen zoon van dien man; die beleeft enkel genoegen aan zijn zonen. En dat verdient hij, want de groote sympathie die hij U afdwingt, moogt gij hem gerust wijden. Hij is een dóór en dóór rechtschapen mensch. Met het compliment dat gij mij naar aanleiding daarvan maakt, was ik zeer verëerd. Want ik vind Uw opmerking een groot compliment voor mij. - Gaarne ontvang ik te zijner tijd het beloofde. Mevr: O. - S. den Haag. Hartelijk dank voor 't gezondene. De proef zal ik U doen zenden. - Als ik kan, kom ik U persoonlijk goeden dag zeggen. Ik moet nog in den Haag zijn voor visites. Mevrouw D.V. - T. Lieve Mevrouw. Ik herinner mij U volkomen. U wildet me zelfs bezoeken. En U hebt me gemist. - Maar Uw brief beantwoord ik nog nader. Thans alleen over zaken. U moet zelf een ‘Vraag’ zetten in de Vragenbus, en die den uitgever zenden. Voor de administratie is dat noodig. - Zou echter een ingez: stukje met Uw naam eronder niet wenschelijker zijn? - Om U te bewijzen hoe goed ik me U herinner, voeg ik hier nog bij, dat de komst Uwer baby de reden liet vervallen waarom U zich het éérst tot mij wendde. Was het niet zoo? Abonneé. Dat Uw ps: mij dien keer is ontgaan, spijt mij zeer. Ik zal er voortaan aan denken.
Excelsior. Den bewusten brief ontving ik inderdaad. Mijn bedoeling was hem, met Uw goedvinden, als ingezonden stuk te plaatsen, en er dan per onderschrift op te antwoorden. Inderdaad vergat ik U hiertoe de toestemming te vragen. De gedeelten die mij niet geschikt voorkomen, zal ik uitschrappen. Als ik dus niets van U hoor, komt het in een der a.s. nommers.
F.H.M. Ik beloof U dat ik altijd, ook bij volgende inzendingen, heelemaal zal voldoen aan Uw vraag in den brief. Wat dat versje betreft, ik plaats het gáárne, omdat ik 't heel-mooi gevoeld vind. - Neen, ik vind niets kinderachtigs in Uw verzoek, want ik geloof dat ik U héél goed kan begrijpen; niet iedereen wordt door het leed gestaald, velen, vrouwen vooral, worden er dikwijls overgevoelig door. Het is alsof elke aanraking, hoe licht ook en hoe onschuldig bedoeld, pijn doet, brandt... En ik herhaal U nog eens, gij kunt er op rekenen, dat ik noch zoo heel gauw boos word, noch van plan ben U verdriet te doen op de door U gevréésde wijze.
N.M. de J. - Zie hierboven corr: aan de niet-abonnés, waartoe gij, naar ik vermoed, behoort. Ik ontving Uw bijdrage, maar met het antwoord moet gij Uw tijd afwachten.
Mies Ik zal het bewuste stukje nazien, of het van U is. Ik gelóóf het eigenlijk wel, nu ik Uw briefje ontvangen heb. Maar ik zal het nog opnieuw onderzoeken.
E. Osles. Neen, dan kan het stukje niet worden geplaatst, als het reeds in ‘De Telegraaf’ verscheen. L.L. zal ik antwoorden over zijn verzen. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|