De Middeleeuwen, die op dit gebied onder religieuse invloeden staan, gaven uiting aan de idealen van het geloof.
Terwijl in de monumentale werken van Shakespeare de Calvinistische, of liever de vrije Protestantsche geest onmiskenbaar in haar individueele kracht is te bespeuren.
Kwam het hier alleen aan op een sentimenteel gevoel? Mij dunkt van neen.
In Frankrijk stonden evenals de gewrochten der Renaissance kunstenaars als Corneille, Racine en Molière onder klassieken invloed.
En nu is m.i. de kern van de richting van '80 in ons land te zoeken in een verandering in het filosofisch denken. Men scheurde zich los van den band der vroegere religieuse opvattingen, die nog over was in de oudere literatuur, om met heftige sprongen zich te bewegen in de vrije ruimte der zuivere, zinnelijke natuur.
Dat dan ook bij kunst alleen mag gevraagd worden naar vorm en wijze van uiting, terwijl de zaak en 't onderwerp zelf ons blauw-blauw moeten laten, is op dit gebied een onzin, zooals ze slechts verwacht kan worden van dwepers met een bepaalde richting, gelijk o.m. de heer Kloos vertegenwoordigt. Onmiskenbaar staat ook deze laatste, gelijk herhaaldelijk is gebleken, sterk onder de macht van de gevoelstheorie, die zoo omstreeks '80 van de Duitsche filosofen is komen overwaaien. Deze richting verheerlijkt het subjectivisme tot in belachelijke vormen. Dit gebeuren zou nu zoo erg niet zijn, wanneer deze idee de heeren niet had verleid, om al wat niet was overeenkomstig dien vorm als van nul en geener waarde af te keuren. Het is in casu voor ons land een gevaarlijk spel.
Het is den heeren aan te raden nog eens goed na te lezen wat Lessing schreef in zijn Laökoon, en in ons land prof. Opzoomer over Kunst.
Dan bestaat er kans, dat we komen op eene meer redelijke basis.
Kunst is eenvoudig het weergeven van schoonheid.
Schoonheidsleer, Aesthetica is afkomstig van den Griek.
En nu weet ieder hoe aisthanomai duidt op de waarneming en het weergeven van het ideale, van de ídee, van het schoone, zoodat de bewondering ontstaat.
Kunst, die niet tot bewondering leidt, is geen kunst.
't Is voor ons land gewenscht, dat de meest elementaire begríppen op dit gebied worden opgedolven van onder het puin der verdoezeling, die in ons land alle helderheid en licht op dit terrein heeft weggenomen, dank aan den waanzin van de alom verbreide Woordkunst, die alleen door dit woord de karikatuur verraadt, die men ten onzent bezig is van de kunst te maken.
J.B. NAAKTGEBOREN.